gepubliceerd op 13 april 2021
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie
5 MAART 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie
Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III.1.
Vormvereiste De volgende vormvereiste is vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 19 februari 2021.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme en de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.Artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2019, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 12.§ 1. Het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken omvat de volgende beleidsvelden en bevoegdheden:
beleidsveld
bevoegdheid
regionale luchthavens
1° de uitrusting en de uitbating van de luchthavens en de openbare vliegvelden, vermeld in artikel 6, § 1, X, 7°, van de bijzondere wet 2° de vestigingsvoorwaarden met betrekking tot mobiliteit en logistiek
gemeenschappelijk vervoer
1° het gemeenschappelijke stads- en streekvervoer, met inbegrip van de bijzondere vormen van geregeld vervoer, het taxivervoer en het verhuren van auto's met chauffeur, vermeld in artikel 6, § 1, X, 8°, van de bijzondere wet, met inbegrip van het prijsbeleid 2° de bijkomende financiering voor investeringen in de aanleg, aanpassing of modernisering van de spoorlijnen, vermeld in artikel 6, § 1, X, 14°, van de bijzondere wet 3° de vestigingsvoorwaarden met betrekking tot mobiliteit en logistiek 4° het vervoer van mindervaliden
algemeen mobiliteitsbeleid
1° het beleid inzake multimodale mobiliteit, synchro- en combimobiliteit, integrale mobiliteit en logistiek 2° de vestigingsvoorwaarden met betrekking tot mobiliteit en logistiek 3° het stimuleren van de omschakeling naar zero-emissievervoermiddelen en vervoermiddelen die aangedreven worden door alternatieve brandstoffen, met inbegrip van de uitrol van de bijbehorende laad- en tankinfrastructuur die geen betrekking heeft op de infrastructuur van gebouwen en naastgelegen parkeerterreinen, vermeld in artikel 8 van richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen
weginfrastructuur en beleid
1° het verkeersveiligheidsbeleid, vermeld in artikel 6, § 1, XII, van de bijzondere wet 2° het mobiliteitsbeleid en de openbare werken en het vervoer, vermeld in artikel 6, § 1, X, 1°, 2° bis, 12° en 13°, van de bijzondere wet: a) de wegen en hun aanhorigheden b) het juridische stelsel van de landwegen c) de minimale technische veiligheidsnormen inzake het bouwen en onderhouden van wegen en hun aanhorigheden d) de reglementering inzake het vervoer van gevaarlijke goederen en uitzonderlijk vervoer over de weg 3° de gemeentewegen, met inbegrip van de rooiplannen van de gemeentewegen, vermeld in artikel 6, § 1, I, 2°, van de bijzondere wet 4° de vestigingsvoorwaarden met betrekking tot mobiliteit en logistiek
waterinfrastructuur en beleid
1° het mobiliteitsbeleid en de openbare werken en het vervoer, vermeld in artikel 6, § 1, X, 2°, 2° bis, 3°, 4°, 5°, 6°, 9°, 10°, 11° en 12°, van de bijzondere wet: a) de waterwegen en hun aanhorigheden b) het juridische stelsel van de land- en waterwegen c) de havens en hun aanhorigheden d) de zeewering e) de dijken f) de veerdiensten g) de loodsdiensten en de bebakeningsdiensten van en naar de havens, alsook de reddings- en sleepdiensten op zee h) de regels van politie over het verkeer op waterwegen i) de regels met betrekking tot de bemanningsvoorschriften inzake de binnenvaart en de regels inzake de veiligheid van binnenschepen en binnenschepen die ook voor niet-internationale reizen op zee worden gebruikt j) de minimale technische veiligheidsnormen inzake het bouwen en onderhouden van waterwegen en hun aanhorigheden 2° de vestigingsvoorwaarden met betrekking tot mobiliteit en logistiek
§ 2.Het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken omvat de volgende inhoudelijke structuurelementen:
beleidsveld
inhoudelijk structuurelement
regionale luchthavens
1° luchthavenbeleid 2° uitbating regionale luchthavens 3° luchthaveninfrastructuur
gemeenschappelijk vervoer
1° basisbereikbaarheid 2° investeringen basisbereikbaarheid 3° kernnet 4° aanvullend net 5° vervoer op maat 6° treinnet
algemeen mobiliteitsbeleid
1° algemene beleidsondersteuning 2° modioverschrijdend mobiliteitsbeleid 3° het stimuleren van de omschakeling naar zero-emissievervoermiddelen en vervoermiddelen die aangedreven worden door alternatieve brandstoffen, met inbegrip van de uitrol van de bijbehorende laad- en tankinfrastructuur die geen betrekking heeft op de infrastructuur van gebouwen en naastgelegen parkeerterreinen, vermeld in artikel 8 van richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen
weginfrastructuur en beleid
1° verkeersveiligheid 2° verkeersbeleid 3° weginfrastructuur algemeen 4° onderhoud weginfrastructuur 5° investeringen weginfrastructuur
waterinfrastructuur en beleid
1° haven en waterbeleid 2° waterinfrastructuur algemeen 3° onderhoud waterinfrastructuur 4° investeringen waterinfrastructuur 5° scheepvaartverkeer
".
Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor energie, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen mobiliteitsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 maart 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS