Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 13 december 2024
gepubliceerd op 17 januari 2025

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van de bepalingen van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs met betrekking tot de verbetering van het schoolklimaat en de preventie van pesten en cyberpesten op school

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2025000208
pub.
17/01/2025
prom.
13/12/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 DECEMBER 2024. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van de bepalingen van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs met betrekking tot de verbetering van het schoolklimaat en de preventie van pesten en cyberpesten op school


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, de artikelen 1.7.10-16, 1.7.10-20 en 1.7.10-22, derde lid ;

Gelet op de « gendertest » van 18 januari 2024 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de representatieve ouderverenigingen van leerlingen op gemeenschapsniveau, gegeven op 20 maart 2024, overeenkomstig artikel 1.6.6-3 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs ;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 27 maart 2024 met het onderhandelingscomité tussen de Regering en Wallonie Bruxelles Enseignement en de federaties van inrichtende machten bedoeld in artikel 1.6.5-6 en volgende van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs;

Gelet op het protocol voor vakbondsonderhandelingen in het onderhandelingscomité van Sector IX, het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten - afdeling II en het onderhandelingscomité voor het statuut van het personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs overeenkomstig de procedure van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel die onder deze overheid ressorteren, gesloten op 26 maart 2024;

Gelet op het advies nr. 77.167/2 van de Raad van State, gegeven op 27 november 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Bepalingen met betrekking tot operatoren

HOOFDSTUK 1. - Nadere regels voor de evaluatie van operatoren en nadere regels voor het intrekken van de erkenning Afdeling 1. - Evaluatie van operatoren


Artikel 1.Uiterlijk op 30 juni van het derde jaar van de goedkeuring dienen de operatoren bij het secretariaat van de Erkennings- en selectiecommissie een verslag in waaruit blijkt dat elk van de opdrachten waarnaar wordt verwezen in artikel 1.7.10-13 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs met succes is uitgevoerd. Dit verslag wordt elektronisch verzonden naar het e-mailadres: secretariat.cas@cfwb.be.

Operatoren sturen ook een afschrift van dit verslag elektronisch naar het e-mailadres observatoire.climatscolaire@cfwb.beter informatie naar het Waarnemingscentrum voor Schoolklimaat.

Het model van verslag wordt bij dit besluit gevoegd. Afdeling 2. - Procedure voor het intrekken van de erkenning van de

operatoren Onderafdeling 1. - Situaties die leiden tot de intrekking van de erkenning van de operatoren

Art. 2.De erkenning van een operator kan worden ingetrokken: 1° indien hij de opdrachten die hem worden toevertrouwd krachtens artikel 1.7.10-13 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs en dit besluit niet naleeft ; 2° indien hij niet langer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 1.7.10-15 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs ; 3° indien hij geen gebruik maakt van de subsidies die hem worden toegekend krachtens artikel 1.7.10-19 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs en dit besluit; 4° indien hij de indiening van het verslag krachtens artikel 1 van dit besluit belemmert;5° indien hij niet voldoet aan de aanbevelingen die in het kader van de procedure bedoeld in artikel 3 worden meegedeeld;6° indien hij het voorwerp uitmaakt van een recidive zoals bedoeld in artikel 5 ;7° in geval van ernstig gebrek waardoor de opdrachten met de betrokken scholen niet kunnen worden voortgezet. Onderafdeling 2. - Nadere regels voor de procedure voor het intrekken van de erkenning van de operatoren

Art. 3.§ 1. Zodra een klacht of een feit dat een gebrek kan vormen, zoals vermeld in artikel 2 van dit besluit, onder haar aandacht wordt gebracht, onderzoekt de Erkennings- en selectiecommissie de zaak en kan zij elke persoon horen die een nuttige bijdrage kan leveren aan haar informatie.

Deze vermeende tekortkoming kan worden vastgesteld op basis van een analyse van het verslag waarnaar wordt verwezen in artikel 1 van dit besluit of op basis van een klacht die elektronisch is ingediend bij de Erkennings- en selectiecommissie via het volgende e-mailadres: secretariat.cas@cfwb.be, door elke persoon die geïnteresseerd is.

