15 MEI 2002. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de regels van mobiliteit van de ambtenaren tussen het Ministerie van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut behorend tot het Comité van Sector XVII

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het decreet van 1 juli 1982 houdende oprichting van een Commissariaat-generaal voor de Internationale Betrekkingen, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op het decreet van 30 maart 1983 houdende oprichting van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », zoals gewijzigd, inzonderheid op artikel 19, § 2;

Gelet op het decreet van 1 december 1997 houdende oprichting van de Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het besluit van de Regering van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaar van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Regering van 12 januari 1998 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van de "Office de la Naissance et de l'Enfance", inzonderheid op artikel 15;

Gelet op het protocool nr. 240 van het Comité van Sector XVII, gesloten op 17 november 2000;

Gelet op de adviezen van de Directieraden, gegeven op 18 december 2000 (Ministerie van de Franse Gemeenschap), 22 november 2000 (Commissariaat-generaal voor de Internationale Betrekkingen), 27 november 2000 (Office de la Naissance et de l'Enfance) en 14 november 2000 (Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap);

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 oktober 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 9 november 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 9 november 2000;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 18 oktober 2001 over de aanvraag om advies te geven door de Raad van State binnen een termijn van hoogstens een maand;

Gelet op het advies 32.466/2 van de Raad van State, gegeven op 26 november 2001, bij toepassing van artikel 84, 1e lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 18 april 2002;

Besluit : HOOFDSTUK I. - Wijzigingsbepalingen van het besluit van de Regering van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap

Artikel 1.In het opschrift van titel IV van het besluit van de Regering van 22 april 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, worden de woorden "en College van ambtenaar-generaal" vervangen door de woorden ",van het College van ambtenaren-generaal en van de Commissie inzake overdracht".

Art. 2.Een artikel 12bis , als volgt opgesteld, wordt in ditzelfde artikel ingevoegd : "Art. 12bis . Voor de toepassing in de artikelen 37 en 38 bis tot 40, voor zover deze bepalingen de overdrachtprocedure als doel hebben, wordt de Directieraad vervangen door een Commissie inzake overdracht.

De Directieraden van het Ministerie en van elke instelling van openbaar nut bedoeld in artikel 68bis stellen ieder onder hen, twee leden aan voor de samenstelling van de in het vorige lid bedoelde Commissie.

De Commissie wordt voortgezeten door het lid met de hoogste rang of bij gelijkheid van rang, door het oudste lid".

Art. 3.In artikel 37 van hetzelfde besluit worden de woorden ", door overdracht" ingevoegd voor de woorden "of door overplaatsing".

Art. 4.Een artikel 38bis , als volgt opgesteld, wordt in ditzelfde besluit ingevoegd : "Art. 38bis . Alvorens een betrekking vacant te verklaren volgens de procedure van overdracht bedoeld in artikel 37, beslist de overheid die het aanstellingsrecht heeft of, rekening houdende met de behoeften van de dienst, een ambtsprofiel voor de toe te kennen betrekking vereist is. De ambtenaren worden ervan op de hoogte gebracht bij de oproep van de kandidaten.

Wanneer een ambtsprofiel vereist is voor een toe te kennen betrekking, vergelijkt de Commissie die bevoegd is voor de overdrachten het vereiste ambtsprofiel met het ambtsprofiel van de kandidaten."

Art. 5.1° In artikel 39 van ditzelfde besluit worden tussen het eerste en het tweede lid twee nieuwe leden ingevoegd die als volgt zijn opgesteld : "In geval van overdracht brengt de Commissie die bevoegd is voor de overdrachten een advies uit dat gemotiveerd is op basis enerzijds van de kwaliteiten van de kandidaten en hun bekwaamheden tot het uitoefenen van het ambt dat overeenstemt met de betrokken betrekking, en dit overeenkomstig de bepalingen bepaald in vorig lid, en anderzijds op voorafgaande advies gegeven door : 1. voor de betrekkingen die overeenstemmen met een graad van niveau 2+, 2, 3 en 4, de ambtenaar van minstens rang 12 waarvan de overgedragen ambtenaar het meest direct zal afhangen in de onthaalinstelling en, voor elke kandidaat, de ambtenaar van minstens rang 12 waarvan de kandidaat het meest direct afhangt in zijn oorspronkelijke instelling;2. voor de betrekkingen die overeenstemmen met een graad van rang 10, 11 en 12, de Directieraad van de onthaalinstellingen en voor elke kandidaat, de Directieraad van zijn oorspronkelijke instellingen. De in het vorig lid bedoelde voorafgaande adviezen moeten bij de Commissie die bevoegd is voor de overdrachten aankomen binnen een termijn van een maand vanaf de datum van de sluiting van de oproep tot kandidaten. Er zal geen rekening worden gehouden met de adviezen die na deze termijn worden gegeven." 2° In het laatste lid van ditzelfde artikel, worden de woorden "of de Commissie inzake overdrachten" ingevoegd voor de woorden "kan uitkomen op een voorstel".

Art. 6.Na artikel 68 van ditzelfde besluit wordt een hoofdstuk III bis ingevoegd, die als volgt is opgesteld : "Hoofdstuk III bis : De Overdracht.

Art. 68 bis De overdracht en de overgang van een ambtenaar van een betrekking van een van de personeelsformaties van het Ministerie of de Instellingen van openbaar nut die behoren tot het Comité van Sector XVII naar een betrekking die overeenstemt met zijn graad, zijn categorie en zijn kwalificatiegroep van een ander personeelsformatie.

De overgedragen ambtenaar behoudt zijn anciënniteit van niveau, graad en dienst die hij voor zijn overdracht heeft verkregen. De overdracht heeft van rechtswege de benoeming tot gevolg tot de graad van de betrekking waarin de ambtenaar wordt overgedragen. De overdracht wordt bij een apart besluit uitgevoerd, dat genomen is door de overheid die het nominatierecht uitvoert in de administratieafdeling waar de ambtenaar wordt overgedragen. Men mag hem geen andere anciënniteit toekennen dan diegene die hij effectief bezit.

Een weddeschaal wordt aan de ambtenaar toegekend die gebonden is aan de graad van de betrekking waarin hij wordt overgedragen. In afwijking behoudt de overgedragen ambtenaar in voorkomend geval zijn wedde tot als hij in de weddeschaal van zijn nieuwe betrekking een bezoldiging krijgt die minstens gelijk is.

Dit hoofdstuk betreft niet de Ambtenaren-generaal.

Art. 7.In artikel 69, worden het derde en het vierde lid opgeheven.

Er wordt in datzelfde artikel een nieuw derde lid ingevoegd dat als volgt is opgesteld : "Dit hoofdstuk betreft niet de Ambtenaren-generaal." HOOFDSTUK II. - Wijzigingingsbepaling van het besluit van de Regering van 12 januari 1998 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van de "Office de la Naissance et de l'Enfance"

Art. 8.In artikel 15 van het besluit van de Regering van 12 januari 1998 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" worden de woorden "door overdracht" ingevoegd voor de woorden "of door overplaatsing". HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 10.De Minister van Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 mei 2002.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap, De Minister-President, belast met de Internationale betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugd en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, het Onthaal en de Opdrachten toegewezen aan de O.N.E., J.-M. NOLLET