20 JUNI 2008. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 januari 2002 houdende algemene regeling en tot vaststelling van de modaliteiten van subsidiëring van de gespecialiseerde opvangdiensten voor het jonge kind, erkend door de « Office de la Naissance et de l'Enfance »

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, inzonderheid op de artikelen 4 en 43, tweede lid;

Gelet op het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. », inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 januari 2002 houdende algemene regeling en tot vaststelling van de modaliteiten van subsidiëring van de gespecialiseerde opvangdiensten voor het jonge kind, erkend door de « Office de la Naissance et de l'Enfance »;

Gelet op het advies van het Begeleidingscomité, gegeven op 13 september 2007;

Gelet op het advies van de Raad van bestuur van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », gegeven op 28 november 2007;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 maart 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 21 maart 2008;

Gelet op het advies nr. 44.383/4 van de Raad van State, gegeven op 8 mei 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Kinderwelzijn en Hulpverlening aan de Jeugd;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 juni 2008, Besluit :

Artikel 1.Artikel 2, § 1, 1°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 januari 2002 houdende algemene regeling en tot vaststelling van de modaliteiten van subsidiëring van de gespecialiseerde opvangdiensten voor het jonge kind, erkend door de « Office de la Naissance et de l'Enfance », wordt vervangen als volgt : « 1° de opname van een kind, zowel in verblijf als naverblijf, mag verlengd worden op basis van : a) een aanvraag behoorlijk gemotiveerd en ingediend volgens de procedure bedoeld in § 2 als het om een privé-opname gaat;b) een beslissing van de opdrachtgevende overheid als het om een opname door een dienst van de Hulpverlening aan de Jeugd gaat.».

Art. 2.Artikel 2, § 3, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden « van 31 mei 1999 betreffende de kwaliteitscode » vervangen door de woorden « van 17 december 2003 tot vaststelling van de kwaliteitsopvangcode ».

Art. 4.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1°. 5° wordt aangevuld als volgt : « De terugbetaling van de medische kosten door de Algemene Directie Hulpverlening aan de jeugd voor kinderen die toevertrouwd worden door een instantie van de Hulpverlening aan de Jeugd, gebeurt overeenkomstig de procedures van het besluit van 15 maart 1999 tot bepaling van het veranderlijk gedeelte van de toelagen voor de kosten voor tenlasteneming van jongeren. »;

In 6° : a) in het eerste lid worden de woorden « minimaal 10 % en » geschrapt;b) in het tweede lid worden de woorden « deze twee normen » vervangen door de woorden « deze norm »;c) in het derde lid worden de woorden « de percentages van opname bedoeld » vervangen door de woorden « het percentage van opname bedoeld ».

Art. 5.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt een punt 7° toegevoegd, luidend als volgt : « 7° Onder voorbehoud van de beschikbare begrotingskredieten kan de « Office de la Naissance et de l'Enfance », tijdens het eerste kwartaal van het begrotingsjaar, aan elke dienst een thesaurievoorschot toekennen dat in mindering komt van de envelop bedoeld in 1° voor het lopende begrotingsjaar.

Dit thesaurievoorschot stemt overeen met het driemaandelijkse bedrag van de voorschotten op subsidies bedoeld in 4° en wordt ingevorderd bij de eerste storting van de bovenvermelde maandelijkse voorschotten voor het betrokken begrotingsjaar. ».

Art. 6.In artikel 15, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « overeenkomstig het besluit van 29 maart 1993 van de Executieve van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de bijdrage van de ouders of van derden in de verblijfkosten van de kinderen in de crèches, peutertuinen, gemeentelijke huizen voor opvang van kinderen en in door de « Office de la Naissance et de l'Enfance » gesubsidieerde diensten voor begeleide onthaalvaders en onthaalmoeders » vervangen door de woorden « overeenkomstig de bepalingen van Boek IV van het besluit van 27 februari 2003 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen. ».

Art. 7.Na artikel 19 van hetzelfde besluit wordt een artikel 19/1 ingevoegd, luidend als volgt : « Voor het begrotingsjaar 2008 worden de artikelen 7, 7°, 9, 6° en 10 van het besluit van de 17 januari 2002 houdende algemene regeling en tot vaststelling van de modaliteiten van subsidiëring van de gespecialiseerde opvangdiensten voor het jonge kind, erkend door de « Office de la Naissance et de l'Enfance », niet toegepast.

Voor het jaar 2008, op het einde van het begrotingsjaar, voor zover de werkelijke uitgaven het verantwoorden, worden de enveloppen bedoeld in de artikelen 7, 3°, en 9, 3° van het besluit van 17 januari 2002 houdende algemene regeling en tot vaststelling van de modaliteiten van subsidiëring van de gespecialiseerde opvangdiensten voor het jonge kind, erkend door de « Office de la Naissance et de l'Enfance », volledig toegekend aan de dienst voor zover deze dienst een gecumuleerde opname verantwoordt tussen de dagen die tot een instantie voor Hulpverlening aan de Jeugd behoren en deze van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », die gelijk is aan of hoger is dan 80 % van het totaal aantal opnamedagen toegekend aan de dienst.

Ingeval de voorwaarde van 80 % niet vervuld wordt, maken de jaarlijkse enveloppen bedoeld in de artikelen 7, 3°, en 9, 3°, het voorwerp van een vermindering uit, berekend op basis van het percentage dat het verschil tussen 80 % uitmaakt en het percentage van de activiteit die globaal uitgevoerd wordt. Wanneer blijkt dat niet-verschuldigde subsidies uitbetaald werden, kunnen deze bedragen afgetrokken worden van de voorschotten of saldi waarop de dienst recht heeft. ».

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2008.

Art. 9.De Minister van Kinderwelzijn en Hulpverlening aan de Jeugd wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 juni 2008.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK