Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 01 maart 2019
gepubliceerd op 12 april 2019

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling

bron
vlaamse overheid
numac
2019040825
pub.
12/04/2019
prom.
01/03/2019
ELI
eli/besluit/2019/03/01/2019040825/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 MAART 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2017 pub. 18/04/2017 numac 2017011585 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 02/09/2013 numac 2013204787 bron vlaamse overheid Decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;

Gelet op de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, gewijzigd bij verordening (EU) 2017/1084 van de Commissie van 14 juni 2017;

Gelet op het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 02/09/2013 numac 2013204787 bron vlaamse overheid Decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling, artikel 2;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2017 pub. 18/04/2017 numac 2017011585 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 02/09/2013 numac 2013204787 bron vlaamse overheid Decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 november 2018;

Gelet op advies 64.793/1 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2017 pub. 18/04/2017 numac 2017011585 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 02/09/2013 numac 2013204787 bron vlaamse overheid Decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling sluiten betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling wordt punt 9° vervangen door: " 9° algemene groepsvrijstellingsverordening: de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;".

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk 1/1, dat bestaat uit artikel 1/1 tot en met 1/6, ingevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk 1/1. Europees steunkader

Art. 1/1.Behoudens wat betreft de vergoeding voor de doorstroombegeleiding aan de gemandateerde dienstververlener, bepaald in artikel 77, wordt alle steun die toegekend wordt met toepassing van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, verleend binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk I, II en III, deel 6 van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

Art. 1/2.De onderneming die een steunaanvraag indient, mag op de datum van de toekenning van de steun geen onderneming in moeilijkheden zijn als vermeld in artikel 2, 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

De onderneming mag ook geen procedure op basis van Europees of nationaal recht hebben lopen, waarbij toegekende steun wordt teruggevorderd als vermeld in artikel 1, lid 4, van de voormelde verordening.

Er kan geen steun worden toegekend met toepassing van dit besluit of voor werkzaamheden die verband houden met de uitvoer naar derde landen of voor werkzaamheden die afhangen van het gebruik van binnenlandse goederen, vermeld in artikel 1, lid 2, van de voormelde verordening.

Er kan geen steun worden toegekend met toepassing van dit besluit voor activiteiten van ondernemingen in de sectoren, vermeld in artikel 1, lid 3, van de voormelde verordening.

De steun kan niet worden toegekend als hij leidt tot een schending van het Unierecht als vermeld in artikel 1, lid 5, van de voormelde verordening.

Als een onderneming een individuele steuntoekenning krijgt van meer dan 500.000 euro, worden de gegevens, vermeld in bijlage III van de voormelde verordening, gepubliceerd op de transparantiewebsite die de Europese Commissie ontwikkeld heeft.

Art. 1/3.De toegekende steun heeft een stimulerend effect als vermeld in artikel 32, lid 3, en artikel 33, lid 3, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

Dit betekent dat de aanwerving een nettotoename vertegenwoordigt van het aantal werknemers in de onderneming in kwestie.

Als de aanwerving, in vergelijking met het gemiddelde van de voorbije twaalf maanden, geen nettotoename vertegenwoordigt van het aantal werknemers in de onderneming in kwestie, zijn de vacatures ontstaan ten gevolge van ontslag op initiatief van de werknemer, van een handicap, van ouderdomspensionering, van vermindering van de werktijd op initiatief van de werknemer of van gewettigd ontslag om dringende redenen, en niet door afvloeiingen.

Art. 1/4.De steun is niet cumuleerbaar met de-minimissteun en steun vanuit het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) voor dezelfde kosten die in aanmerking komen, als die cumulatie ertoe zou leiden dat de steunintensiteit hoger uitkomt dan de steunintensiteiten, vermeld in artikel 1/6.

Art. 1/5.Als de individuele aanmeldingsdrempels, vermeld in artikel 4 van de algemene groepsvrijstellingsverordening, overschreden worden, wordt de voorgenomen steun met het oog op goedkeuring voorafgaandelijk aangemeld bij de Europese Commissie, binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in artikel 107 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie en moet de Europese Commissie deze steun goedkeuren.

