gepubliceerd op 27 november 2008
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand
3 OKTOBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand
De Vlaamse Regering, Gelet op de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990, gewijzigd bij de decreten van 21 december 1990, 25 juni 1992, 15 juli 1997, 7 mei 2004 en 13 juli 2007;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 2008;
Overwegende dat het private hulpaanbod van de bijzondere jeugdbijstand zich afdoende moet kunnen organiseren om op actuele hulpvragen een passend antwoord te kunnen formuleren;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 3 oktober 2008;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 3, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen de cijfers "1, 2," en "4, 5" wordt het cijfer "3, " ingevoegd;2° tussen het woord "categorie" en het cijfer "7" worden de woorden "3 of" geschrapt.
Art. 2.In artikel 19 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2008, wordt punt 5° vervangen door wat volgt : "5° de dienst garandeert in elke pleegzorgsituatie gemiddeld 7 begeleidingscontacten per jaar met de direct betrokken actoren. De dienst zorgt ervoor dat elke actor op voldoende wijze in de hulpverlening wordt betrokken".
Art. 3.Aan artikel 30 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 2. Een voorziening van de categorie 7 heeft voor de subsidiëring van de personeelskosten minimaal recht op het personeelskader dat vastgesteld is op basis van het gemiddelde aantal begeleidingen van het jaar ervoor. »
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt bijlage 2 vervangen door de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2008.
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 3 oktober 2008.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, S. VANACKERE
BIJLAGE MAXIMALE PERSONEELSBEZETTING DIE IN AANMERKING KOMT VOOR HET SUBSIDI"REN VAN DE PERSONEELSKOSTEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand.
Brussel, 3 oktober 2008.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, S. VANACKERE