Wanneer zij over bewijzen beschikt dat er een tekortkoming was, brengt de Erkennings- en selectiecommissie via haar secretariaat de betrokken operator op de hoogte van de bezwaren. Deze heeft 30 dagen de tijd om het dossier te raadplegen en schriftelijke opmerkingen in te dienen. § 2. Na het verstrijken van de termijn bedoeld in paragraaf 1, derde lid, neemt de Erkennings- en selectiecommissie een beslissing over de uitkomst van de zaak. Als de Erkennings- en selectiecommissie rekening houdend met de verzamelde informatie beslist om de procedure voort te zetten, zal zij de betrokken operator een waarschuwing geven, waarin zij haar aanbevelingen motiveert, zodat hij de vastgestelde tekortkomingen kan verhelpen.

Een afschrift van deze waarschuwing wordt elektronisch verzonden naar het Waarnemingscenrum voor Schoolklimaat op het volgende e-mailadres: observatoire.climatscolaire@cfwb.be § 3. De operator beschikt over een termijn van negen maanden vanaf de datum van kennisgeving van de waarschuwing bedoeld in paragraaf 2 om hieraan te voldoen. Hiervoor kan de operator het Waarnemingscentrum voor Schoolklimaat vragen om tijdens een verkennende vergadering naar oplossingen te zoeken. Op verzoek van de operator kan er ook een vervolgbijeenkomst worden georganiseerd.

In alle gevallen dient de operator uiterlijk bij het verstrijken van de termijn bedoeld in het eerste lid bij de Erkennings- en selectiecommissie een verslag in waarin de maatregelen die zijn genomen om aan de eisen te voldoen, worden toegelicht. § 4. Binnen 30 dagen na ontvangst van het verslag bedoeld in paragraaf 3, tweede lid, analyseert de Erkenings- en selectiecommissie het verslag.

Art. 4.§ 1. Als uit de analyse van het verslag bedoeld in artikel 3, § 4 blijkt dat de operator niet aan de voorwaarden heeft voldaan, start de Erkennings- en selectiecommissie met een procedure om de erkenning in te trekken.

Deze analyse wordt door het secretariaat van de Erkennings- en selectiecommissie aan de betrokken operator meegedeeld. § 2. De betrokken operator heeft na de kennisgeving bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 30 dagen de tijd om het dossier in te zien en schriftelijke opmerkingen te maken.

Na afloop van de termijn bedoeld in het eerste lid beschikt de Erkennings- en selectiecommissie over een termijn van 30 dagen om de Regering een advies uit te brengen over het al dan niet intrekken van de erkenning. § 3. De regering neemt een beslissing binnen 30 dagen na ontvangst van het advies van de Erkennings- en selectiecommissie.

Als de Regering niet binnen de gestelde termijn een beslissing neemt, wordt het advies van de Erkennings- en selectiecommissie geacht de beslissing te zijn.

Het secretariaat van de Erkennings- en selectiecommissie zendt de betrokken operator langs elektronische weg hetzij de beslissing van de Regering bedoeld in het eerste lid, hetzij, in het in het vorige lid bedoelde geval, de beslissing van de Erkennings- en selectiecommissie bedoeld in het tweede lid toe.

Art. 5.Bij nieuwe terkortkominen of bij herhaling van een of meer eerdere tekortkomingen door de operator zal de Erkennings- en selectiecommissie de betrokken operator ervan in kennis stellen dat een procedure tot intrekking van de erkenning is ingeleid.

De betrokken operator beschikt over een termijn van 30 dagen vanaf de datum van de kennisgeving bedoeld in het eerste lid om het dossier te raadplegen en schriftelijke opmerkingen in te dienen.

Na het verstrijken van de termijn bedoeld in het tweede lid heeft de Erkennings- en selectiecommissie 30 dagen de tijd om een advies aan de regering uit te brengen over het al dan niet intrekken van de erkenning.

De regering neemt een beslissing binnen 30 dagen na ontvangst van het advies van de Erkennings- en selectiecommissie.

Als de Regering niet binnen de gestelde termijn een beslissing neemt, wordt het advies van de Erkennings- en selectiecommissie geacht de beslissing te zijn.

Het secretariaat van de Erkennings- en selectiecommissie zendt langs elektronische weg aan de betrokken operator hetzij de beslissing van de Regering bedoeld in het vierde lid, hetzij, in het in het vorige lid bedoelde geval, de beslissing van de Erkennings- en selectiecommissie bedoeld in het vijfde lid.

HOOFDSTUK 2. - Nadere regels en termijnen voor de uitbetaling van de subsidie en nadere regels waarbij de operatoren het gebruik van hun subsidie kunnen verantwoorden Afdeling 1. - Nadere regels en termijnen voor de uitbetaling van de

subsidie

Art. 6.De subsidie is bedoeld om de kosten te dekken die de operatoren moeten maken om de aan hen toegewezen scholen te ondersteunen bij de uitvoering van het kaderprogramma ter verbetering van het schoolklimaat door het voorkomen en bestrijden van pesten en cyberpesten, zoals bedoeld in boek 1, titel 7, hoofdstuk 10, afdeling 3 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs.

Uitgaven met betrekking tot deze kosten moeten specifiek in de boekhouding van de operator worden aangegeven, zodat ze afzonderlijk kunnen worden gecontroleerd.

Art. 7.De subsidie wordt aan elke operator uitbetaald volgens de volgende nadere regels : 1° een eerste schijf van 80% van het toegekende bedrag, vermeld voor elke operator geselecteerd met toepassing van artikel 1.7.10-17 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, zal uitbetaald worden zodra de Regering van de Franse Gemeenschap kennis heeft gegeven van het besluit tot toekenning van een totale subsidie voor de strijd tegen pesterijen en voor de uitvoering van een kaderprogramma in de scholen ; 2° het saldo, d.i. 20% van het bedrag toegekend aan elke operator die geselecteerd is met toepassing van artikel 1.7.10-17 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, wordt uitbetaald na ontvangst van een deugdelijk en onvergolden verklaarde schuldvordering voor het totale toegekende bedrag, zoals vermeld in de lijst in bijlage bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toekenning van een totale subsidie voor de strijd tegen pesterijen en voor de uitvoering van een kaderprogramma in de scholen, die vergezeld moet gaan van alle documenten die vereist zijn krachtens artikel 10 van dit besluit.

Art. 8.Subsidies die aan een erkende operator worden toegekend, zullen worden verlaagd of de uitbetaling ervan zal worden opgeschort totdat hij het bewijs heeft geleverd dat de subsidie in overeenstemming met dit besluit is gebruikt.

Art. 9.Als de erkenning wordt ingetrokken, stellen de diensten van de Regering de betrokken operator binnen 3 maanden na de datum van kennisgeving langs elektronische weg in kennis van het terug te betalen bedrag. Dit bedrag wordt berekend door de diensten van de Regering en stemt overeen met de te veel betaalde subsidie die wordt toegekend in overeenstemming met het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toekenning van een totale subsidie voor de strijd tegen pesterijen en voor de uitvoering van een kaderprogramma in scholen en die wordt vastgesteld in overeenstemming met de nadere regels van artikel 1.7.10-19 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs. Afdeling 2 - Nadere regels voor operatoren om het gebruik van de

subsidie te verantwoorden

Art. 10.Uiterlijk op de datum vastgelegd in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toekenning van de totale subsidie voor de strijd tegen pesterijen en de uitvoering van een kaderprogramma in de scholen, legt de operator de volgende documenten voor: 1° een deugdelijk en onvergolden verklaarde schuldvordering voor het totale toegekende bedrag, zoals vermeld in de lijst in bijlage bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toekenning van een totale subsidie voor de strijd tegen pesterijen en voor de uitvoering van een kaderprogramma in de scholen;2° de gedetailleerde rekening van de ontvangsten en uitgaven die specifiek betrekking hebben op het doel van de subsidie, bedoeld in artikel 6 ;3° bewijsstukken ter staving van alle subsidiabele uitgaven volgens artikel 6.Deze bewijsstukken moeten rechtstreeks verband houden met de uitvoering van het kaderprogramma in scholen die aan de operator worden toevertrouwd en die vermeld staan in de bijlage bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toekenning van een totale subsidie voor de strijd tegen pesterijen en de uitvoering van een kaderprogramma in scholen.

De documenten bedoeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, worden elektronisch verzonden naar de diensten van de Regering op het e-mailadres: harcelement@cfwb.be..

TITEL II. - Bepalingen betreffende de scholen

Art. 11.§ 1. Overeenkomstig artikel 1.7.10-22, eerste lid, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs stellen de diensten van de Regering de nadere regels vast volgens welke de deelnemende scholen hen op de hoogte stellen van de gebruikte lestijden en de personeelsleden die zijn aangewezen om deze periodes te presteren. § 2. Als de diensten van de Regering te horen krijgen dat een deelnemende school de extra lestijd gebruikt voor een ander doel dan bepaald in artikel 1.7.10-22, eerste lid, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, zullen zij de zaak onderzoeken en kunnen zij in dit kader iedereen horen die een nuttige bijdrage kan leveren aan het onderzoek van de zaak. Op verzoek van de diensten van de Regering zal de inrichtende macht hen informatie verstrekken over het gebruik van de extra lestijd.

Wanneer er voldoende bewijs is dat de extra lestijd die is toegekend niet volgens de regels is gebruikt, stellen de diensten van de Regering de betrokken inrichtende macht op de hoogte van hun bezwaren.

Deze heeft 30 dagen de tijd om het onderzoeksdossier te raadplegen en zijn schriftelijke opmerkingen aan de diensten van de Regering voor te leggen.

Na het verstrijken van de termijn bedoeld in het tweede lid zenden de diensten van de Regering het dossier, vergezeld van een advies, door naar de Regering. In voorkomend geval kan de Regering een sanctie opleggen, die bestaat uit het terugbetalen van de wedde die voor de extra lestijd binnen de gestelde termijn is betaald.

De Regering neemt een beslissing binnen 30 dagen nadat het dossier door de diensten van de Regering is doorgestuurd.

Als de Regering niet binnen de gestelde termijn een beslissing neemt, wordt het advies van de diensten van de Regering geacht de beslissing te zijn.

De diensten van de Regering sturen de beslissing van de Regering of, in het geval bedoeld in het vijfde lid, de beslissing die voortvloeit uit het advies van de diensten van de Regering, langs elektronische weg naar de inrichtende macht. § 3. Indien de deelnemende school de bijkomende lestijd tijdens het kaderprogramma opnieuw gebruikt voor een ander doel dan bepaald in artikel 1.7.10-22, eerste lid, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, kan de Regering, met inachtneming van de procedure bepaald in paragraaf 2, de sanctie opleggen waarbij de inrichtende macht verplicht wordt de wedde die overeenstemt met het bedrag van de bijkomende lestijd binnen de vastgestelde termijn terug te betalen, met definitieve intrekking van de bijkomende lestijd.

TITEL III. - Slotbepalingen

Art. 12.Artikel 10 treedt in werking op 1 september 2025.

Art. 13.Met uitzondering van de bepalingen waarvan de inwerkingtreding wordt bepaald door artikel 12, treedt dit besluit in werking op 1 januari 2025.

Art. 14.De Minister van Leerplichtonderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 13 december 2024.

Voor de Regering: De Minister-Presidente, belast met Begroting, Hoger Onderwijs, Cultuur en Internationale en Intra-Franstalige Betrekkingen, E. DEGRYSE De Minister van Onderwijs en Onderwijs voor sociale promotie, V. GLATIGNY


^