gepubliceerd op 29 juli 2024
Besluit van de Vlaamse Regering tot de verdeling van de overgedragen provinciale investeringsmiddelen voor het begrotingsjaar 2024
3 MEI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot de verdeling van de overgedragen provinciale investeringsmiddelen voor het begrotingsjaar 2024
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het
decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
06/07/2018
pub.
30/08/2018
numac
2018013336
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2018
sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2018, artikel 4; - het
decreet van 22 december 2023Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
22/12/2023
pub.
29/01/2024
numac
2024000498
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2024
sluiten houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2024, artikel 48, § 3.
Vormvereisten De volgende vormvereiste is vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 26/04/24.
Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - de reële investeringsnoden opgenomen in de meerjarenplannen van de lokale besturen en het Departement Cultuur, Jeugd en Media; - de verdeelsleutel per provincie, vermeld in artikel 4 van het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/07/2018 pub. 30/08/2018 numac 2018013336 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2018 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassingen van de begroting 2018.
Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - Het decreet van 18 november 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2016 pub. 13/12/2016 numac 2016036606 bron vlaamse overheid Decreet houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies sluiten houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies; - de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, artikel 11 tot en met artikel 14; - de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019; - het besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management en de Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding;
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.Op de kredieten van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2024, begrotingsartikel HB0-1HBA2BB-WT, worden volgende investeringssubsidies aangerekend voor de investeringsnoden aan de volgende gebouwen: 1° een investeringssubsidie van 230.000 euro (tweehonderddertigduizend euro) aan de Stad Antwerpen voor de Arenbergschouwburg; 2° een investeringssubsidie van 160.000 euro (honderdzestigduizend euro) aan de Stad Antwerpen voor DIVA.
Art. 2.De subsidies, vermeld in artikel 1, hebben betrekking op de periode van 1 juni 2024 tot en met 30 mei 2030.
Art. 3.De volgende kosten komen in aanmerking voor de investeringssubsidies: 1° het ereloon voor de opstellers van het ontwerp, de kosten voor het plaatsen en het uitvoeren van de overheidsopdrachten, de kosten van een energieaudit, een toegankelijkheidsdoorlichting of andere specifieke studiekosten en de kosten voor het toezicht op de bouwplaats.De voormelde kosten worden beschouwd als algemene kosten van de opdracht en worden forfaitair vastgesteld op maximaal 15% van het bedrag van de raming van de goedgekeurde bouwwerken bij de toekenning van de subsidie; 2° de kosten voor de uitvoering van de bouwopdracht; De volgende werken, investeringen en kosten worden uitgesloten van subsidiëring: 1° horecavoorzieningen;2° investeringen in kantoorruimtes;3° de belasting over de toegevoegde waarde, met uitzondering van de niet-aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde;4° omgevings-en rioleringswerken op publiek domein die geen directe link hebben met de infrastructuur of met de cultuur-of jeugdwerking die in de infrastructuur plaatsvindt;5° kosten die reeds door andere inkomsten of subsidies worden gedekt.
Art. 4.De subsidies, vermeld in artikel 1, zijn de financiële ondersteuning voor de realisatie in de periode, vermeld in artikel 2, van de volgende activiteit: de reële investeringsnoden van de lokale besturen opgenomen in het meerjarenplan 2018-2024 van de overgedragen provinciale middelen van de lokale besturen en het Departement Cultuur, Jeugd en Media.
Art. 5.De subsidie, vermeld in artikel 1, tweede lid, 1° wordt uitbetaald op rekeningnummer IBAN BE79 0910 1016 6033 van de Stad Antwerpen, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen.
Art. 6.De subsidies, vermeld in artikel 1, worden als volgt uitbetaald: 1° een voorschot van 60% na ondertekening van dit besluit en na vastlegging van de middelen;2° een saldo van 40% na rapportering over de aanwending van de subsidie en na goedkeuring door de bevoegde administratie.
Art. 7.§ 1. De functionele verantwoording van de subsidie, vermeld in artikel 1, bestaat uit vorderingsstaten waarbij de mate van realisatie van het project wordt aangetoond. Bij het einde van de werken bestaat de functionele verantwoording tevens uit een proces verbaal van voorlopige oplevering. § 2. De functionele verantwoording, vermeld in paragraaf 1 moet uiterlijk 6 jaar na de datum van de ondertekening van dit besluit worden ingediend via mail op cultuurenjeugdinfrastructuur@vlaanderen.be.
Art. 8.§ 1. De financiële verantwoording van de subsidie, vermeld in artikel 4, bestaat uit facturen op basis van de vorderingsstaten. § 2. De financiële verantwoording, vermeld in paragraaf 1, moet uiterlijk 6 jaar na de datum van de ondertekening van dit besluit worden ingediend via mail op cultuurenjeugdinfrastructuur@vlaanderen.be.
Art. 9.Verantwoordingsstukken die niet ingediend moeten worden, worden door de begunstigde ter beschikking gehouden gedurende tien jaar te rekenen vanaf de datum van ondertekening van dit besluit.
Door het aanvaarden van de subsidie verleent de begunstigde meteen aan de Vlaamse Gemeenschap het recht om controle ter plaatse uit te oefenen op de aanwending van de toegekende subsidie.
Blijft de begunstigde in gebreke verantwoording te verstrekken dan is hij tot terugbetaling gehouden ten belope van het deel dat niet werd verantwoord.
Art. 10.Om de herkenbaarheid van de Vlaamse overheid als subsidiërende instantie te verhogen, zijn de begunstigde verplicht om bij elke communicatie over het gesubsidieerde project, op elke informatiedrager gebruik te maken van het logo van de Vlaamse overheid met of zonder bijschrift.
De standaardlogo's bevinden zich op de website van het Departement Cultuur, Jeugd en Media: www.vlaanderen.be/cjm.
Art. 11.De subsidieontvanger engageert zich om het belang van het gebruik van het Nederlands te erkennen bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten.
Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de cultuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 03 mei 2024.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, J. JAMBON De Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding B. DALLE