gepubliceerd op 01 december 2011
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de procedure en de selectiecriteria voor de projecten voorgelegd in het kader van het decreet van 13 maart 2009 betreffende de overdracht van de herinnering aan misdaden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en verzetsdaden of bewegingen die verzet boden tegen de regimes die deze misdaden hebben veroorzaakt
29 SEPTEMBER 2011. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de procedure en de selectiecriteria voor de projecten voorgelegd in het kader van het decreet van 13 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/03/2009 pub. 03/04/2009 numac 2009029189 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de overdracht van de herinnering aan misdaden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en verzetsdaden of bewegingen die verzet boden tegen de regimes die deze misdaden hebben veroorzaakt sluiten betreffende de overdracht van de herinnering aan misdaden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en verzetsdaden of bewegingen die verzet boden tegen de regimes die deze misdaden hebben veroorzaakt
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het
decreet van 13 maart 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
13/03/2009
pub.
03/04/2009
numac
2009029189
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet betreffende de overdracht van de herinnering aan misdaden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en verzetsdaden of bewegingen die verzet boden tegen de regimes die deze misdaden hebben veroorzaakt
sluiten betreffende de overdracht van de herinnering aan misdaden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en verzetsdaden of bewegingen die verzet boden tegen de regimes die deze misdaden hebben veroorzaakt, inzonderheid op de artikelen 15, § 1, tweede lid, 16, § 1, tweede lid en 17, § 1, tweede lid;
Gelet op het advies nr. 50.083/2/V van de Raad van State, gegeven op 23 augustus 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 juni 2011;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 september 2011;
Gelet op het advies van de Raad voor de overdracht van de herinnering, gegeven op 3 februari 2011;
Op de voordracht van de Minister-President;
Na beraadslaging, Besluit : Definities
Artikel 1.In het kader van dit besluit wordt verstaan onder : - het decreet : het decreet van 13 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/03/2009 pub. 03/04/2009 numac 2009029189 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de overdracht van de herinnering aan misdaden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en verzetsdaden of bewegingen die verzet boden tegen de regimes die deze misdaden hebben veroorzaakt sluiten betreffende de overdracht van de herinnering aan misdaden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en verzetsdaden of bewegingen die verzet boden tegen de regimes die deze misdaden hebben veroorzaakt; - de Raad : de Raad voor overdracht van de herinnering; - DOB : de Cel voor pedagogische coördinatie « Démocratie ou barbarie » binnen het Ministerie van de Franse Gemeenschap.
Doel
Art. 2.Overeenkomstig de artikelen 15, 16 en 17 van het decreet stelt de Regering, na advies van de Raad, de projecten vast waarvoor subsidies worden toegekend.
Dit besluit heeft tot doel de procedure voor de oproep tot projecten en de selectiecriteria vast te stellen.
De Procedure
Art. 3.§ 1. Voor de drie categorieën van oproepen tot projecten respectievelijk bedoeld in de artikelen 15, 16 en 17, van het decreet, wordt dezelfde procedure toegepast. § 2. Elk jaar stelt de Raad de Regering een oproep tot projecten voor elk van de drie categorieën voor. Na hun goedkeuring door de Regering wordt DOB belast met de bekendmaking ervan ten minste op de websites van het Belgisch Staatsblad, de Franse Gemeenschap, DOB en « enseignement.be ». DOB licht ook de schoolinrichtingen hierover in door middel van een omzendbrief van de Secretaris-generaal. § 3. Elke oproep tot projecten omvat een lijst van voorwaarden met inzonderheid de nadere regels voor de kandidaturen, de elementen waaruit het dossier van de kandidaturen bestaat, alsook de nadere regels voor de toekenning van subsidies. DOB stelt een standaarddocument van de kandidaatstelling op dat toegankelijk is op de website van DOB. Het ontwerp van lijst van voorwaarden wordt door DOB opgesteld en wordt daarna aan de Raad om advies en aan de Regering ter goedkeuring voorgelegd. § 4. De kandidaten dienen een dossier van kandidatuur aan DOB in, die de ontvankelijkheid ervan nakijkt zonder vooruit te lopen op de grond.
