28 APRIL 2006. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 oktober 2002 tot aanwijzing van de leden van het « Institut de la formation en cours de carrière » (Instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan) en van de Regeringscommissarissen

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het buitengewoon onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een Instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan, inzonderheid op zijn artikelen 31, 36, 44 en 48;

Gelet op het besluit van 3 oktober 2002 tot aanwijzing van de leden van het « Institut de la formation en cours de carrière » (Instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan) en van de Regeringscommissarissen;

Op de voordracht van de Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 28 april 2006, Besluit :

Artikel 1.Buiten de leden bedoeld in artikel 31, 1° tot 4° van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het buitengewoon onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een Instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan, worden aangesteld tot werkend lid van de raad van bestuur van het « Institut de la formation en cours de carrière » (Instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan), hierna het Instituut genoemd : 1° Als inspecteur : a) De heer Pol Collignon;b) De heer Maurice Bustin;c) De heer Jean-Paul Hogenboom;d) Mevr.Danielle Choukart; e) De heer Marcel Wallens.2° Als vertegenwoordiger van het niet-confessioneel onderwijs : a) De heer Jean Steencels;b) De heer Jacques Lefère;c) De heer Raymond Vandeuren;d) Mevr.Reine-Marie Braeken. 3° Als vertegenwoordiger van het confessioneel onderwijs : a) De heer Godefroid Cartuyvels;b) De heer José Soblet;c) De heer Francis Bruyndonckx;d) De heer Guy De Keyser.4° Als vertegenwoordiger van de vakverenigingen : a) De heer Michel Vrancken;b) De heer Willem Miller;c) De heer Yves Delbecq.5° Als deskundige uit een Universitaire instelling : a) De heer Jean Donnay;b) De heer Marc Demeuse.6° Als deskundige uit pedagogische departementen van de Hogescholen : a) De heer Jean-Benoît Cuvelier;b) De heer Vincent Namotte.

Art. 2.Worden aangesteld als plaatsvervangend lid van de raad van bestuur van het Instituut : 1° Als inspecteur : a) Mevr.Arlette Vanderkelen-Barbier; b) De heer Pierre Brzakala;c) De heer Victor Nizet;d) De heer André Caussin;e) Mevr.Josette Samray. 2° Als vertegenwoordiger van het niet-confessioneel onderwijs : Mevr.Martine Duwez;

De heer René Dumortier;

De heer Michel Bettens;

De heer Philippe Deliège. 3° Als vertegenwoordiger van het confessioneel onderwijs : a) De heer Jean-François Delsarte;b) Mevr.Maryse Hupez-Descamps; c) Mevr.Monika Verhelst; d) De heer Paul Maurissen.4° Als vertegenwoordiger van de vakverenigingen : a) Mevr.Christiane Cornet; b) Mevr.Isabelle Vanaerschot; c) Mevr.Fabienne Derome. 5° Als deskundige uit een Universitaire instelling : a) De heer Christian Maroy;b) De heer Bernard Rey.6° Als deskundige uit departementen van de Hogescholen : a) De heer Luc Barbay;b) Mevr.Maryse Verhaert.

Art. 3.Worden aangesteld als ondervoorzitter van de raad van bestuur van het Instituut : 1° Mevr.Reine-Marie Braeken; 2° De heer José Soblet;3° Mevr.Martine Herphelin.

Art. 4.Buiten de voorzitter en de drie ondervoorzitters van de raad van bestuur, zijn lid van het Bureau van het Instituut : 1° De heer Pol Collignon;2° De heer Jean-Paul Hogenboom.

Art. 5.Worden aangesteld als Commissaris van de Regering : 1° De heer Alain Jeunehomme;2° Mevr.Anouck Paquay.

Art. 6.§ 1. Het bedrag van het presentiegeld bedoeld in artikel 36 van voornoemd decreet van 11 juli 2002 wordt vastgesteld op 25 EUR. De jaarlijkse emolumenten toegekend aan de Commissarissen van de Regering worden vastgesteld op 1.612 EUR, uitgedrukt aan 100 %, geïndexeerd volgens de evolutie van de gezondheidsindex met als referentie-index 138,01. § 2. De personen bedoeld in § 1 hebben recht op de terugbetaling van hun reiskosten binnen dezelfde voorwaarden als de ambtenaren van rang 12 van de Regeringsdiensten, voorzover deze kosten hen niet worden terugbetaald door de Regering krachtens andere bepalingen.

Art. 7.Dit besluit heft het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 oktober 2002 tot aanwijzing van de leden van het « Institut de la formation en cours de carrière » (Instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan) en van de Regeringscommissarissen, op 28 april 2006.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 28 april 2006.

Brussel, 28 april 2006.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M. ARENA