Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 04 mei 1999
gepubliceerd op 25 juni 1999

Besluit van de Vlaamse regering houdende de werking van de commissie tot erkenning van de artistieke bekendheid

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999035657
pub.
25/06/1999
prom.
04/05/1999
ELI
eli/besluit/1999/05/04/1999035657/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 MEI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de werking van de commissie tot erkenning van de artistieke bekendheid


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100, gewijzigd bij het decreet van 14 juli 1998;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting gegeven op 9 november 1998;

Gelet op het protocol nr. 323 van 9 december 1998 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling « Vlaamse Gemeenschap » van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het verzoek op spoedbehandeling, gemotiveerd door de noodzaak om de werkzaamheden van de commissie nog dit academiejaar te laten starten;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 maart 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De aanvragen tot artistieke bekendheid worden samen met een stavingdossier aan de commissie tot erkenning van de artistieke bekendheid bezorgd.

Art. 2.De commissie tot erkenning van de artistieke bekendheid stelt een huishoudelijk reglement op en legt het ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse regering.

Art. 3.De terugbetaling van de reis- en verblijfkosten van de leden van de commissie tot erkenning van de artistieke bekendheid gebeurt volgens dezelfde normen als die welke gelden voor de ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1998.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 mei 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, E. BALDEWIJNS

^