21 JANUARI 2005. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende organisatie van het Centrum voor hulpverlening aan de geschreven pers van de Franse Gemeenschap en betreffende zijn budgettair, financieel en boekhoudkundig beheer

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, inzonderheid op artikel 87, §§ 1 en 2;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 140;

Gelet op het decreet van 31 maart 2004 betreffende de steun aan de Franstalige geschreven dagbladpers en aan de ontwikkeling van initiatieven van de Franstalige geschreven dagbladpers in het schoolmilieu;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 5 oktober 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 21 oktober 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 29 oktober 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 16 december 2004, bij toepassing van artikel 84, § 1, 1ste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister belast met de Begroting, de Minister belast met de Ambtenarenzaken en de Minister belast met de Audiovisuele sector;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 januari 2005, Besluit : HOOFDSTUK I. - Inleidingsbepalingen

Artikel 1.Tenzij in dit besluit ervan wordt afgeweken, zijn de bepalingen van Titel II van de wetten op de Rijksomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, van toepassing op het Centrum voor hulpverlening aan de geschreven pers van de Franse Gemeenschap, hierna "het Centrum" genoemd. HOOFDSTUK II. - Het personeel

Art. 2.Het Centrum wordt opgericht binnen het Ministerie van de Franse Gemeenschap- Secretariaat-generaal - Algemene dienst voor de audiovisuele sector en de multimedia.

De boekhouder die door de Diensten van de Regering ter beschikking gesteld wordt van het Centrum, wordt aangesteld door de Minister van Begroting, op de voordracht van de Minister tot wiens bevoegdheid de pers behoort. HOOFDSTUK III. - De begroting

Art. 3.De raming van de ontvangsten bevat : 1° het over te dragen saldo;2° de jaarlijkse dotatie ingeschreven op de begroting van de Franse Gemeenschap;3° de bedragen die het Centrum in de loop van het bedoelde begrotingsjaar zal ontvangen;4° de schenkingen en legaten.

Art. 4.Er wordt op de naam van het Centrum een rekening geopend bij de kassier van de Franse Gemeenschap.

Art. 5.De uitgaven betreffen bedragen die verschuldigd zijn in de loop van het begrotingsjaar uit hoofde van verbintenissen die aangegaan zijn in de loop van dat begrotingsjaar en van verbintenissen die van de vorige begrotingsjaren overgedragen zijn.

Art. 6.Het ontwerp van begroting van het Centrum wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister tot wiens bevoegdheid de hulpverlening aan de pers behoort en wordt gevoegd bij het ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap.

Art. 7.Bij niet-goedkeuring van de begroting voor het begin van het begrotingsjaar kunnen dezelfde verrichtingen doorgaan als die door de vorige begroting toegelaten naar rato van 1/12de per maand vanaf 1 januari. HOOFDSTUK IV. - De boekhouding en de aflegging van de rekeningen

Art. 8.De Secretaris-generaal wordt aangesteld in tot gedelegeerd ordonnateur belast met de uitvoering van de instructies van de Minister tot wiens bevoegdheid de hulpverlening aan de pers behoort.

Art. 9.De boekhouder stelt op het einde van elk jaar : 1° een beheersrekening;2° een rekening van uitvoering van de begroting;3° een balans van het Centrum vast. De Minister tot wiens bevoegdheid de pers behoort, maakt ten laatste op 31 maart van het jaar volgend op het jaar waarop deze documenten slaan, de documenten over aan de Minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort, die deze documenten aan het Rekenhof zal voorleggen voor 31 mei van hetzelfde jaar.

Art. 10.De in artikel 9 bedoelde boekhoudingdocumenten moeten eveneens vastgelegd worden als de boekhouder stopt zijn ambt uit te oefenen.

Art. 11.De rekening van uitvoering van het Centrum wordt bij de rekening van uitvoering van de begroting van de Franse Gemeenschap gevoegd.

Art. 12.De boekhouding wordt gevoerd volgens de aanrekeningsregels uit het koninklijk besluit van 1 juli 1964 tot vaststelling van de regels van aanrekening van de budgettaire ontvangsten en uitgaven van de diensten van algemeen bestuur van de Staat, met uitzondering van de bepaling van artikel 6 van dit besluit. HOOFDSTUK V. - Het beheer

Art. 13.De bedragen van de uitgaven worden beperkt door de bedragen van de goedgekeurde kredieten en ontvangsten.

De vastleggingen aangerekend op de budgettaire middelen van het Centrum zullen uitgevoerd moeten worden voor 31 december van het vierde jaar vanaf de datum van de vastlegging.

Art. 14.Het saldo van de thesaurie dat beschikbaar is op het einde van het jaar wordt automatisch overgedragen.

Art. 15.De financiële middelen die beschikbaar zijn op het einde van een jaar kunnen vanaf het begin van het volgend jaar gebruikt worden.

Art. 16.Een tegenover het Rekenhof verantwoordelijke rekenplichtige wordt overeenkomstig het besluit betreffende zijn aanstelling belast met : 1° het behandelen en het bewaren van de fondsen en waarden;2° het vaststellen en het bewaren van de volgende documenten : a) beheersrekening;b) rekening van uitvoering van de begroting;c) staat van het actief en het passief. HOOFDSTUK VI. - De controle

Art. 17.Het Rekenhof en de Algemene directie voor Begroting en Financiën van het Ministerie kunnen ter plaatse de controle op de boekhouding voeren. Zij kunnen zich te allen tijde alle bewijsstukken, alle staten, inlichtingen of verklaringen betreffende de ontvangsten, de uitgaven, het tegoed en de schulden laten geworden.

De uitgaven worden vereffend en rechtstreeks betaald door de boekhouder van het Centrum zonder voorafgaande tussenkomst van het Rekenhof.

De regels voor administratieve en budgettaire controle waaraan de diensten van het algemeen bestuur van de Gemeenschap verbonden zijn, zijn van toepassing op het Centrum. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.

Art. 19.De Minister tot wiens bevoegdheid de hulpverlening aan de pers behoort, de Minister tot wiens bevoegdheid de Ambtenarenzaken behoren en de Minister tot wiens bevoegdheid de Begroting behoort, worden elk wat hem betreft belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 januari 2005.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap, De Minister van Begroting, M. DAERDEN. De Minister van Ambtenarenzaken, C. EERDEKENS. De Minister van de Audiovisuele sector, F. LAANAN