gepubliceerd op 08 mei 2009
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende organisatie van de proeven die de opleidingssessies bekrachtigen zoals bedoeld in artikel 50, § 1 van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs
19 MAART 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende organisatie van de proeven die de opleidingssessies bekrachtigen zoals bedoeld in artikel 50, § 1 van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs, inzonderheid op artikel 53, eerste lid;
Gelet op het voorstel van de Vaste Inspectiecommissie;
Gelet op de Onderhandelingsprotocollen van 9 februari 2009 van het Onderhandelingscomité van Sector IX, van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten - Afdeling II en van het Onderhandelingscomité voor de statuten van de personeelsleden van het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op het Overlegprotocol van 4 februari 2009 van het Overlegcomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het onderwijs en van de door de Regering erkende gesubsidieerde PMS-centra;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de bepalingen van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs, op 1 september 2007 in werking zijn getreden;
Dat artikel 52 van dit decreet bepaalt dat de Regering ten minste om de twee jaar opleidingen moet organiseren die leiden tot de uitreiking van brevetten van inspecteur;
Overwegende dat de concrete organisatie van de drie opleidingssessies binnen de aldus gestelde termijn de invoering met zich meebrengt van talrijke voorbereidende maatregelen, alsook van de aanneming van diverse uitvoeringsbesluiten;
Dat het bovenvermelde decreet van 8 maart 2007 inzonderheid in artikel 53, eerste lid bepaalt dat de Regering, op voorstel van de Vaste Inspectiecommissie, proeven moet organiseren die elke opleidingssessie bekrachtigen;
Gelet op het voorstel van de bovenvermelde Vaste Commissie;
Overwegende dat de opleidingssessies binnenkort georganiseerd moeten worden;
Dat in het kader van de verstrekte opleidingen de opleiders op de hoogte moeten worden gebracht van de nadere regels volgens dewelke de proeven zullen georganiseerd worden;
Overwegende dat de uitvoeringsbepalingen bedoeld in artikel 53, eerste lid, van het bovenvermelde decreet van 8 maart 2007 zo vlug mogelijk aangenomen moeten worden met het oog op de werkelijke organisatie van het geheel van het systeem dat leidt tot het uitreiken van brevetten van inspecteur binnen de termijn gesteld door ditzelfde decreet en dit, om zowel de geest als de letter van het decreet na te leven;
Dat de Algemene Inspectiedienst immers thans samengesteld is uit een honderdtal personeelsleden die hun inspectieopdrachten voorlopig uitoefenen in afwachting van het uitreiken van de eerste brevetten;
Dat deze personeelsleden thans hun ambt uitoefenen overeenkomstig een overgangssysteem dat, alhoewel het verantwoord wordt door de noodzakelijkheid om voor de continuïteit van de uitoefening van de inspectieopdrachten te zorgen in afwachting van het uitreiken van de eerste brevetten, zo vlug mogelijk vervangen moet worden door een organiek systeem volgens hetwelk de inspectieopdrachten door gebrevetteerde inspecteurs uitgeoefend moeten worden;
Dat dit organieke systeem, door de voorwaarden gesteld inzake de toegang tot een ambt van inspecteur, in hoofde van de kandidaten een gepaste initiële opleiding wil waarborgen in verband met het belang van de taken die uitgevoerd moeten worden en na dewelke een brevet wordt uitgereikt;
Dat het uitreiken van brevetten van inspecteur in feite een waarborg zal zijn dat de inspectieopdrachten uitgeoefend worden door personeelsleden die alle vereiste kwaliteiten vertonen en de betrokken personeelsleden de stabilisatie zal verschaffen die noodzakelijk is voor de uitoefening van hun ambten in de optimale voorwaarden;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 25 februari 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Leerplichtonderwijs en de Minister van Ambtenarenzaken;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 maart 2009, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - « decreet van 8 maart 2007 » : het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs; - « besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 mei 2008 », het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 mei 2008 houdende organisatie van de opleidingen van verscheidene sessies betreffende de bevorderingsambten bedoeld in artikel 28, 1°, van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs.
Art. 2.Elke proef die opleidingssessies bekrachtigt voor de ambten van inspecteur bedoeld in artikel 28, 1° van het decreet van 8 maart 2007, wordt georganiseerd als volgt : 1° alle kandidaten die de opleiding gevolgd hebben, krijgen een attest voor gevolgde cursussen.Enkel de kandidaten die een attest geven waarin bewezen wordt dat ze werkelijk ten minste 75 % van de duur van de opleiding hebben gevolgd, worden tot de proef toegelaten; 2° de kandidaten moeten minstens 60 % behalen voor elke proef. Voor elke proef bedoeld in de artikelen 3 tot 5 werken de verschillende examencommissies een gemeenschappelijk evaluatiesysteem uit.
Art. 3.§ 1. De proef die de eerste opleidingssessie bekrachtigt voor de ambten van inspecteur bedoeld in artikel 28, 1° van het decreet van 8 maart 2007 bestaat uit : 1° twee schriftelijke proeven : (a) Een competentiebalans met de sterke en zwakke punten van de kandidaat ten opzichte van zijn vaardigheden en relationele bekwaamheden, en door de kandidaat thuis opgesteld.Het document zal twee getypte bladzijden omvatten (lettertype 12, enkele interlinie); (b) Een onderzoek naar gevallen, gedifferentieerd volgens het (de) betrokken ambt(en).Uigevoerd ter plaatse duurt deze proef ten hoogste drie uur. 2° een voorstelling en een mondelinge verdediging van ten hoogste 30 minuten die voornamelijk betrekking zal hebben op de casestudy bedoeld in punt 1°, (b). § 2. De kandidaat wordt geëvalueerd op basis van de volgende criteria : 1° de in aanmerkingneming in elke proef (schriftelijke en mondelinge) van de omvang van de vaardigheden die verworven moeten worden zoals vermeld in bijlage 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 mei 2008, met name : - communicatie, inzonderheid luistervaardigheid, begeleiding en bepaling van de beperkingen van deze; - regels inzake deontologie, ethiek en beroepsgeheim; - in aanmerkingneming van de rol van zelfvertrouwen in het kader van het beroepsleven; - voorkomen en beheer van conflicten; - analyse van een toestand op grond van het systeem; - toekomstgerichte visie. 2° coherentie tussen de competentiebalans en de bekwaamheden en vaardigheden die verworven moeten worden zoals vermeld in bijlage 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 mei 2008;3° gegrondheid van de acties voorgesteld in het onderzoek naar gevallen, inzonderheid : - de in aanmerkingneming van de context, het concreet aspect van de voorgestelde acties en hun haalbaarheid; - hun wetenschappelijke gronden; - hun overeenstemming met de geldende wetgeving. 4° coherentie tussen de woorden en oplossingen voorgesteld in het onderzoek naar gevallen en de competentiebalans voorgesteld door de kandidaat;5° uitdrukking (schriftelijke en mondelinge communicatievaardigheid);6° beheersing van de functionele schriftelijke vaardigheid.
Art. 4.§ 1. De proef die de tweede opleidingssessie bekrachtigt voor de ambten bedoeld in artikel 28, 1°, van het decreet van 8 maart 2007 bestaat in het opstellen van een inspectieverslag, op basis van het model van verslag bedoeld in § 2 van de artikelen 6 tot 10 van het decreet van 8 maart 2007, overhandigd en gebruikt tijdens de opleiding.
Dit verslag zal uitgewerkt worden op grond van verschillende documenten en informatiebronnen. (1) De waargenomen sequentie en de overhandigde documenten zullen in verband staan met het vak van de kandidaat-inspecteur of met de aanverwante vakken.
Het verslag zal voorstellen bevatten, inzonderheid wat betreft de evaluatie (voorstellen om de vaardigheden die aan bod komen in de sequentie te evalueren) en de voortgezette opleiding.
