Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 10 juni 2003
gepubliceerd op 08 september 2003

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2003029504
pub.
08/09/2003
prom.
10/06/2003
ELI
eli/besluit/2003/06/10/2003029504/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JUNI 2003. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de artikelen 127 en 129 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op het bijzonder decreet van 13 juli 1999 houdende verhoging van het maximumaantal Regeringsleden ter uitvoering van de artikelen 123, § 2, van de Grondwet en 63, § 4, van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, zoals gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1999 tot verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers van de Franse Gemeenschapsregering, zoals gewijzigd;

Op de voordracht van de Minister-President;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 10 juni 2003, Besluit :

Artikel 1.In de zin van dit besluit, dient te worden verstaan onder : 1. « Minister » : een Minister, Lid van de Regering van de Franse Gemeenschap;2. « Bijzondere wet » : de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, inzonderheid op artikel 1.

Art. 2.De heer Hervé Hasquin, Minister-President, belast met de Internationale Betrekkingen, is bevoegd voor : 1° de coördinatie van het beleid van de Regering;2° de intra-Belgische betrekkingen;3° het aanhangig maken van conflicten, in naam van de Regering, bij het Overlegcomité Federale Regering- Regering van de Gemeenschappen en Gewesten;4° de betrekkingen met het Parlement;5° de Europese en internationale betrekkingen;6° het beleid inzake gelijke kansen;7° het beheer van de administratieve gebouwen.

Art. 3.De heer Rudy Demotte, Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, is bevoegd voor : 1° de begroting en de financiën van de Franse Gemeenschap;2° het cultureel patrimonium, de musea en de andere culturele wetenschappelijke instellingen;3° de monumenten, landschappen en opgravingen, in gecoördineerd overleg met de Minister van Economie van het Waalse Gewest;4° sport en culturele animatie;5° coördinatie met het Waalse Gewest op het gebied van patrimonium, toerisme en sport;6° het jeugdbeleid;7° de permanente opvoeding en de culturele animatie;8° ambtenarenzaken;9° ambtenarenzaken voor de instellingen van openbaar nut;10° administratieve informatica;11° de centra voor expressie en creativiteit;12° de statuten van het onderwijspersoneel.

Art. 4.De heer Jean-Marc Nollet, Minister van Kinderwelzijn, belast met het basisonderwijs, de opvang en de opdrachten toegewezen aan de O.N.E., is bevoegd voor : 1° het onderwijs, zoals bepaald in artikel 127, § 1, lid 1, 2°, van de Grondwet, voor de volgende aangelegenheden : a) het basisonderwijs;b) het urgentieprogramma voor de schoolgebouwen van het basisonderwijs en het secundair onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd of gesubsidieerd;c) het waarborgfonds voor schoolgebouwen van het officieel en vrij gesubsidieerd onderwijs;d) het programma voor dringende werken voor de schoolgebouwen van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd;2° de aangelegenheid bepaald in artikel 4, 11°, van de bijzondere wet;3° de vakantiecentra, inzonderheid voor de aangelegenheden bepaald in de artikelen 4 en 5 van de bijzondere wet, onverminderd artikel 138 van de Grondwet en de decreten genomen ter uitvoering van dat artikel; 4° de « Office de la Naissance et de l'Enfance » (O.N.E.); 5° de opvang van het kleine kind.

Art. 5.De heer Pierre Hazette, Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, is bevoegd voor : 1° het secundair onderwijs;2° het kunstonderwijs van het secundair niveau;3° de inspectie van het onderwijs;4° de bijschoolse activiteiten, de hulpmiddelen voor het onderwijs en informatie;5° naschoolse en bijschoolse opleiding;6° intellectuele, morele en sociale vorming;7° de psycho-medisch-sociale centra;8° het toezicht op de openbare maatschappijen voor het bestuur van de schoolgebouwen;9° de schoolgebouwen, met uitzondering van het Fonds voor schoolgebouwen van het gesubsidieerd officieel onderwijs, het Waarborgfonds voor schoolgebouwen van het officieel en vrij gesubsidieerd onderwijs, en het urgentieprogramma voor de schoolgebouwen van het basisonderwijs en het secundair onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd;10° het buitengewoon onderwijs;11° de Europese scholen;12° het centrum voor schooloriëntatie;13° netoverschrijdende sturing.

Art. 6.Mevrouw Françoise Dupuis, Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, is bevoegd voor : 1° het universitair onderwijs;2° het wetenschappelijk onderzoek;3° de kredieten voor wetenschappelijk onderzoek, afkomstig uit de Diensten voor Programmatie van het Wetenschapsbeleid, uit Volksgezondheid en Economische Zaken, en de kredieten bestemd voor het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en het Instituut tot Aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw;4° het niet-universitair hoger onderwijs, van het korte en lange type;5° het kunstonderwijs van het hogere niveau, met inbegrip van de conservatoria;6° de studietoelagen en -leningen;7° de aanmoediging van de opleiding van onderzoekers;8° het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;9° onderzoek op het gebied van opvoeding;10° het Fonds voor schoolgebouwen van het gesubsidieerd officieel onderwijs;11° de « Académie royale des sciences »;12° de sociale promotie;13° de beroepsomscholing en -bijscholing;14° het afstandsonderwijs, het kunstonderwijs met beperkt leerplan, het onderwijs voor sociale promotie.

Art. 7.De heer Daniel Ducarme, Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, is bevoegd voor : 1° de radio-omroep en de televisie, met uitzondering van het uitzenden van mededelingen van de Federale Regering;2° hulp aan de geschreven pers;3° de mediatheek en de soortgelijke diensten;4° steun aan de filmsector;5° de culturele aangelegenheden, zoals : a) de schone kunsten;b) de bescherming en de luister van de taal;c) de bibliotheken;d) de artistieke vorming.

Art. 8.Mevr. Nicole Marechal, Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, is bevoegd voor de volgende aangelegenheden : 1° het gezondheidsbeleid bedoeld in artikel 5, § 1, I, van de bijzondere wet, met uitzondering van de opdrachten toegewezen aan de « Office de la Naissance et de l'Enfance », onverminderd artikel 138 van de Grondwet en de ter uitvoering van dat artikel aangenomen decreten.2° de bijstand aan personen bedoeld in artikel 5, § 1, II, van de bijzondere wet, met uitzondering van de opdrachten toegewezen aan de « Office de la Naissance et de l'Enfance », onverminderd artikel 138 van de Grondwet en de ter uitvoering van dat artikel aangenomen decreten.

Art. 9.Iedere Minister van de Regering is bevoegd voor het toegepast wetenschappelijk onderzoek binnen de perken van zijn respectievelijke bevoegdheden.

Iedere Minister oefent het gezag uit op het personeel van het bestuur dat onder zijn bevoegdheden ressorteert.

Art. 10.De ontwerpen van decreet en de in de Regering overlegde besluiten worden ondertekend door de Minister tot wiens bevoegdheid de aangelegenheid waarop het ontwerp van decreet of besluit betrekking heeft, behoort.

De besluiten en beslissingen van de Regering, inzake ambtenarenzaken van de instellingen van openbaar nut, worden gezamenlijk ondertekend door de Minister belast met ambtenarenzaken en de Minister(s) die het toezicht uitoefent/uitoefenen op de betrokken instellingen van openbaar nut.

De besluiten en beslissingen van de Regering, inzake statuut van het onderwijspersoneel, worden gezamenlijk ondertekend door de Minister belast met ambtenarenzaken en de Minister(s) bevoegd voor het/de betrokken onderwijsniveau(s).

Art. 11.Ingeval een delegatie werd verleend overeenkomstig het besluit houdende regeling van de werking van de Regering, worden de besluiten ondertekend door de Minister aan wie deze delegatie werd verleend.

Art. 12.De ondertekening van de decreten en besluiten kan, in de titel van de Minister, alleen de vermelding bevatten van de aangelegenheid waarop de decreten en besluiten betrekking hebben.

Art. 13.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1999 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers van de Franse Gemeenschapsregering wordt opgeheven.

Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 6 juni 2003.

Art. 15.De Ministers worden, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 juni 2003.

De Minister-President, belast met de Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, D. DUCARME De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota (1) Dit besluit van de Franse Gemeenschap van 15 juli 2003 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Minister van de Franse Gemeenschapsregering opgeheven, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 22 augustus 2003.

^