gepubliceerd op 24 februari 2011
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de procedure en de uitvoeringsmodaliteiten voor het voorbereiden, het uitvoeren en het opvolgen van de projecten in het projectgrindwinningscomité
4 FEBRUARI 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de procedure en de uitvoeringsmodaliteiten voor het voorbereiden, het uitvoeren en het opvolgen van de projecten in het projectgrindwinningscomité
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het decreet van 14 juli 1993 tot oprichting van het Grindfonds en tot regeling van de grindwinning, artikel 20bis, tweede en derde lid, artikel 20sexies, § 3, tweede lid, en artikel 20septies, ingevoegd bij het decreet van 3 april 2009;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 1 december 2010;
Gelet op het voorstel van het projectgrindwinningscomité betreffende de procedure en de uitvoeringsmodaliteiten inzake het voorbereiden, het uitvoeren en het opvolgen van de projecten in het projectgrindwinningscomité, gedaan op 29 juli 2010;
Gelet op advies 49.008/3 van de Raad van State, gegeven op 21 december 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet van 14 juli 1993 : het decreet van 14 juli 1993 tot oprichting van het Grindfonds en tot regeling van de grindwinning;2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen;3° procesnota : document waarin, afgestemd op het project, het traject wordt beschreven dat een bij het projectcomité ingediend projectvoorstel zal doorlopen om tot een eindvoorstel tot projectgrindwinning te komen waarover het projectcomité kan beslissen;4° projectgebied : het geografisch afgelijnde gebied waarop het project betrekking heeft;5° de afwerking en de uitrusting van een projectgebied : de grond-, water-, infrastructuur- en inrichtingswerken in het projectgebied die nodig zijn voor de fysieke realisatie van het maatschappelijk project van groot openbaar belang, zoals bepaald in het goedgekeurde project. HOOFDSTUK 2. - Bepalingen over het procesverloop Afdeling 1. - De indiening en behandeling van voorstellen voor
projectgrindwinning
Art. 2.Zowel leden van het projectcomité als niet-leden hebben het recht om voorstellen voor maatschappelijke projecten van groot openbaar belang waarvan projectgrindwinning een substantieel onderdeel is, bij het projectcomité in te dienen.
Op voorstel van de indiener van het oorspronkelijke voorstel kan het projectcomité een door de Vlaamse Regering afgekeurd projectvoorstel opnieuw in overweging nemen en een aangepast voorstel opnieuw ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering voorleggen.
Art. 3.Een voorstel wordt alleen in overweging genomen door het projectcomité als het ten minste de volgende gegevens bevat : 1° de administratieve gegevens van de indiener;2° de vermelding van het juridische kader en het beleidskader dat geldt in het projectgebied, met in het bijzonder een weergave van de planologische en andere gebiedscategorieën waaronder het projectgebied valt;3° op basis van kadastrale en andere beschikbare gegevens een nominatieve lijst van de eigenaars van de onroerende goederen in het projectgebied en hun adres;4° een eerste basisomschrijving van de gegevens, vermeld in artikel 20sexies, § 3, a), b), h) en i), van het decreet van 14 juli 1993.
Art. 4.Het projectcomité beslist bij gewone meerderheid en binnen een ordetermijn van honderdtwintig dagen over het in overweging nemen van de ingediende voorstellen. Het projectcomité deelt aan de indiener van het voorstel zijn beslissing schriftelijk mee. Afdeling 2. - De procesgang van de voorstellen die het projectcomité
in overweging neemt
Art. 5.§ 1. Binnen een termijn van negentig dagen na de schriftelijke kennisgeving tot inoverwegingneming stelt het projectcomité een procesnota op die is afgestemd op het voorgestelde project en waarin wordt vastgesteld welk traject het voorstel bij het projectcomité zal doorlopen om tot een eindvoorstel tot projectgrindwinning te komen waarover het projectcomité kan beslissen. § 2. De procesnota bevat ten minste de volgende gegevens : 1° de fases en de tijdslijn die het voorstel zal doorlopen;2° de inhoud die het voorstel moet bevatten om te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 20sexies, § 3, van het decreet van 14 juli 1993, en in artikel 8 van dit besluit;3° de noodzakelijke financiering van het procestraject om te komen tot het projectvoorstel en de financiering van de kosten van het projectcomité bij de begeleiding van het in de procesnota geschetste proces.4° de instanties en actoren die bij het procestraject betrokken zullen worden en de wijze waarop dit gebeurt;5° de wijze waarop en door wie er over het voorstel en het project publiek wordt gecommuniceerd.De communicatie over het voorstel en het project heeft als uitdrukkelijk doel een zo groot mogelijk maatschappelijk draagvlak te creëren voor het voorstel en het project; 6° de onderdelen van het project die aan een beleidsonderzoek worden onderworpen vóór het project aan de minister wordt bezorgd, en de beleidsonderzoeken waaraan die onderdelen worden onderworpen. Het projectcomité bepaalt de verdere inhoud van de procesnota.
Als de termijn van negentig dagen verstreken is zonder dat aan de indiener een procesnota is bezorgd, heeft hij de mogelijkheid om zelf een voorstel van procesnota ter goedkeuring aan het projectcomité voor te leggen. § 3. Het projectcomité kan in de procesnota de indiener verplichten een procesmanager aan te stellen. § 4. De maatregelen in de procesnota moeten optimaal op het te realiseren project afgestemd zijn en de noodzakelijke, bestaande beleidsinstrumenten integreren in de realisatie van het project. Uit de bestaande beleidsinstrumenten worden de meest nuttige gekozen. De gekozen beleidsinstrumenten worden gehanteerd volgens de systematiek, de dynamiek, de doelstellingen en de voorwaarden die eigen zijn aan het beleidsinstrument in kwestie.
De opsomming in de procesnota van de gekozen beleidsinstrumenten is geen garantie op de volledigheid van de bij het project te hanteren beleidsinstrumenten.
Art. 6.Na de goedkeuring van de procesnota heeft het projectcomité de volgende taken : 1° de indiener begeleiden bij de verdere uitwerking van het voorstel aan de hand van de opgestelde procesnota;2° de uitvoering van de procesnota bewaken en begeleiden. Het projectcomité heeft de mogelijkheid om de procesnota bij te sturen. Het stelt de indiener schriftelijk op de hoogte van elke bijsturing.
Art. 7.Nadat het in de procesnota geschetste proces doorlopen is en dit door het projectcomité is vastgesteld, neemt het projectcomité binnen een ordetermijn van zestig dagen een beslissing over het projectvoorstel overeenkomstig de bepalingen, vermeld in artikel 20sexies, § 2, van het decreet van 14 juli 1993. Het projectcomité deelt aan de indiener van het voorstel zijn beslissing schriftelijk mee.
Art. 8.Naast de inhoud, vermeld in artikel 20sexies, § 3, van het decreet van 14 juli 1993, bevat een door het projectcomité goedgekeurd projectvoorstel ten minste de volgende elementen : 1° een voorstel van de grondbeginselen waaraan de projectgrindwinning moet voldoen en die als voorwaarden in de vergunning tot projectgrindwinning opgelegd kunnen worden;2° een projectuitvoeringsplan, dat ten minste de volgende elementen bevat : a) inventarisatieplannen met een grafische weergave van de bestaande perceelsstructuur, het bestaande grondgebruik en de bestaande wegen-, waterlopen-, nuts- en recreatieve infrastructuur;b) technische plannen met ten minste de technische uitwerking van de projectmaatregelen en het uitvoeringsprogramma dat de verantwoordelijke actoren en het tijdschema voor de uitvoering van het project bepaalt;c) een financieringsplan over de kosten van het project en de werkingskosten van het projectcomité bij de begeleiding van het project;3° de vermelding van de personen die in elk geval als partij betrokken moeten worden bij het sluiten van de overeenkomst, vermeld in artikel 9. Het projectcomité bezorgt per aangetekende zending met ontvangstbewijs een integrale versie van het goedgekeurde projectvoorstel aan de minister, en een eensluidend afschrift aan het hoofd van de afdeling, bevoegd voor natuurlijke rijkdommen.
De Vlaamse Regering neemt binnen een ordetermijn van honderdtwintig dagen na de datum van ontvangst door de minister een beslissing over het projectvoorstel, en deelt die beslissing schriftelijk mee aan het projectcomité. Afdeling 3. - De uitvoering en de opvolging van de projecten
Art. 9.Na de goedkeuring van een project door de Vlaamse Regering wordt een overeenkomst gesloten tussen de partijen, vermeld in het vierde lid, waarin de verbintenissen voor de realisatie van het project worden vastgesteld en gewaarborgd via de financiële waarborg, vermeld in artikel 20quinquies, tweede lid, van het decreet van 14 juli 1993.
De overeenkomst kan alleen gesloten worden voor de door de Vlaamse Regering goedgekeurde projecten en de daarin vergunde projectgrindwinningen. De overeenkomst moet gesloten worden in overeenstemming met het goedgekeurde project en moet hieraan uitvoering geven.
In de overeenkomst worden ten minste de volgende gegevens vastgelegd : 1° alle onderdelen van de afwerking en de uitrusting van het projectgebied, die invulling geven aan de realisatie van het goedgekeurde project;2° de wijze waarop de onderdelen van het goedgekeurde project gerealiseerd worden;3° alle rechten en verplichtingen van de partijen om de vermelde onderdelen te realiseren;4° de eindsituatie, waarmee zowel alle onderdelen van de afwerking en de uitrusting van het projectgebied als de beschreven eigendoms- en beheersituatie van het project bedoeld worden;5° het bedrag van de financiële waarborg die op elk moment gesteld moet zijn om de afwerking en de uitrusting van het projectgebied te waarborgen.De financiële waarborg moet voldoen aan de bepalingen, vermeld in artikel 20quinquies van het decreet van 14 juli 1993, en wordt jaarlijks aangepast aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen. De financiële waarborg wordt gesteld door de exploitant van de projectgrindwinning, de houder van de vergunning tot projectgrindwinning of een vereniging waarvan de exploitant of de houder van de vergunning lid is. De financiële waarborg wordt gesteld in het voordeel van het projectcomité.
De overeenkomst wordt ten minste door de volgende partijen gesloten : 1° het projectcomité;2° de houder van de vergunning tot projectgrindwinning;3° de exploitant van de projectgrindwinning, als deze verschillend is van de houder van de vergunning tot projectgrindwinning, vermeld in punt 2°;4° in voorkomend geval, de vereniging waarvan de houder van de vergunning of de exploitant lid is en die de financiële waarborg, vermeld in de overeenkomst, stelt;5° in voorkomend geval, de personen die na realisatie van de eindsituatie het project in eigendom of beheer verwerven;6° in voorkomend geval, elke andere persoon die rechten verwerft of verplichtingen aangaat om het goedgekeurde project te realiseren. Tijdens de uitvoering van de overeenkomst kunnen wijzigingen in de overeenkomst aangebracht worden, als de beginselen, vermeld in dit artikel, gewaarborgd blijven en als er niet wordt afgeweken van het voorstel dat goedgekeurd is door de Vlaamse Regering. De wijzigingen worden door het projectcomité goedgekeurd volgens de bepalingen die van toepassing zijn op de goedkeuring van het projectvoorstel, vermeld in artikel 20sexies, § 2, van het decreet van 14 juli 1993.
Art. 10.Ter uitvoering van zijn verplichtingen is het projectcomité ertoe gemachtigd om de overeenkomst, vermeld in artikel 9, aan te gaan en om de uitvoering ervan op te volgen.
Het projectcomité stelt elke partij die nalaat haar in de overeenkomst opgenomen verplichtingen uit te voeren in gebreke en maant ze per aangetekende zending aan tot verdere uitvoering.
Bij blijvende niet-uitvoering van een in de overeenkomst opgenomen verplichting die gewaarborgd is door de gestelde financiële waarborg, kan het projectcomité, na het verstrijken van een termijn van dertig dagen na het versturen van de aanmaning, aanspraak maken op het overeenkomstige deel van de gestelde financiële waarborg. De aldus aangesproken en vervallen financiële waarborg zal door het projectcomité aangewend worden om de nagelaten verplichting uit te voeren.