Voor deze openboek-proef mag de kandidaat over zijn eigen documentatie beschikken.
Deze proef ter plaatse duurt ten hoogste 5 uur, met inbegrip van de waarnemingssituatie. § 2. De kandidaat wordt geëvalueerd op basis van de volgende criteria : 1° invoering van elke betrokken competentie, zoals vermeld in bijlage 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 mei 2008;2° analyse- en synthesevaardigheid;3° in aanmerkingneming en samenhang van de elementen verstrekt door de verschillende documenten;4° gegrondheid van de geformuleerde voorstellen : - de in aanmerkingneming van de context, het concrete aspect van de geformuleerde voorstellen en hun haalbaarheid; - hun wetenschappelijke gronden; - hun overeenstemming met de geldende wetgeving. 5° gegrondheid en overeenstemming van het nemen van een beslissing als conclusie van het verslag;6° uitdrukking (schriftelijke communicatievaardigheid);7° beheersing van de functionele schriftelijke vaardigheid.
Art. 5.§ 1. De proef die de derde opleidingssessie bekrachtigt voor de bevorderingsambten bedoeld in artikel 28, 1°, van het decreet van 8 maart 2007 bestaat uit een meerkeuzevragenlijst (QCM), opgesteld inzonderheid op basis van onderzoeken naar gevallen.
Met deze vragenlijst zal de kandidaat het juiste antwoord moeten vinden aan het gestelde probleem en het gekozen antwoord verantwoorden met een verwijzing naar de wets-, decreet- en/of verordeningsbepalingen.
De meerkeuzen zullen vier voorstellen omvatten. De meerkeuzevragenlijst zal tien vragen omvatten waaronder ten minste drie betrekking hebben op de gemeenschappelijke wettelijke teksten bedoeld in punt 3.1 van bijlage 3 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 mei 2008.
Voor deze openboek-proef mag de kandidaat over zijn eigen documentatie beschikken (b.v. Cdrom, documenten ontvangen tijdens de opleiding en eventueel van aantekeningen voorzien, enz.).
De proef gebeurt op een computer; de kandidaat zal de mogelijkheid krijgen om over een toegang tot internet te beschikken.
Deze proef ter plaatse duurt ten hoogste 2 uur. § 2. De kandidaat wordt geëvalueerd op basis van de juistheid van het antwoord met inbegrip van de verantwoording.
Art. 6.Artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 mei 2008 houdende organisatie van de opleidingen van verscheidene sessies betreffende de bevorderingsambten bedoeld in artikel 28, 1°, van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs, wordt aangevuld als volgt : « Tijdens de opleiding zal een zelfevaluatiesysteem uitgewerkt worden met de deelnemers als instrument zodat elke kandidaat zijn competentiebalans zal kunnen opstellen. »
Art. 7.De Minister van Leerplichtonderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 8.Artikel 2, eerste lid, 1°, heeft uitwerking met ingang van 18 november 2008.
Brussel, 19 maart 2009.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Ambtenarenzaken, M. DAERDEN De Minister van Leerplichtonderwijs, Ch. DUPONT _______ Nota (1) De documenten zullen aangepast worden om de specificiteit van de vaardigheden in aanmerking te nemen zoals vermeld in bijlage 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 mei 2008, en bijgevolg de bijzonderheid van de opgestelde verslagen. Kunnen dus bij voorbeeld voorgesteld worden : de indicatoren betreffende de « geïnspecteerde » instelling, de fragmenten van lessen of pedagogische sequentie (gefilmd of gezien op het terrein), de evaluaties (interne of externe), documenten van leerlingen (b.v. Copie van een schriftboek), documenten van de waargenomen leerkracht, zijn opleidingstraject, een project van een PMS-centrum, het waarnemen van gesprekken met personen van elk vak van een PMS-centrum, instrumenten gebruikt door het centrum, de raadpleging van documenten geproduceerd door het centrum, partnerschappen ontwikkeld door het centrum,... De specificiteit van het opvoedend hulppersoneel zal ook in aanmerking worden genomen.