Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 01 februari 2002
gepubliceerd op 19 april 2002

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 1993 tot uitvoering van Hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002035378
pub.
19/04/2002
prom.
01/02/2002
ELI
eli/besluit/2002/02/01/2002035378/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 FEBRUARI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 1993 tot uitvoering van Hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging


De Vlaamse regering, Gelet op de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, inzonderheid op artikel 35quinquies , § 3, ingevoegd bij decreet van 25 juni 1992;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 1993 tot uitvoering van hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 juni 2001 Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;

Gelet op advies 32.091/3 van de Raad van State, gegeven op 11 december 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 3, § 5, van het besluit van 16 februari 1993 van de Vlaamse regering tot uitvoering van Hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging wordt het eerste lid vervangen door de volgende bepaling : « Het minimumaantal etmalen waarover de monsternemingen tijdens de maand met de hoogste bedrijvigheid in het jaar voorafgaand aan het beschouwde heffingsjaar moeten worden uitgevoerd wordt bepaald op vijf dagen voor de heffingsplichtigen waarvan de laatst vastgestelde heffing meer dan 12.500 EUR bedroeg en op drie dagen in de andere gevallen. »

Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 1 februari 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, V. DUA

^