Art. 11.Het projectcomité is verplicht de uitvoering van het project op te volgen, wat het volgende inhoudt : 1° de voortgangsbewaking van de projectgrindwinning;2° de voortgangsbewaking van de uitvoering van de goedgekeurde projecten;3° het toezicht op de afwerking en de uitrusting van de projectgebieden tijdens en na de beëindiging van de projectgrindwinning. De opvolging wordt uitgevoerd op basis van het goedgekeurde project en de overeenkomst, vermeld in artikel 9.
Tijdens de uitvoering van het project kan het projectcomité wijzigingen in het goedgekeurde project die noodzakelijk blijken, ter goedkeuring voorleggen aan de Vlaamse Regering als de voorwaarden van artikel 20sexies, § 2 en § 3, van het decreet van 14 juli 1993, en van artikel 8, eerste lid, van dit besluit, vervuld blijven voor het gewijzigde voorstel. De wijziging wordt op dezelfde manier aan de Vlaamse Regering voorgelegd als het aanvankelijke voorstel.
Art. 12.Het projectcomité coördineert de realisatie van de gewenste eigendoms- en beheersituatie van het project na beëindiging van de projectgrindwinning, zoals beschreven in het goedgekeurde project.
De realisatie van de beschreven eigendoms- en beheersituatie van het project houdt het eindpunt in van het project en de taken van het projectcomité voor het project.
Art. 13.Het projectcomité rapporteert jaarlijks aan de minister over de taken, vermeld in artikel 20sexies, § 1, eerste lid, 2°, 3° en 4°, van het decreet van 14 juli 1993. HOOFDSTUK 3. - De vergunning tot projectgrindwinning
Art. 14.§ 1. De goedkeuring van een voorstel tot projectgrindwinning door de Vlaamse Regering houdt de toestemming in om in het kader van de uitvoering van het project grind te winnen conform de voorwaarden die vastgelegd zijn in het goedgekeurde project. § 2. De individuele vergunning tot projectgrindwinning wordt door de minister verleend aan de houder van de stedenbouwkundige vergunning voor de werken, vermeld in het maatschappelijk project, of aan de kandidaat-exploitant van de projectgrindwinning, voor zover de houder van de stedenbouwkundige vergunning of de kandidaat-exploitant voldoet aan de vereisten die in het project zijn vermeld.
De vergunning tot projectgrindwinning kan worden overgedragen aan de nieuwe houder van de stedenbouwkundige vergunning of aan de nieuwe kandidaat-exploitant na goedkeuring door de minister. § 3. De vergunning wordt verleend onder voorbehoud van de in het projectgebied geldende burgerlijke rechten en onder voorbehoud van het verkrijgen van alle andere vergunningen die noodzakelijk zijn om grind te winnen.
Art. 15.De vergunning tot projectgrindwinning kan alleen worden verleend voor projectgrindwinning zoals voorzien in een goedgekeurd projectvoorstel.
De verleende vergunning tot projectgrindwinning is geschorst als : 1° niet alle andere vergunningen die noodzakelijk zijn om grind te winnen, definitief zijn verleend;2° om het even welke andere vergunning die noodzakelijk is om grind te winnen, vervallen is;3° de overeenkomst conform artikel 20quinquies, tweede lid, van het decreet van 14 juli 1993 niet gesloten is en de overeengekomen financiële waarborg niet is gesteld. De vergunning tot projectgrindwinning vervalt van rechtswege als : 1° door de minister is vastgesteld dat de overeenkomst, vermeld in artikel 20quinquies, tweede lid, van het decreet van 14 juli 1993, geen uitwerking meer heeft, ongeacht de reden;2° de uitvoering van het project niet wordt aangevat binnen een periode van twee jaar na het verlenen van de vergunning tot projectgrindwinning of, in voorkomend geval, binnen een periode van twee jaar na het einde van de schorsing van de vergunning tot projectgrindwinning. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 16.De Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 februari 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE