gepubliceerd op 21 februari 2001
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies voor de aankoop van sportmaterieel
19 JANUARI 2001. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies voor de aankoop van sportmaterieel
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 26 juni 1963 betreffende de aanmoediging van de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven en het toezicht op de ondernemingen die wedstrijden van weddenschappen op sportuitslagen inrichten, inzonderheid op artikel 10;
Gelet op het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap, gewijzigd bij het decreet van 31 mei 2000;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Lichamelijke Opvoeding, Sport en Openluchtleven van de Franse Gemeenschap, gegeven op 22 augustus 2000;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 augustus 2000;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 4 oktober 2000;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap over de aanvraag om advies dat door de Raad van State binnen een termijn van niet meer dan één maand te geven is;
Gelet op het advies 30.878/4 van de Raad van State, gegeven op 11 december 2000, met toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 januari 2001, Besluit : HOOFDSTUK I. - De voorwaarden voor de toekenning van de subsidies
Artikel 1.In de zin van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° Minister: het lid van de Regering tot wiens bevoegdheid de sport behoort;2° Decreet : het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap, gewijzigd bij het decreet van 31 mei 2000;3° Sportcentrum: het sportcentrum in het hoger onderwijs bedoeld bij artikel 45 van het decreet;4° Administratie : de Algemene Directie voor Sport van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.
Art. 2.Binnen de perken van de begrotingskredieten kan de Minister subsidies toekennen voor de aankoop van sportmaterieel om de beoefening van sportactiviteiten in het Franse taalgebied en in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad te bevorderen.
Art. 3.Kunnen de bij artikel 2 bedoelde subsidies genieten : 1° de sportfederaties en -verenigingen erkend krachtens de bepalingen bedoeld bij de afdelingen I, II, III, V en VI van hoofdstuk IV en bij artikel 89 van hoofdstuk VII van het decreet;2° de sportverenigingen aangesloten bij de erkende sportfederaties bedoeld bij de afdelingen I, II, III van hoofdstuk IV van het decreet;3° de sportcentra en de buitenschoolse verenigingen die rechtstreeks afhangen van de onderwijsinrichtingen die behoren tot de Franse Gemeenschap of die door haar gesubsidieerd worden, voor zover hun activiteiten georganiseerd worden buiten de programma's van de leergangen en in het kader van het programma van de verenigingen die respectievelijk in de afdelingen V en VI van hoofdstuk IV van het decreet bedoeld zijn;4° de overheidsdiensten van het Franse taalgebied alsook de verenigingen die van deze rechtstreeks of onrechtstreeks afhangen, voor de uitrusting van de sportinstallaties waarvan zij eigenaar of beheerder zijn;5° de verenigingen belast met het beheer van sportinstallaties opgericht in partnership door de overheidsdiensten of publiekrechterlijke instellingen van het Franse taalgebied.
Art. 4.Om de in artikel 2 bedoelde subsidies te kunnen genieten, moeten de in artikel 3 bedoelde instellingen aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° geen winstoogmerk hebben;2° hun zetel hebben in het Franse taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad;3° een regelmatige boekhouding voeren;4° over installaties beschikken die alle waarborgen bieden inzake veiligheid, die toelaten de sportdiscipline(s) degelijk te beoefenen waarop de aanvraag om subsidie betrekking heeft en regelmatige activiteiten uitoefenen in deze discipline(s) alsook een voldoend aantal beoefenaars tellen;5° over lokalen beschikken die toelaten sportmaterieel te bewaren onder goede condities van veiligheid en bewaring;6° het gesubsidieerd sportmaterieel enkel gebruiken voor de doeleinden en onder de voorwaarden nader bepaald in de aanvraag om subsidie;7° de controle door de ambtenaren aangesteld door de Minister over de in de leden 4° en 5° bedoelde installaties aanvaarden alsook de controle over het gebruik van het gesubsidieerd materieel;8° zich ertoe verbinden het materieel waarvoor de subsidie wordt toegekend, te verzekeren tegen verlies, diefstal en vernietiging.
Art. 5.De subsidie mag enkel betrekking hebben op de aankoop van materieel dat rechtstreeks bestemd is voor de beoefening van een sportdiscipline, voor een bedrag van ten minste vijfduizend frank of honderd drieëntwintig euro en vijfennegentig cent per aanvraag.
Zijn onder andere uitgesloten van het toepassingsgebied van dit besluit : 1° de uitrustingen en bijhorigheden die door hun aard zelf verbruikbaar zijn of die een gebruik van korte duur kennen;2° de persoonlijke of als dusdanig beschouwde uitrustingen van de sportbeoefenaars;3° het materieel voor veiligheidsdoeleinden;4° de kosten voor het vervoeren, het monteren en het fixeren van het materieel;5° het materieel voor de evaluatie en de begeleiding van de training.
Art. 6.Het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld op 50 % van de werkelijke prijs van het materieel of van de prijs die door de Minister wordt bepaald, indien deze prijs lager is dan de werkelijk prijs.
Dat bedrag wordt verminderd met elke overheidssteun die op hetzelfde betrekking hebben.
Voor elk geval bepaalt de Minister het type, de kwaliteit, de hoeveelheid en de maximale prijs van het materieel waarvoor een subsidie kan bekomen worden. Hij houdt rekening met het programma van de sportactiviteiten beoefend door de aanvrager, met het sportmaterieel waarover hij reeds beschikt en met zijn financiële toestand. Hij kan een forfaitair bedrag voor zijn tegemoetkoming bepalen.
Art. 7.Wat de aanvragen betreft ingediend door de sportfederaties bedoeld in de afdelingen II en III van hoofdstuk IV van het decreet en door hun aangesloten verenigingen, is het bedrag van de subsidie, met aftrek van alle andere tegemoetkomingen van de overheid die op hetzelfde betrekking hebben, vastgesteld op : 1° 75 % van de werkelijke prijs van het materieel of van de prijs die door de Minister wordt bepaald, indien deze prijs lager is dan de werkelijke prijs, voor de aankoop van traditioneel sportmaterieel;2° op maximaal 90 % van de werkelijke prijs van het materieel of van de prijs die door de Minister wordt bepaald, indien deze prijs lager is dan de werkelijke prijs, voor de aankoop van sportmaterieel dat aangepast is aan of specifiek is voor de sportbeoefening door de gehandicapten. De Minister kan een forfaitair bedrag voor zijn tegemoetkoming vaststellen.
Art. 8.Tijdens een periode van tien jaar te rekenen vanaf de uitbetaling van de subsidie, mag de begunstigde het gesubsidieerd materieel ofwel ten bezwarende titel ofwel kosteloos niet afstaan, en ook niet uitlenen zonder de voorafgaande toestemming van de Minister.
De begunstigde heeft er evenwel het volle genot van en staat in voor al de onderhouds- en herstellingskosten. Hij draagt de volle verantwoordelijkheid voor het gebruik en de goede bewaring ervan. Hij stelt de administratie op de hoogte van het verlies, het diefstal of de vernietiging van het gesubsidieerd materieel zodra dit werd vastgesteld.
In geval van ontbinding tijdens de bij het vorig lid bedoelde periode, is de begunstigde instelling ertoe verplicht de administratie er zonder verwijl van op de hoogte te stellen. HOOFDSTUK II. - De procedure voor de toekenning van de subsidies
Art. 9.De aanvraag om subsidie wordt gericht tot de administratie, die ze inschrijft en er goede ontvangst van meldt.
Art. 10.De aanvraag wordt in tweevoud opgesteld op formulieren die door de administratie worden bezorgd. Zij bevat al de inlichtingen die voor het onderzoek nodig zijn.
Het advies en het zegel van de federatie, het overheidsbestuur of de vereniging waarvan de aanvrager rechtstreeks of onrechtstreeks afhangt, is vereist.
Ter staving van de gedetailleerde lijst van het materieel waarvoor de aanvraag werd ingediend, voegt de aanvrager er een of meer prijsoffertes bij die door geraadpleegde leveranciers werden geboden.
Elke offerte geeft nader toelichting, naast de technische kenmerken van het materieel, over de eenheidsprijs ervan, het cijfer van de belasting over de toegevoegde waarde alsook alle elementen waaruit de kostprijs bestaat (vervoer, eventuele korting door de leverancier toegestaan, . .). Naargelang van het geval worden alle documenten bezorgd die werden opgesteld voor de gunning van de opdracht.
Art. 11.De administratie geeft de aanvrager kennis van het maximumbedrag van de toegekende subsidie.
Art. 12.Te rekenen vanaf het versturen van het bewijs van ontvangst waarvan sprake in artikel 9, is het de aanvrager toegelaten het materieel te bestellen waarvoor de subsidie werd aangevraagd. Deze toelating geldt geenszins als belofte van subsidiëring. Elke bestelling die vóór deze datum werd gedaan heeft de weigering van de subsidie als gevolg.
Art. 13.Voordat de subsidie wordt uitbetaald, bezorgt de aanvrager binnen een termijn bepaald in de bij artikel 11 bedoelde kennisgeving aan de administratie de factuur van de aankoop van het gesubsidieerd materieel dat door de leverancier werd geleverd. In dat document worden de gegevens vermeld die in de in aanmerking komende offerte voorkomen en waarvan sprake in artikel 10. Daarop staat vermeld: « Deugdelijk en onvergolden verklaard tot het bedrag van . . » (voluit) » en wordt ondertekend en gedagtekend door de leverancier.
Indien hij een beroep doet op verschillende leveranciers, worden al de facturen onder een enkele verzending bezorgd.
Art. 14.Vanaf de ontvangst van de bij artikel 13 bedoelde documenten wordt de subsidie door de administratie uitbetaald. De subsidie wordt in één keer uitbetaald.
Art. 15.Binnen de termijn van dertig dagen die volgt op de uitbetaling van de subsidie, is de aanvrager ertoe verplicht het bewijs van betaling van de facturen betreffende het gesubsidieerd materieel aan de administratie te bezorgen.
Art. 16.In geval van afstand, diefstal, vernietiging van het gesubsidieerd materieel of van ontbinding van de instelling die de subsidie geniet binnen de periode van 10 jaar, bedoeld bij artikel 8, zal de administratie de terugbetaling van de subsidie eisen pro rata de waarde van het materieel.
Deze waarde houdt rekening, na aftrek van de verouderde staat, met de aankoopprijs van het gesubsidieerd materieel en met het bedrag van de toegekende subsidie. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 17.De aanvragen om subsidies voor de aankoop van sportmaterieel die werden ingediend vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit blijven onderworpen aan de bepalingen die vroeger van toepassing waren.
Art. 18.De indiening van een aanvraag om subsidie kan niet aanvaard worden indien een voorafgaande aanvraag nog hangende is bij de administratie.
Art. 19.Het besluit van de Executieve van 10 maart 1982 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies voor de aankoop van sportmaterieel wordt opgeheven.
Art. 20.De Minister tot wiens bevoegdheid de sport behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 21.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2001.
Brussel, 19 januari 2001.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, R. DEMOTTE