gepubliceerd op 17 juli 2006
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan time-outprojecten voor welzijn en onderwijs
5 MEI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan time-outprojecten voor welzijn en onderwijs
De Vlaamse regering, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;
Gelet op de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990, gewijzigd bij de decreten van 21 december 1990, 25 juni 1992 en 15 juli 1997;
Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II, inzonderheid op artikel 46, gewijzigd bij de decreten van 19 april 1995, 8 juli 1996 en 14 juli 1998;
Gelet op het decreet 9 december 2005 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in het onderwijs, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het decreet van 23 december 2005 van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006, inzonderheid op artikel 14;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand, inzonderheid op artikel 56, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2000;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 houdende regeling van de begrotingscontrole en -opmaak;
Gelet op het akkoord van de minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 mei 2006;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming en de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Time-out met een schoolvervangend programma is een methode waarbij jongeren tijdelijk uit het secundair onderwijs worden genomen met de bedoeling hen opnieuw in het secundair onderwijs op te nemen. § 2. De jongeren die in aanmerking komen voor deze werkvorm zijn jongeren, bij wie schooluitval dreigt en voor wie de school en het CLB zelf al een maximum aan begeleidingsinspanningen hebben geleverd om de probleemsituatie te kenteren, maar die zodanig met problemen geconfronteerd worden dat interventie van buitenaf noodzakelijk is. § 3. De doelstelling van time-out is enerzijds het reïntegreren van de jongere in de bestaande onderwijsvoorzieningen, bij voorkeur in de school en de onderwijsvorm of studierichting waar de jongere ingeschreven was, behalve als in het belang van de jongere andere keuzes wenselijk zijn. Anderzijds heeft time-out tot doel bij de scholen veranderingsstrategieën te stimuleren die schooluitval moeten voorkomen. § 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, leggen specifieke voorwaarden en bepalingen vast inzake de uitvoering van de projecten die voor subsidiëring in aanmerking komen, als bedoeld in artikel 2.
Ze sluiten hiertoe met elk van de verenigingen, bedoeld in artikel 2, een overeenkomst.
Art. 2.Aan de volgende verenigingen worden, ten laste van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006, voor het uitvoeren van time-outprojecten voor welzijn en onderwijs gedurende de periode van 1 maart 2006 tot en met 31 augustus 2006, de volgende subsidies toegekend : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.De voorwaarden en uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van de subsidies, genoemd in artikel 2 van dit besluit, worden vastgesteld met toepassing van artikel 56 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand.
Art. 4.De subsidies mogen alleen aangewend worden voor de uitvoering van de initiatieven, bedoeld in artikel 1.
De bedragen worden voor het begrotingsjaar 2006 voor 50 % aangerekend op de algemene uitgavenbegroting van het departement Onderwijs, van het pr 35.40, ba 33.05, en voor 50 % aangerekend op het Fonds bijzondere jeugdbijstand.
Art. 5.De subsidies worden uitbetaald overeenkomstig de volgende bepalingen : 1° een eerste schijf ten belope van 40 % van de subsidie wordt betaald na ondertekening van dit besluit.2° een tweede schijf van 40 % wordt betaald drie maanden na de eerste betaling.3° het saldo van 20 % wordt uitbetaald na ontvangst en goedkeuring van de volgende voor te leggen documenten : - een eindverslag; - een financieel verslag.
De twee laatste verslagen moeten ingediend worden binnen een maand na de einddatum van het project.
Betalingen zijn enkel mogelijk na voorlegging van de nodige bewijsstukken waaruit blijkt dat de uitgaven effectief gedaan zijn.
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan personen, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 mei 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE