gepubliceerd op 08 oktober 1999
Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de gebieden waar daadwerkelijk het gewone loodsen, loodsen op afstand en verkeersbegeleiding wordt verstrekt
1 JUNI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de gebieden waar daadwerkelijk het gewone loodsen, loodsen op afstand en verkeersbegeleiding wordt verstrekt
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 23 juni 1998 betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 24 november 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder decreet : het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en het brevet van havenloods. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied.
Art. 2.Het gewone loodsen van vaartuigen zoals bedoeld in artikel 2, 4°, van het decreet wordt daadwerkelijk verstrekt door de loodsdienst van het Vlaamse Gewest op volgende wateren : 1° de Belgische territoriale zee, in westelijke richting uitgebreid tot de rede van Duinkerke, en in oostelijke richting tot de rede van Vlissingen;2° de Scheldemonden van de rede van Vlissingen tot de kruisstations van de loodsboten in zee;3° de vaarwateren tussen de kruisstations van de loodsboten tot de kusthavens;4° de Schelde stroomafwaarts Antwerpen tot de rede van Vlissingen;5° de rede van Antwerpen;6° de Schelde stroomopwaarts Antwerpen tot Temse;7° vanaf de monding van de Rupel tot in de sluis van Wintam;8° het zeekanaal van Gent naar Terneuzen, de Moervaart, en de op deze wateren aansluitende en door de stad Gent beheerde dokken en darsen;9° de tijhavens van Oostende, Zeebrugge en Nieuwpoort en de wateren tussen deze havens en de aanpalende reden;10° de toegangsgeulen van de op de voormelde wateren aansluitende keer- en schutsluizen.
Art. 3.Het loodsen op afstand, zoals bedoeld in artikel 2, 5°, van het decreet wordt daadwerkelijk verstrekt door de loodsdienst van het Vlaamse Gewest op volgende wateren : 1° de Belgische territoriale zee tussen de kruisstations van de loodsboten en de rede van Zeebrugge;2° de Belgische territoriale zee tussen de kruisstations van de loodsboten en de rede van Vlissingen.
Art. 4.Verkeersbegeleiding zoals bedoeld in artikel 2, 8° van het decreet wordt verstrekt in volgende wateren : 1° de territoriale zee en de aanpalende zones, zoals vermeld in het verdrag van 1972 inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee;2° de monding van de Westerschelde;3° de Westerschelde;4° de Schelde vanaf de Belgisch-Nederlandse grens tot Temse. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 1 juni 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, S. STEVAERT