De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 17 mei 1999 betreffende het hoger kunstonderwijs, inzonderheid op artikel 26;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 29 juli 1999 houdende regeling van haar werking, inzonderheid op artikel 6, § 1, 10°, a);

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 april 2000 houdende oprichting van de Hoge Raad voor het hoger kunstonderwijs, inzonderheid op de artikelen 1 en 2;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs, Besluit : HOOFDSTUK I. - De Hoge Raad voor het hoger kunstonderwijs

Artikel 1.Tot lid van de Hoge Raad voor het hoger kunstonderwijs worden benoemd : § 1 - als werkende leden die de inrichtende machten vertegenwoordigen : 1. de heer B.DEKAISE; 2. de heer P.ERMANS; 3. de heer M.TORDOIR. § 2 - als plaatsvervangende leden die de inrichtende machten vertegenwoordigen : 1. de heer J.BAILY; 2. de heer A.DELALLEAU; 3. de heer J.-P. FRERE. § 3 - als werkende leden die de personeelsleden van de instellingen voor hoger kunstonderwijs vertegenwoordigen : 1. Mevr.M.-A. CAPRON; 2. Mevr.C. POCHET; 3. Mevr.A.-M. WYNANTS; 4. de heer B.BAY; 5. de heer S.BONHEURE; 6. de heer A.BOUGARD; 7. de heer J.-P. CASIMIR; 8. de heer M.CEDER; 9. de heer A.DEJARDIN; 10. de heer F.de ROOS; 11. Mevr.F. BOREL; 12. de heer S.FLAME; 13. de heer A.FOULON; 14. de heer P.GUEBEN; 15. de heer M.HALLYNCK; 16. de heer M.PARFONDRY. § 4 - als plaatsvervangende leden die de personeelsleden van de instellingen voor hoger kunstonderwijs vertegenwoordigen : 1. de heer J.LECOUTURIER; 2. de heer L.MASSAERT; 3. de heer P.PIRLOT; 4. de heer A.CEYSENS; 5. Mevr.F. KLEIN; 6. de heer W.SPRIET; 7. de heer M.BOERMANS; 8. mevrouw C.ANCIAUX; 9. de heer J.-P. RENSONNET; 10. de heer M.de WARZEE; 11. de heer D.DE RUDDER; 12. de heer L.VANGRUNDERBEEK; 13. Mevr.M. FRICHE; 14. de heer R.EMPAIN; 15. de heer M.DEOM; 16. de heer M.COMINOTTO. § 5 - als werkende leden die de op het niveau van de Gemeenschap erkende representatieve organisaties van de studenten vertegenwoordigen : 1. de heer A.GLINOER; 2. de heer J.BRETZNER; 3. de heer J.PITSETS. § 6 - als plaatsvervangende leden die de op het niveau van de Gemeenschap erkende representatieve organisaties van de studenten vertegenwoordigen : 1. de heer A.WALKIERS; 2. de heer B.DU CHAMPS; 3. de heer S.FOBE. § 7 - als werkende leden die de vakbonden en de interprofessionele organisaties vertegenwoordigen : 1. Mevr.C. CORNET; 2. de heer J.-M. ANSCIAUX; 3. de heer J.GIOT; 4. de heer M.HENDRICKX; 5. de heer J.JONKERS; 6. de heer A.VAN CAULAERT. § 8 - als plaatsvervangende leden die de vakbonden en de interprofessionele organisaties vertegenwoordigen : 1. Mevr.C. DIEU; 2. Mevr.M.-J. JAMAR; 3. de heer R.MANCHON; 4. de heer P.BERTIN; 5. de heer P.ATERIANUS; 6. de heer H.MEYER. HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 28 november 2000.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap, De Minister van Hoger Onderwijs, F. DUPUIS