Een dossier wordt ontvankelijk : a) Als het voorgelegd wordt door een rechtspersoon zonder winstoogmerk, waarvan de zetel op het grondgebied van de Franse Gemeenschap gevestigd is;b) Als het voorgelegd wordt binnen de termijnen bepaald in de oproep tot kandidaatstellingen;c) Als het standaarddocument volledig vervuld wordt. § 5. De ontvankelijke dossiers worden ten gronde behandeld door DOB, die hun overeenstemming analyseert met de criteria bepaald in artikel 4 van dit besluit. § 6. DOB kan, op eigen initiatief of op aanvraag van de kandidaten, indien zij het nodig acht, de kandidaten een bezoek brengen om het dossier beter te begrijpen. § 7. De leden van de Raad beslissen en beraadslagen op basis van de dossiers ingediend door de kandidaten en van de informatie geleverd door DOB. § 8. De Voorzitter stelt elk project voor. De leden van de Raad onderzoeken de projecten en geven hun mening daarover. De projecten worden in drie categorieën gerangschikt en krijgen een notatie in de vorm A-B of C. a) Categorie A : aanvaard project - globaal beschouwd als uitstekend en in overeenstemming met de criteria vastgesteld in de decreten en verordeningen;b) Categorie B : ontvankelijk project maar ter discussie voorgelegd - inzonderheid beschouwd als niet geslaagd, met onduidelijkheden en verwarringen, niet in totale overeenstemming met de criteria vastgesteld in de decreten en verordeningen maar vertoont een interessante benadering.c) Categorie C : niet in aanmerking genomen project - beschouwd als niet in overeenstemming met de criteria vastgesteld in de decreten en verordeningen, bevat verwarringen, onduidelijkheden en onaanvaardbare fouten.Geen toegekende subsidie. § 9. De Raad kan, indien hij het nodig acht, de kandidaten horen. De Raad kan derden uitnodigen om hem in zijn werkzaamheden en bedenkingen te raden. § 10. De Raad brengt de Regering een met redenen omkleed advies uit over elke kandidaatstelling, alsook een voorstel van het bedrag van de subsidie voor de in aanmerking genomen projecten. In zijn advies zorgt de Raad voor zover mogelijk ervoor dat het geheel van de geselecteerde projecten de verschillende thema's behandelt en zich tot verscheidene doelgroepen richt. § 11. Overeenkomstig het met redenen omkleed advies van de Raad en op zijn voorstel van subsidie stelt de Regering de geselecteerde projecten vast, alsook het bedrag van de subsidie die hem wordt toegekend. Indien de Regering van het advies of van het voorstel van de Raad afwijkt, moet hij dit speciaal motiveren. § 12. DOB verwittigt de niet in aanmerking genomen kandidaten schriftelijk.
Criteria
Art. 4.§ 1. De Raad onderzoekt de antwoorden en de informatie geleverd in het standaarddocument bedoeld in artikel 3, § 3. Voor de projecten die beantwoorden aan de oproepen tot projecten gelanceerd op basis van artikel 15 van het decreet en die ten doel hebben de getuigenissen te verzamelen, te herwaarderen, te beheren of te bewaren, baseert de Raad zijn advies op de volgende criteria : a) de kwaliteit ofwel van een pedagogische doelstelling ten opzichte van de opvoedingsactoren en/of van de jongeren, ofwel van een informatie- en sensibilisatiedoel voor de doelgroep;b) de hoedanigheid van personen die gespecialiseerd zijn in het behandelde onderwerp en die verzocht worden om samen te werken en/of de hoedanigheid van andere rechtspersonen en instellingen die partner zijn;c) de relevantie van de historische context;d) wanneer het project voorgelegd wordt door een schoolinrichting, moet het goedgekeurd worden door een inrichtingshoofd van de school; de Raad evalueert de benadering van het leerproces met bekwaamheden zoals bepaald in de basisreferentiesystemen, alsook het multidisciplinaire en, op ideale wijze, interdisciplinaire doel van het project; e) wanneer het project voorgelegd wordt door een rechtspersoon zonder winstoogmerk evalueert de Raad in welke mate het deel uitmaakt van de actielijnen van die rechtspersoon.f) de verscheidenheid en de omvang van de doelgroep;g) de relevantie van het tijdschema en de stappen voor de ontwikkeling van het project;h) het innoverend karakter van het project;i) de aard en de kwaliteit van de producties en dragers die gebruikt worden in het kader van de uitvoering van het project;j) de verscheidenheid en de kwaliteit van de overwogen verspreidingskanalen;k) de relevantie van de objectieve evaluatiecriteria en de verwachte effecten van het project;l) de overwogen gevolgen en de verwachte vermenigvuldigingseffecten van het project; § 2. De Raad onderzoekt de antwoorden en de informatie geleverd in het standaarddocument bedoeld in artikel 3, § 3. Voor de projecten die beantwoorden aan de oproepen tot projecten gelanceerd op basis van artikel 16 van het decreet en die ten doel hebben de bezoeken aan de plaatsen van herinnering, baseert de Raad zijn advies op de volgende criteria : a) de kwaliteit ofwel van een pedagogische doelstelling ten opzichte van de opvoedingsactoren en/of van de jongeren, ofwel van een informatie- en sensibilisatiedoel voor de doelgroep;b) de hoedanigheid van personen die gespecialiseerd zijn in het behandelde onderwerp en die verzocht worden om samen te werken en/of de hoedanigheid van andere rechtspersonen en instellingen die partner zijn;c) de relevantie van de historische context voorafgaandelijk aan het bezoek;d) wanneer het project voorgelegd wordt door een schoolinrichting, moet het bovendien goedgekeurd worden door het inrichtingshoofd;de Raad evalueert de benadering van het leerproces met bekwaamheden zoals bepaald in de basisreferentiesystemen, alsook het multidisciplinaire en, op ideale wijze, interdisciplinaire doel van het project; e) wanneer het project voorgelegd wordt door een rechtspersoon zonder winstoogmerk evalueert de Raad in welke mate het deel uitmaakt van de actielijnen van die rechtspersoon.f) de relevantie van de redenen van de keuze van de bezochte plaats(en);g) de relevantie van het tijdschema en de stappen voor de ontwikkeling van het project;h) de aard en de kwaliteit van de dragers en documenten die bestemd zijn om gebruikt te worden en/of bezorgd te worden aan de deelnemers in het kader van het project;i) de verscheidenheid en de omvang van de doelgroep(en);j) de relevantie van de objectieve evaluatiecriteria en de verwachte effecten van het project;k) de overwogen gevolgen en de meervoudige effecten van het project; § 3. De Raad onderzoekt de antwoorden en de informatie geleverd in het standaarddocument bedoeld in artikel 3, § 3. Voor de projecten die beantwoorden aan de oproepen tot projecten gelanceerd op basis van artikel 16 van het decreet en die ten doel hebben de organisatie van seminaries voor leerkrachten, baseert de Raad zijn advies op de volgende criteria : a) de kwaliteit van de voorbereiding voorafgaandelijk aan het seminarie, de interactieve bedenking tijdens het seminarie en de beheersing na de seminarie;b) de kwaliteit van het opleidingsdoel voor leerkrachten in initiale en voortgezette opleiding;c) de hoedanigheid van de personen gespecialiseerd in het behandelde onderwerp die verzocht worden samen te werken en/of de hoedanigheid van andere rechtspersonen en instellingen die partner zijn;d) wanneer het project voorgelegd wordt door een schoolinrichting, moet het bovendien goedgekeurd worden door het inrichtingshoofd;de Raad evalueert de benadering van het leerproces met bekwaamheden zoals bepaald in de basisreferentiesystemen, alsook het multidisciplinaire en, op ideale wijze, interdisciplinaire doel van het project; e) wanneer het project voorgelegd wordt door een rechtspersoon zonder winstoogmerk evalueert de Raad in welke mate het deel uitmaakt van de actielijnen van die rechtspersoon.f) de relevantie van de keuze van het thema voor het voorgestelde seminarie en het innoverend karakter van het project;g) de relevantie en de kwaliteit van het programma en van de inhoud van het seminarie;h) de relevantie van het tijdsschema en de stappen voor de ontwikkeling van het project;i) de aard en de kwaliteit van de dragers en documenten die bestemd zijn om gebruikt te worden en/of bezorgd te worden aan de deelnemers in het kader van het project;j) de verscheidenheid en de omvang van de doelgroep(en);k) de relevantie van de objectieve evaluatiecriteria en de verwachte effecten van het project;l) de overwogen gevolgen en de vermenigvuldigingseffecten van het project; § 4. De Raad onderzoekt de antwoorden en de informatie geleverd in het standaarddocument bedoeld in artikel 3, § 3. Voor de projecten die beantwoorden aan de oproepen tot projecten gelanceerd op basis van artikel 17 van het decreet baseert de Raad zijn advies op de volgende criteria : a) de omvang en de verscheidenheid van de doelgroepen;b) de pedagogische doelstelling van de activiteit;dit punt moet bijzonder gemotiveerd worden; c) de kwaliteit ofwel van de pedagogische doelstelling ten opzichte van de opvoedingsacteurs, ofwel de informatie- en sensibilisatiedoelstelling voor het publiek;dit punt moet bijzonder gemotiveerd worden; d) de hoedanigheid van de personen gespecialiseerd in het behandelde onderwerp die verzocht worden om samen te werken en/of de hoedanigheid van de andere rechtspersonen en instellingen die partner zijn;e) de relevantie van de historische context;f) wanneer het project voorgelegd wordt door een schoolinrichting, moet het bovendien goedgekeurd worden door het inrichtingshoofd;de Raad evalueert de benadering van het leerproces met bekwaamheden zoals bepaald in de basisreferentiesystemen, alsook het multidisciplinaire en, op ideale wijze, interdisciplinaire doel van het project; g) wanneer het project voorgelegd wordt door een rechtspersoon zonder winstoogmerk evalueert de Raad in welke mate het deel uitmaakt van de actielijnen van die rechtspersoon;h) de relevantie van de redenen van de keuze van het besproken thema en de in aanmerking genomen vorm;i) de relevantie van het tijdsschema en de stappen van de ontwikkeling van het project;j) het innoverend karakter van het project;k) de kwaliteit en de aard van de dragers en documenten bestemd om gebruikt te worden en/of bezorgd te worden aan de deelnemers in het kader van het project;l) de omvang en de verscheidenheid van de doelgroep(en);m) de relevantie van de objectieve evaluatiecriteria en de verwachte effecten van het project;n) de overwogen gevolgen en de vermenigvuldigingseffecten van het project.
Art. 5.De Minister-President en de Minister van Leerplichtonderwijs worden belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 september 2011.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET