2 JUNI 2006. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toekenning van subsidies voor onderzoek inzake onderwijs voor het begrotingsjaar 2006

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 17 juli 1991;

Gelet op het decreet van 16 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 april 1968 tot inrichting en coördinatie van de controles op de toekenning en op de aanwending van de toelagen;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 december 1995 betreffende de administratieve en begrotingscontrole;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 april 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van 2 juni 2006 van de Minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juni 2006, Besluit :

Artikel 1.Er wordt een subsidie van 74.000 euro toegekend aan de "Université de Liège" (promotor : D. Lafontaine, Service de pédagogie expérimentale, boulevard du Rectorat 5, (bât.B32) 4000 Luik, rekeningnummer : 091-0015718-33 ten bate van de rekening 1320).

Art. 2.Deze subsidie wordt bestemd voor het dekken, als toegelaten uitgaven, van kosten betreffende een studie rond : "Etude longitudinale d'un échantillon d'enfants de la région wallonne, de la naissance à l'âge adulte (phase 19)" tijdens de periode van 1 juli 2006 tot 30 juni 2007.

Art. 3.De universiteit kan de studie bedoeld in dit besluit noch afstaan noch uitbesteden. De Franse Gemeenschap wordt expliciet vrijgesteld van de verplichting om elke uitgaven voortvloeiend uit een afstaan of een uitbesteding terug te betalen.

Art. 4.Het onderzoek zal uitgevoerd worden in nauwe samenwerking met het algemeen bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Algemene sturingsdienst voor het Onderwijssysteem, hierna het Bestuur.

Een begeleidingscomité zal opgericht worden teneinde de werkzaamheden op te volgen die geleid worden in het kader van de studie, het tussenverslag en het eindeverslag te onderzoeken en goed te keuren.

Het Begeleidingscomité bestaat uit : - de Adjunct-directeur-generaal van de algemene sturingsdienst voor het Onderwijssysteem, of diens afgevaardigde, die het voorzit; - minstens één vertegenwoordiger van de algemene sturingsdienst voor het Onderwijssysteem; - één vertegenwoordiger van de bevoegde Minister(s); - de inspecteur(s)-generaal of zijn(hun) vertegenwoordiger(s); - een vertegenwoordiger van ieder orgaan dat de inrichtende machten vertegenwoordigt betrokken bij het onderzoek.

Ingeval een stemming nodig blijkt, zijn slechts de voornoemde leden stemgerechtigd.

De verantwoordelijke voor het onderzoek, al dan niet vergezeld van leden uit zijn team, woont de vergaderingen van het begeleidingscomité bij.

Daarenboven kan, desnoods, het bestuur een beroep doen op verschillende interne of externe deskundigen.

Art. 5.Deze subsidie wordt aangerekend op de organisatie-afdeling 40, programma 4, activiteit 1.02, basisallocatie 33.09.41 van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006.

Art. 6.De subsidie wordt geordonnanceerd en uitbetaald volgens de volgende nadere regels : Een eerste bedrag van 24.666 euro zal worden geordonnanceerd en uitbetaald bij de bekendmaking van de subsidie na de boekhoudkundige vastlegging van de controleur der vastleggingen, mits vertoning van een verklaring tot schuldvordering door de Universiteit.

Een tweede bedrag van 24.667 euro zal worden geordonnanceerd en uitbetaald na gunstig advies van het Begeleidingscomité belast met het onderzoek van het tussentijdse verslag bedoeld bij artikel 7, eerste lid, van dit besluit en op vertoning van een verklaring tot schuldvordering door de Universiteit.

Het saldo zal worden geordonnanceerd en uitbetaald : - na gunstig advies van het Begeleidingscomité, op basis van het eindverslag van het onderzoek, bedoeld bij artikel 7, derde lid, van dit besluit; - na indiening van het syntheseartikel bedoeld bij artikel 7, derde lid, van dit besluit; - op vertoning van het geheel van de originele bewijsstukken met betrekking tot het totaal bedrag van de kosten voortvloeiend uit het onderzoek; - op vertoning van een verklaring tot schuldvordering, ten belope van 24.667 euro en binnen de perken van de uitgaven die werkelijk aan het onderzoek besteed werden.

Art. 7.Ten laatste 31 december 2006 zullen een vorderingsstaat van de werkzaamheden alsook de mogelijke bijlagen in twaalf exemplaar toegestuurd worden, waaronder een niet gebundeld, aan het bestuur.

Een origineel artikel waarin de grote lijnen en de conclusies van het onderzoek samengevat worden, zal naar het bestuur overgezonden worden bij de indiening van het eindverslag.

De hierboven bedoelde documenten zullen aan Mevr. Martine Herphelin, adjunct-directeur-generaal, algemene sturingsdienst voor het opvoedingssysteem, Kruidtuinlaan 20-22, te 1000 Brussel toegestuurd worden.

Art. 8.Het programma, het tijdsschema en de nadere regels voor het verloop van het onderzoek kunnen gewijzigd worden zonder dat deze wijzigingen een inslag kunnen hebben op het bedrag bepaald bij artikel 1. In dat geval, wordt de datum voor de indiening van het eindverslag door het Bestuur vastgesteld na het advies van het Begeleidingscomité te hebben ingewonnen.

Art. 9.De Franse Gemeenschap kan vrij over de uitslag van de gesubsidieerde studie beschikken. Het bestuur kan de uitslag van het onderzoek (syntheseartikel, tussentijds verslag, eindverslag of een deel van deze) publiceren in elke vorm en voor een onbepaalde duur.

Art. 10.Indien tijdens of op het einde van het onderzoekprogramma waarvoor een subsidie wordt toegekend de Universiteit een communicatie of een publicatie wenst te doen buiten de collecties van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, algemeen bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, algemene sturingsdienst van het opvoedingssyteem in verband met de activiteiten bedoeld in dit besluit, dient zij er de adjunct-directeur-generaal van de algemene sturingsdienst van het opvoedingssysteem van te verwittigen.

Indien, binnen de veertien kalenderdagen na de bekendmaking van de bedoeling van de auteur van het onderzoek om tot een publicatie of een communicatie over te gaan in verband met het onderwerp van het gesubsidieerd onderzoek, het bestuur geen mogelijke met redenen omklede opmerkingen of bezwaren heeft laten kennen ten opzichte van het ontwerp van communicatie of publicatie, kan de auteur tot deze publicatie of communicatie overgaan.

De auteur van de communicatie of de publicatie is volkomen verantwoordelijk voor de wetenschappelijke inhoud ervan.

De communicaties en publicaties moeten vermelden dat de studie gevoerd werd met de steun van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.

Art. 11.De Universiteit verbindt er zich toe de regels van de deontologie en van het beroepsgeheim in acht te nemen wat betreft de informaties in verband met de natuurlijke en rechtspersonen, verworven met betrekking tot het onderzoek of bij louter toeval, tijdens de uitvoering van het onderzoekprogramma en alsook de bepalingen van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

Art. 12.De Universiteit zal zonder verwijl het bedrag of een deel van de toegekende subsidie terugbetalen op de rekening Nr.091-2110001-86 van de centraliserende rekenplichtige der uitgaven en ontvangsten van de Franse Gemeenschap indien : - de voorwaarden voor de toekenning van de subsidie niet meer in acht worden genomen; - genoemde subsidie niet gebruikt werd voor het doel waarvoor ze toegekend werd of indien de bewijsstukken van de door de subsidie gedekte kosten onvolwaardig blijken te zijn.

Brussel, 2 juni 2006.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET