gepubliceerd op 07 november 2001
Besluit van de Vlaamse regering houdende oprichting van een adviescommissie voor artistieke producten en projecten door en voor jongeren
5 OKTOBER 2001. - Besluit van de Vlaamse regering houdende oprichting van een adviescommissie voor artistieke producten en projecten door en voor jongeren
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 19 december 1997 houdende oprichting van een Raad voor Cultuur, een Raad voor de Kunsten, een Raad voor Volksontwikkeling en Cultuurspreiding en van een adviserende beroepscommissie inzake culturele aangelegenheden, inzonderheid op artikel 10;
Gelet op de bijlage, gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisering van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen;
Overwegende het subsidiereglement i.v.m. artistieke producten door en voor jongeren, zoals goedgekeurd door de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 20 september 2001;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat dringend maatregelen moeten worden genomen op het vlak van de samenstelling en de werking van de adviescommissie voor artistieke producten en projecten door en voor jongeren, om een vlotte werking van deze adviescommissie te garanderen en de verplichte advisering over de subsidiëring van deze artistieke producten en projecten mogelijk te maken;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Er wordt een adviescommissie voor artistieke producten en projecten door en voor jongeren opgericht, hierna de adviescommissie te noemen.
Art. 2.De adviescommissie verstrekt, op verzoek van de Vlaamse regering of op eigen initiatief, advies over subsidiëring van producten of projecten van jongeren die buiten de bestaande jeugdwerkvormen op een eigentijdse en positieve manier creërend, initiërend of organiserend actief willen zijn.
Art. 3.De adviescommissie bestaat uit een voorzitter, een ondervoorzitter en drie leden, allen deskundigen op het terrein in kwestie.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Jeugd, benoemt de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden voor een mandaat tot 31 december 2002.
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Jeugd, kan op verzoek van de betrokkene een einde maken aan een mandaat van de voorzitter, de ondervoorzitter of een lid van de adviescommissie.
Bovendien kan de Vlaamse minister, bevoegd voor de Jeugd, na advies van de adviescommissie, in de volgende gevallen ambtshalve een einde stellen aan een mandaat als bedoeld in het eerste lid : 1° als de mandaathouder driemaal na elkaar zonder voorafgaande kennisgeving de vergaderingen van de adviescommissie niet bijwoont;2° als de mandaathouder activiteiten verricht of functies vervult die onverenigbaar zijn met het mandaat of die een strijdigheid van belangen tot gevolg hebben.
Art. 6.De adviescommissie stelt binnen vier maanden na haar samenstelling een huishoudelijk reglement op.
Dit reglement, evenals elke latere wijziging ervan, wordt eenparig aangenomen door de aanwezige leden en wordt goedgekeurd door de Vlaamse minister bevoegd voor de Jeugd.
De werking van de adviescommissie wordt geregeld in het huishoudelijk reglement.
Art. 7.De zetel van de adviescommissie is gevestigd in de lokalen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 8.Het secretariaat van de adviescommissie wordt waargenomen door een ambtenaar van de afdeling Jeugd en Sport.
Art. 9.De werkingskosten van de adviescommissie en van haar secretariaat worden aangerekend op de begroting van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Voor de vervulling van hun opdracht vallen de voorzitter en de leden van de adviescommissie onder toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen.
Art. 10.Aan de bijlage, gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen wordt in punt 1 de volgende bepaling toegevoegd : « de adviescommissie voor artistieke producten en projecten door en voor jongeren ».
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 2001.
Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Jeugd, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 oktober 2001.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, B. ANCIAUX