gepubliceerd op 08 maart 2019
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2016 houdende de planning van bedden met een bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis
1 MAART 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/04/2016 pub. 10/05/2016 numac 2016035736 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de planning van bedden met een bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis type besluit van de vlaamse regering prom. 15/04/2016 pub. 10/05/2016 numac 2016035755 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning en de erkenning van bijkomende bedden met een bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis sluiten houdende de planning van bedden met een bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis
De Vlaamse Regering, Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 52/1, ingevoegd bij het decreet van 18 mei 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/04/2016 pub. 10/05/2016 numac 2016035736 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de planning van bedden met een bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis type besluit van de vlaamse regering prom. 15/04/2016 pub. 10/05/2016 numac 2016035755 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning en de erkenning van bijkomende bedden met een bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis sluiten houdende de planning van bedden met een bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis;
Gelet op het akkoord van Vlaamse minister bevoegd voor de begroting, gegeven op 29 november 2018;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 10 december 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4 tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de zorgzwaarte in de woonzorgcentra de voorbije jaren sterk is toegenomen;
Overwegende dat de Vlaamse Regering bij de opmaak van de begroting 2019 in extra middelen heeft voorzien om aan woongelegenheden in woonzorgcentra een bijkomende erkenning toe te kennen;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/04/2016 pub. 10/05/2016 numac 2016035736 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de planning van bedden met een bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis type besluit van de vlaamse regering prom. 15/04/2016 pub. 10/05/2016 numac 2016035755 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning en de erkenning van bijkomende bedden met een bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis sluiten houdende de planning van bedden met een bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis, worden de woorden "planning van bedden met een bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis" vervangen door de woorden "planning van bedden met een bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis en van woongelegenheden erkend als woonzorgcentrum met een bijkomende erkenning".
Art. 2.Aan artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017, 25 mei 2018 en 7 december 2018, wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Het maximaal te erkennen woongelegenheden erkend als woonzorgcentrum met een bijkomende erkenning wordt met ingang van 1 juli 2019 vastgelegd op 50.711 woongelegenheden".
Art. 3.Aan artikel 4 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017, wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Artikel 2, vijfde lid, heeft uitwerking met ingang van 28 februari 2019".
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 1 maart 2019.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN