gepubliceerd op 20 december 2001
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de verspreiding van de informatie ter bestemming van kinderen, in toepassing van artikel 17 van het decreet van 16 maart 1998 inzake hulpverlening aan mishandelde kinderen
26 OKTOBER 2001. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de verspreiding van de informatie ter bestemming van kinderen, in toepassing van artikel 17 van het decreet van 16 maart 1998 inzake hulpverlening aan mishandelde kinderen
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 16 maart 1998 inzake hulpverlening aan mishandelde kinderen, inzonderheid op artikel 17;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 juli 2001;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 12 juli 2001;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 juli 2001 omtrent de aanvraag om het advies dat door de Raad van State binnen een termijn van één maand dient te worden verleend;
Gelet op het advies L. 32.131/4 van de Raad van State, gegeven op 24 september 2001, met toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 oktober 2001, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit organiseert de verspreiding van de informatie waarbij kinderen op de hoogte worden gesteld van de volgende instellingen : 1° de dienst « Ecoute-Enfants » van de Franse Gemeenschap bedoeld bij artikel 13 van het decreet van 16 maart 1998 inzake hulpverlening aan mishandelde kinderen, hierna « het decreet » genoemd;2° de diensten bedoeld bij artikel 12 van het decreet die in ondergeschikte orde een telefonisch onthaal inrichten met als expliciet doel de voorkoming van kindermishandeling bedoeld bij artikel 12 van het decreet;3° de Adviseur van de Hulpverlening aan de Jeugd en de Directeur van de Hulpverlenging aan de Jeugd bedoeld bij artikel 2, § 2 van het decreet; 4° de « S.O.S. Enfants »-ploegen, bedoeld bij de artikelen 14 en 15 van het decreet; 5° de ploegen van de psycho-medisch-sociale centra en de centra voor medisch schooltoezicht.
Art. 2.§ 1. De schoolinrichtingen, in samenwerking met de psycho-medisch-sociale centra en de centra voor medisch schooltoezicht, alsook de instellingen en de verenigingen gesubsidieerd of erkend door de Franse Gemeenschap, verspreiden onder de leerlingen en de kinderen de informatie betreffende alle instellingen bedoeld bij artikel 1, met behulp van folders, brochures, of welke andere uitrusting ook die aangepast is.
Deze informatie krijgen ze van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. § 2. De schoolinrichtingen zorgen ook voor het permanent aanplakken van de namen en adressen van deze instellingen.
Bovendien, de inrichtingen voor lager en secundair onderwijs zorgen voor het invoegen van deze informatie in het klasboek.
Art. 3.De « Office de la Naissance et de l'Enfance » verspreidt onder de instillingen, verenigingen of privé-personen die hij subsidieert, erkent of machtigt, de informatie betreffende alle instellingen bedoeld bij artikel 1, met behulp van folders, brochures, of welke andere uitrusting ook die aangepast is.
Deze informatie krijgt hij van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.
Art. 4.De informatiecampagnes betreffende de instellingen bedoeld bij artikel 1 worden ter advies voorgelegd aan de Permanente Commissie voor mishandelde kinderen en uitgevoerd door het Ministerie van de Franse Gemeenschap, na raadpleging van de « Office de la Naissance et de l'Enfance » en van de Algemene Afgevaardigde voor de Rechten van het Kind.
Art. 5.Er zal een evaluatie van de verspreiding van de informatie naar de kinderen toe gedaan worden door het « Observatoire de l'enfance, de la jeunesse et de l'aide à la jeunesse », ingesteld door het besluit van de Regering van 8 juni 1998.
De instellingen bedoeld bij de artikelen 2, 3 en 4 dienen op de aanvragen van het « Observatoire de l'enfance, de la jeunesse et de l'aide à la jeunesse » dienomtrent gevolg te geven.
De evaluatie bedoeld bij lid 1 gebeurt minstens één maal om de drie jaar.
Art. 6.De Minister van de Franse Gemeenschap tot wiens bevoegdheid de hulpverlening aan mishandelde kinderen behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 oktober 2001.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap, De Minister van Hulpverlening en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL