21 FEBRUARI 2003. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende uitvoering van artikel 17 van het decreet van 14 juni 2001 betreffende het Programma voor dringende werken aan de schoolgebouwen van het basis- en secundair onderwijs dat wordt ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 14 juni 2001 betreffende het programma voor dringende werken aan de schoolgebouwen van het basis- en secundair onderwijs dat wordt ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, gewijzigd bij het decreet van 12 juli 2001 waarbij de materiële omstandigheden van de inrichtingen van het basis- en secundair onderwijs worden verbeterd, inzonderheid op artikel 17;

Gelet op de voordrachten van de Algemene overlegraad voor het Secundair onderwijs, de Raad voor het Basisonderwijs en de Hoge raad voor het Buitengewoon onderwijs;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 december 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 4 december 2002;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 34521/2, gegeven op 22 januari 2003;

Op de voordracht van de Minister van Kinderwelzijn, belast met het Noodprogramma voor de schoolgebouwen van het basis- en secundair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 februari 2003, Besluit :

Artikel 1.De criteria voor de toegang tot het Noodprogramma bedoeld bij artikel 17 van het decreet van 14 juni 2001 betreffende het programma voor dringende werken aan de schoolgebouwen van het basis- en secundair onderwijs dat wordt ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, wat het in 1° van artikel 16 van datzelfde decreet bedoeld doel betreft, beogen de prioritaire tegemoetkomingen die verantwoord zijn door : - dringende problemen in verband met brandrisico's en veiligheid binnen de schoolgebouwen; - huisvestingsomstandigheden die in het gedrang zijn gebracht door de bouwvalligheid van de schoolgebouwen; - situaties die niet hygiënisch zijn en de gezondheid van de bezetters in gevaar zouden kunnen brengen.

Art. 2.De maatregelen voor de bescherming van de schoolgebouwen tegen brandrisico's en voor de veiligheidswaarborg voor de bezetters en derden, zullen in bijzonderheid en volgens de hierna bedoelde prioriteiten, ervoor zorgen dat : - een snelle evacuatie van de bezetters mogelijk is; - de schoolgebouwen uitgerust worden met opsporings- en voorzieningsmiddelen; - de defecte elektrische of verwarmingsinstallaties conform blijven; - de instellingen uitgerust worden met doeltreffende middelen tegen brand; - de veiligheid van de toegang tot het schooldomein gegarandeerd wordt.

Art. 3.Als prioritair inzake huisvesting worden beschouwd : § 1. Elke situatie waarbij een dringende ingreep noodzakelijk is om de bezetting van de gebouwen te waarborgen.

Deze situatie beoogt in bijzonderheid de stabiliteit van de gebouwen alsmede alle fysische beschadiging of deficiëntie betreffende de muren, de daken, de gevels, het plafond, de vloer en het geraamte. § 2. De onvermijdelijke vervanging van infrastructuren met normale afmetingen die helemaal niet overeenstemmen met de schoolvereisten of die in een zodanig slechte staat zijn dat men niet anders kan doen. § 3. Elke situatie waarbij het dak, de regenafvoer of de ramen dringend hersteld moeten worden om te voorkomen dat de gebouwen nog meer beschadigd worden.

Art. 4.Vereisen een prioritaire ingreep wat gezondheid en hygiëne betreft : - elke situatie die de verplichte uitschakeling van gevaarlijke producten of materialen impliceert; - de ongezonde, onaangepaste of onvoldoende sanitaire installaties; - elke situatie gebonden met gevaarlijke werkomstandigheden, vooral in gevaarlijke lokalen; - de afwezigheid of de deficiëntie van afwaterings- of ventilatiesystemen; - de afwezigheid van een overdekte speelplaats.

Art. 5.Het feit dat een vestiging de subsidies krijgt die bepaald zijn in het kader van de toepassing van artikel 4, § 4, van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie, wordt beschouwd als een toegangscriterium in de zin van artikel 17 van het decreet van 14 juni 2001 betreffende het programma voor dringende werken aan de schoolgebouwen van het basis- en secundair onderwijs, dat wordt ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, wat betreft het in artikel 16, 2°, van hetzelfde decreet bedoeld doel.

Art. 6.Voor de toepassing van artikel 5, wordt een jaarlijkse examenkalender van de dossiers opgesteld door de Gemengde gemeenschapscommissie opgericht bij artikel 21 van voornoemd decreet zodat de voorrang van de vestigingen die subsidies krijgen in het kader van de toepassing van artikel 4, § 4, van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, met name door de toepassing van positieve discriminatie, effectief in acht genomen wordt.

Art. 7.Elke officiële aanvraag om financiële tegemoetkoming van het Noodprogramma wordt onderzocht door de Gemengde gemeenschapscommissie met het volledig dossier betreffende de prijsofferte, namelijk met inbegrip van de offertes en het gemotiveerd voorstel van markttoewijzing, die de Inrichtende macht of de Publiekrechtelijke maatschappij voor het beheer van de schoolgebouwen voorstelt in aanmerking te nemen voor de uitvoering van de werken.

Art. 8.De Minister tot wiens bevoegdheid het Noodprogramma behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2003.

Brussel, 21 februari 2003.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Noodprogramma voor schoolgebouwen van het Basisonderwijs en Secundair Onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, J.-M. NOLLET