gepubliceerd op 13 maart 2008
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van de vaste inspectiecommissie
18 JANUARI 2008. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van de vaste inspectiecommissie
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs, inzonderheid op artikel 51, § 2 en § 3, achtste lid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 oktober 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 16 november 2007;
Gelet op het protocol van 4 december 2007 van het Onderhandelingscomité van Sector IX;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 3 januari 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister-Presidente, belast met de statuten van het personeel van het leerplichtonderwijs en van de Minister van Ambtenarenzaken;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 januari 2008;
Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet : het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs;2° de Minister : de Minister belast met het statuut van het personeel bedoeld in artikel 1 van het decreet;3° het Algemeen Bestuur : het Algemeen Bestuur onderwijspersoneel;4° de vaste commissie : de vaste inspectiecommissie, opgericht in artikel 51 van het decreet.
Art. 2.De vaste commissie wordt door haar voorzitter bijeengeroepen, ofwel op eigen initiatief, ofwel op aanvraag van de Minister, ofwel op aanvraag van ten minste één derde van haar leden.
De oproepingsbrieven worden ten minste vijf werkdagen vóór de datum van de vergadering naar de leden verzonden, met dien verstaande dat de zaterdag niet als werkdag wordt beschouwd. In de oproepingsbrieven wordt de agenda vermeld.
Art. 3.Bij afwezigheid van de voorzitter wordt de vaste commissie voorgezeten door één van de ambtenaren-generaal bedoeld in artikel 51, § 3, eerste lid, 1° van het decreet; voorrang wordt verleend aan de ambtenaar met de hoogste graad en, bij gelijke graad, aan de oudste ambtenaar.
Art. 4.De vaste commissie kan slechts beraadslagen en beslissen over de punten die op de agenda staan.
Ze beslist en beraadslaagt geldig ongeacht het aantal aanwezige leden.
Art. 5.De vaste commissie kan deskundigen verzoeken om deel te nemen aan de vergaderingen.
Art. 6.De notulen van de vergaderingen vermelden de uitgebrachte adviezen en de aangenomen voorstellen. Elk lid kan een minderheidsopinie laten optekenen.
De notulen kunnen ook synthetisch de standpunten opnemen over de onderwerpen die besproken werden waarvoor geen advies of geen voorstel worden geformuleerd.
Art. 7.De voorzitter stuurt de Minister de voorstellen bedoeld in de artikelen 52 en 53 van het decreet binnen de drie werkdagen volgend op hun aanneming door de vaste commissie.
Art. 8.De vaste commissie stuurt elk jaar, tegen 31 augustus, een activiteitenverslag aan de Minister. Zij formuleert ook elke suggestie die onder haar bevoegdheid ressorteert.
Art. 9.De vaste commissie wordt bij het Algemeen bestuur gevestigd.
Art. 10.De werkingskosten van de vaste commissie vallen ten laste van de begroting van het Algemeen Bestuur.
Art. 11.Behalve als een gunstigere bepaling op hen van toepassing is, krijgen de leden van de vaste commissie en de deskundigen de terugbetaling van hun vervoer- en verblijfkosten onder dezelfde voorwaarden als de ambtenaren van rang 15 van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
Art. 12.De Minister bevoegd voor de statuten van het personeel van het leerplichtonderwijs, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 13.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Brussel, 18 januari 2008.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs, Mevr. M. ARENA De Minister van Ambtenarenzaken, M. DAERDEN