Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 15 juli 2005
gepubliceerd op 16 september 2005

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de openbare raadpleging bedoeld in artikel 94 van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2005202378
pub.
16/09/2005
prom.
15/07/2005
ELI
eli/besluit/2005/07/15/2005202378/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2005. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de openbare raadpleging bedoeld in artikel 94 van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep, inzonderheid op artikel 94;

Gelet op het advies nr. 37.353/4 van de Raad van State gegeven op 2 juli 2004, bij toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister belast met de Audiovisuele sector;

Na beraadslaging van 15 juli 2005, Besluit :

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Decreet : het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep;2° College voor vergunning en controle : het College voor vergunning en controle van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector, bedoeld in artikel 131 van het decreet.

Art. 2.Wanneer bij uitvoering van artikel 90 van het decreet, het College voor vergunning en controle de relevante geografische markten alsmede de relevante netwerkmarkten bepaalt, organiseert het vooraleer een beslissing te nemen de raadplegingen bedoeld in artikel 94 en in voorkomend geval in artikel 95 van het decreet. Daartoe kan de voorzitter van het college één of meerdere rapporteur(s) aanstellen onder de leden van het college, belast met het organiseren van de openbare raadpleging en het voorstellen van een ontwerp van beslissing.

Onverminderd de procedures voor het overleg tussen de Belgische nationale regelgevende instanties, binnen de maand volgend op het begin van de openbare raadpleging, deelt het College voor vergunning en controle het ontwerp van beslissing mee aan de Europese commissie en aan de nationale regelgevende instanties van de lidstaten van de Europese unie. Het College neemt de opmerkingen van de Europese commissie en van de nationale regelgevende instanties gekregen binnen de termijn van drie maanden vastgesteld voor de openbare raadpleging, alsmede de resultaten van de procedure voor de openbare raadpleging opgesteld door de rapporteur(s) in aanmerking. Die opmerkingen en resultaten worden openbaar gemaakt, behalve als het gaat om vertrouwelijke informatie in de zin van het bedrijfsrecht.

Het College voor vergunning en controle neemt zijn beslissing binnen de maand volgend op het einde van de procedures voor raadpleging en deelt die mee aan de Europese commissie.

Art. 3.Na elke bepaling van de relevante netwerkmarkten onderzoekt het College voor vergunning en controle die markten teneinde te bepalen of ze effectief concurrentieel zijn. Daartoe kan de Voorzitter van het College één of meerdere rapporteur(s) aanstellen onder de leden van dat college, die hun conclusies binnen een termijn van drie maanden meedelen.

Art. 4.Als het college vaststelt dat een relevante markt niet effectief concurrentieel is, legt het College voor vergunning en controle het project voor de identificatie van de marktmachtige netwerkexploitant(en) en het project van aangepaste obligaties dat hem of hen door het College voor vergunning en controle, belast met het organiseren van de openbare raadpleging en van het voorstellen van een beslissing, zal opgelegd worden overeenkomstig artikel 96, voor aan de raadplegingen bedoeld in artikel 94 en in voorkomend geval artikel 95 van het decreet.

Binnen de maand volgend op het begin van de openbare raadpleging deelt het College voor vergunning en controle zijn ontwerp van beslissing mee aan de Europese commissie en aan de nationale regelgevende instanties van de lidstaten. Het College neemt de opmerkingen van de Europese commissie en van de nationale regelgevende instanties die binnen de termijn van drie maanden vastgesteld voor de openbare raadpleging ontvangen zijn alsmede de resultaten van de openbare raadplegingsprocedure opgesteld door de rapporteur(s), in aanmerking.

Die opmerkingen en resultaten worden openbaar gemaakt behalve als het gaat om vertrouwelijke informatie in de zin van het bedrijfsrecht en gewettigd als dusdanig bij het College voor vergunning en controle.

Het College voor vergunning en controle neemt zijn beslissing binnen de maand volgend op het einde van de raadplegingsprocedures en deelt die aan de Europese commissie mee.

De rapporteur wordt voor de uitoefening van zijn opdracht zo nodig bijgestaan door het personeel van de Hoge raad voor de Audiovisuele sector.

Art. 5.Het College voor vergunning en controle verzekert een permanente toegang tot de documenten onderworpen aan de openbare raadpleging op de website van de Hoge raad voor de Audiovisuele sector. Het deelt ze mee aan alle werkende en plaatsvervangende leden van het College voor advies, aan alle dienstenuitgevers, dienstenverleners en netwerkexploitanten, alsmede aan elke natuurlijke of rechtspersoon die er uitdrukkelijk om vraagt.

Het College voor vergunning en controle kan eveneens het of de document(en) openbaar maken volgens elk ander middel dat het nuttig acht.

Art. 6.Behalve als het gaat om vertrouwelijke informatie als dusdanig gerechtvaardigd bij het College voor vergunning en controle, worden de bijdrage aan de openbare raadpleging gepubliceerd op de website van de Hoge raad voor de Audiovisuele sector en door elk ander middel dat het nuttig acht. De informatie wordt eveneens meegedeeld aan elke natuurlijke of rechtspersoon die er uitdrukkelijk om vraagt.

Art. 7.Wanneer er een geschil is betreffende de verplichtingen van het decreet, tussen de ondernemingen die instaan voor de levering van de netwerken, kan het College voor vergunning en controle op de aanvraag van een van de partijen een bemiddelingsprocedure starten.

De aanhangmaking die per aangetekend schrijven aan de voorzitter van de Hoge raad voor de audiovisuele sector wordt meegedeeld, vermeldt de feiten die aan de basis liggen van het geschil en bevat alle nuttige informatie. De voorzitter informeert per aangetekend schrijven de betrokken partijen over het starten van een bemiddelingsprocedure. De voorzitter kan een of meerdere rapporteur(s) aanstellen onder de leden van het College voor vergunning en controle belast met het opnemen van de standpunten en opmerkingen van de partijen en met het voorstellen van een oplossing die zij aan de betrokken partijen voorleggen. Het informeert het College over het resultaat van de bemiddelingsprocedure.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 9.De Minister tot wier bevoegdheid de audiovisuele sector behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 juli 2005.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap, De Minister van Cultuur, de Audiovisuele sector en Jeugd, F. LAANAN

^