Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 01 juni 1999
gepubliceerd op 08 oktober 1999

Besluit van de Vlaamse regering betreffende de inning van loodsgelden en andere vergoedingen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999036287
pub.
08/10/1999
prom.
01/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/01/1999036287/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 JUNI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de inning van loodsgelden en andere vergoedingen


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods, inzonderheid op de artikelen 12 tot 15 en 17;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 23 juni 1998 betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 24 november 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods;2° vergoedingen : alle vergoedingen en kosten zoals bedoeld in artikel 15 van het decreet;3° loodsreis : verplaatsing van een vaartuig vanaf het ogenblik dat een loods aan boord komt of dat het gebruik maakt van loodsen op afstand of beide tot het ontschepen van de loods of het staken van het gebruik van loodsen op afstand. HOOFDSTUK II. - Inning van loodsgelden

Art. 2.De loodsgelden en vergoedingen verschuldigd met toepassing van de artikelen 11 tot 15 van het decreet zijn betaalbaar op de rekeningen geopend op naam van de afdeling loodswezen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 3.Het afdelingshoofd van de afdeling loodswezen wijst de ambtenaren aan die belast zijn met het innen van de loodsgelden en vergoedingen.

Art. 4.Het afdelingshoofd van de afdeling loodswezen kan gezagvoerders van met een pedagogisch, humanitair of filantropisch doel ingezette en met naam aangeduide vaartuigen die gebruik maken van het gewone loodsen of het loodsen op afstand, per bezoek of doorvaart, vrijstellen van de betaling van het gewone loodsgeld en van de vergoeding voor loodsen op afstand. HOOFDSTUK III. - Bijzondere vergoedingen

Art. 5.De vergoeding voor loodsen op afstand bedraagt 3/4 van het gewone loodsgeld, met weglating van de gedeelten van een frank.

Als een gezagvoerder tijdens dezelfde loodsreis gebruik maakt van loodsen op afstand en het gewone loodsen, is het gewone loodsgeldtarief van toepassing.

Art. 6.De houders van een verklaring van vrijstelling zijn 1/4 van het loodsgeld verschuldigd met weglating van de gedeelten van een frank. HOOFDSTUK IV. - Invorderingen

Art. 7.Het verbod tot afvaart zoals bedoeld in artikel 17, § 3 van het decreet, wordt opgelegd door het afdelingshoofd van de afdeling loodswezen of iedere door het afdelingshoofd daartoe aangestelde plaatsvervanger, na ingebrekestelling door de ambtenaren, belast met het innen van de loodsgelden. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 1 juni 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, S. STEVAERT

^