2 SEPTEMBER 2015. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de procedure die van toepassing is op de beroepen bedoeld in de artikelen 95 en 102 en op het advies bedoeld in artikel 97 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies, inzonderheid op de artikelen 95, § 1, tweede lid, 97, § 1 en 102, § 1, vijfde lid;

Gelet op het overleg met de representatieve studentenverenigingen op gemeenschapsniveau van 28 mei 2015;

Gelet op het overleg met de meest representatieve inrichtende machten;

Gelet op het advies van de « Académie de Recherche et d'Enseignement supérieur » (Academie voor Onderzoek en Hoger Onderwijs), gegeven op 2 juli 2015 overeenkomstig artikel 21, 1° van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten;

Gelet op het advies nr. 57.855 van de Raad van State, gegeven op 25 augustus 2015 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs, Onderzoek en Media;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 6° decreet : het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies;7° Commissarissen en Afgevaardigden van de Regering : één van de Commissarissen of Afgevaardigden bedoeld in artikel 36 van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen, alsook in artikel 34 bis van het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten) en, tenslotte, in artikel 1 van het decreet van 12 juli 1990 op de controle van de universitaire instellingen;8° werkdag : elke dag van de week met uitzondering van zaterdag, zondag en de wettelijke feestdagen.De werkdagen tussen 24 december en 1 januari, alsook tussen 15 juli en 15 augustus worden niet in aanmerking genomen in de berekeningswijze van de termijnen van dit besluit; 9° de beroepen : de beroepen bedoeld in de artikelen 95, § 1, tweede lid, en 102, § 1, vijfde lid van het decreet;10° advies : het advies bedoeld in artikel 97, § 1, van het decreet. HOOFDSTUK 2. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de artikelen 95 en 102 van het decreet

Art. 2.De beslissingen genomen door de instellingen voor hoger onderwijs bedoeld in de artikelen 95 en 102 vermelden de nadere regels voor de uitoefening van de rechten op beroep.

Art. 3.De beroepen worden door de student ingediend bij de Commissaris of Afgevaardigde van de Regering aangesteld bij de instelling voor hoger onderwijs. Ze worden ingediend ofwel in eigen handen tegen ontvangstbewijs, ofwel per elektronische post, ofwel per aangetekende brief met ontvangstbewijs.

Art. 4.De ingediende beroepen vermelden : 1° op straffe van onontvankelijkheid, de identiteit van de student, zijn woonplaats, zijn telefonische nummers, zijn elektronische adres, en zijn nationaliteit;2° op straffe van onontvankelijkheid, de duidelijke reden van het beroep en de motiveringen van het beroep;3° de wettelijke benaming van de instelling voor hoger onderwijs die aan de basis ligt van de betwiste beslissing;4° de studies waarvoor een aanvraag om toelating of inschrijving werd ingediend;5° op straffe van onontvankelijkheid, het afschrift van de betwiste beslissing, in voorkomend geval.

Art. 5.De student mag, indien door hem nodig geacht, stukken bij zijn beroep voegen en stelt een overzicht op van de bijgevoegde stukken.

Art. 6.De beslissingen van de Commissaris of de Afgevaardigde van de Regering worden ofwel per aangetekende brief met ontvangstbewijs meegedeeld, ofwel per elektronische post aan het adres vermeld door de student in zijn dossier van aanvraag om toelating. Een afschrift van de beslissing wordt ook aan de instelling voor hoger onderwijs meegedeeld. HOOFDSTUK 3. - Procedure die van toepassing op het beroep bedoeld in artikel 95 van het decreet

Art. 7.Op straffe van onontvankelijkheid wordt het beroep bedoeld in artikel 95, § 1, tweede lid, van het decreet ingediend binnen de 15 werkdagen na de eerste werkdag volgend op de bekendmaking van de beslissing volgens dewelke de instelling voor hoger onderwijs verklaart dat de aanvraag om toelating of inschrijving onontvankelijk is.

Art. 8.Voor de studenten die geen beslissing hebben gekregen van de instelling over hun aanvraag om toelating of inschrijving op 31 oktober of op 30 november voor de inschrijvingen voor de studies van de derde cyclus en de studenten bedoeld in artikel 79, § 2, van het decreet, wordt de beslissing van de instelling voor hoger onderwijs als negatief geacht. De student dient zijn beroep in binnen een termijn van 15 werkdagen na de eerste werkdag volgend op 31 oktober of op 30 november voor de inschrijvingen voor de studies van de derde cyclus en de studenten bedoeld in artikel 79, § 2, van het decreet. De student levert het bewijs dat hij een aanvraag bij de instelling voor hoger onderwijs heeft ingediend.

Art. 9.De Commissaris of de Afgevaardigde van de Regering beslist op basis van de stukken, alsook op basis van de eventuele argumenten van de instelling voor hoger onderwijs binnen de 7 werkdagen na de ontvangst van het volledige dossier bezorgd door de instelling voor hoger onderwijs. De instelling wordt ertoe gehouden het volledige dossier en de opmerkingen erover mee te delen binnen een termijn van 7 werkdagen na de aanvraag om informatie ingediend door de Commissaris of de Afgevaardigde van de Regering.

Art. 10.Indien de beslissing van de Commissaris of de Afgevaardigde tot de onontvankelijkheid van het beroep leidt, wordt de beslissing van de instelling voor hoger onderwijs definitief.

Art. 11.Wanneer het beroep ontvankelijk is, ofwel bevestigt de Commissaris of de Afgevaardigde van de Regering de beslissing tot onontvankelijkheid van de aanvraag om toelating of inschrijving, ofwel verklaart hij dat deze beslissing ongeldig is en dat de aanvraag om toelating of inschrijving van de student ontvankelijk is. HOOFDSTUK 4. - Procedure die van toepassing is op het advies bedoeld in artikel 97 van het decreet

Art. 12.Het secretariaat van de Commissie maakt de klacht bij de Commissaris of de Afgevaardigde aanhangig zodra het er kennis van heeft.

Art. 13.De Commissaris of de Afgevaardigde beschikt over 3 werkdagen na de ontvangst van het volledige dossier bezorgd door de instelling voor hoger onderwijs om een beslissing te nemen. De instelling is ertoe gehouden het volledige dossier te bezorgen binnen een termijn van 3 werkdagen na de aanvraag om informatie geformuleerd door de Commissaris of de Afgevaardigde van de Regering.

Art. 14.Het advies wordt per elektronische post of per aangetekende brief aan het secretariaat van de Commissie meegedeeld. HOOFDSTUK 5. - Procedure die van toepassing is op de het beroep bedoeld in artikel 102 van het decreet

Art. 15.Op straffe van onontvankelijkheid wordt het beroep bedoeld in artikel 102, § 1, vijfde lid, van het decreet ingediend binnen de 15 werkdagen na de eerste werkdag volgend op de bekendmaking van de beslissing bedoeld in artikel 102, § 1, tweede lid.

Art. 16.De Commissaris of de Afgevaardigde van de Regering neemt een beslissing op basis van de stukken, alsook op basis van de eventuele argumenten van de instelling voor hoger onderwijs binnen de 7 werkdagen na de ontvangst van het volledige dossier bezorgd door de instelling voor hoger onderwijs. De instelling is ertoe gehouden het volledige dossier en de opmerkingen erover mee te delen en dit binnen een termijn van 7 werkdagen na de aanvraag om informatie geformuleerd door de Commissaris of de Afgevaardigde van de Regering.

Art. 17.Indien de beslissing van de Commissaris of de Afgevaardigde tot de onontvankelijkheid van het beroep leidt, wordt de beslissing van de instelling voor hoger onderwijs definitief. Wanneer het beroep ontvankelijk is, blijft de student ingeschreven. HOOFDSTUK 6. -Slotbepalingen

Art. 18.Dit besluit treedt in werking met ingang van het academiejaar 2015-2016.

Art. 19.De Minister van Hoger Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 2 september 2015.

De Minister-President, Rudy DEMOTTE De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, Onderzoek en Media, Jean-Claude MARCOURT.