Art. 1/6.De steunintensiteit mag de volgende percentages niet overschrijden: 1° loonsubsidies voor uiterst kwetsbare werknemers: ten hoogste 50% van de kosten die in aanmerking komen;2° loonsubsidies voor werknemers met een handicap: ten hoogste 75% van de kosten die in aanmerking komen;3° ter compensatie van de bijkomende kosten van de tewerkstelling van werknemers met een handicap: ten hoogste 100% van de kosten die in aanmerking komen;4° begeleiding van uiterst kwetsbare personen: ten hoogste 50% van de kosten die in aanmerking komen. Als de hoogste steunintensiteit of het hoogste steunbedrag, vermeld in artikelen 32, 33, 34 en 35 van de algemene groepsvrijstellingsverordening, wordt overschreden, worden de vergoedingen die buiten dit besluit zijn verkregen, in mindering gebracht.".

Art. 3.In artikel 33 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "met inachtneming van de voorwaarden van de Verordening (EG) nr. 651/2014" vervangen door de zinsnede "met inachtneming van de voorwaarden van de algemene groepsvrijstellingsverordening".

Art. 4.Aan artikel 34 van hetzelfde besluit worden een derde en een vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "De kosten die in aanmerking komen zoals vermeld in artikel 2, punt 31 van de groepsvrijstellingsverordening, zijn de loonkosten gedurende maximaal 24 maanden vanaf de aanwerving van een uiterst kwetsbare werknemer.

Voor de werknemer met een handicap zijn de kosten die in aanmerking komen zoals vermeld in artikel 2, punt 31 van de groepsvrijstellingsverordening, de loonkosten gedurende de hele periode waarin de werknemer in dienst is.".

Art. 5.In artikel 38 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede "als vermeld in artikel 1/6" toegevoegd;2° aan paragraaf 2 wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt: "5° andere maatregelen die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op dezelfde kosten die in aanmerking komen.Die maatregelen kunnen alleen gecumuleerd worden conform artikel 8 van de algemene groepsvrijstellingsverordening.".

Art. 6.In artikel 40 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zinsnede "vermeld in Verordening (EG) nr.651/2014" vervangen door de zinsnede "vermeld in de algemene groepsvrijstellingsverordening"; 2° in het tweede lid wordt de zinsnede "het DAEB-besluit van 20 december 2011" vervangen door de zinsnede "de voorwaarden, vermeld in artikel 35 van de algemene groepsvrijstellingsverordening";3° er worden een derde en een vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "De begeleidingspremie voor de doelgroepwerknemer is cumuleerbaar met andere steunmaatregelen als een dergelijke cumulatie er niet toe leidt dat de steunintensiteit die met toepassing van dit besluit geïndiceerd is, wordt overschreden.Als de geïndiceerde steunintensiteit wordt overschreden, worden de vergoedingen die buiten dit besluit verworven zijn, volledig in mindering gebracht van de begeleidingspremie.

De kosten die in aanmerking komen zoals vermeld in artikel 35, punt 2, a) en b), van de groepsvrijstellingsverordening, zijn de kosten om medewerkers uitsluitend in te zetten voor de begeleiding van de uiterst kwetsbare werknemer gedurende maximaal 24 maanden.".

Art. 7.In artikel 53 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "met inachtneming van de voorwaarden, vermeld in Verordening (EG) nr. 651/2014" vervangen door de zinsnede "met inachtneming van de voorwaarden, vermeld in artikel 34 van de algemene groepsvrijstellingsverordening".

Art. 8.Aan artikel 108, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd: "Die automatische toekenning van het label vervalt met retroactieve inwerkingtreding als de Europese Commissie de steun aan de bedrijven conform artikel 107 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie niet goedkeurt wegens overschrijding van de individuele aanmeldingsdrempels zoals vermeld in artikel 1/5 van dit besluit.".

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 1 maart 2019.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, L. HOMANS

^