gepubliceerd op 22 december 2000
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij een vergoeding voor het gebruik van een fiets wordt toegekend aan de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van het « Commissariat générale aux Relations internationales », van de « Office de la Naissance et de l'Enfance » en van de « Service de perception de la redevance radio et télévision de la Communauté française »
20 NOVEMBER 2000. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij een vergoeding voor het gebruik van een fiets wordt toegekend aan de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van het « Commissariat générale aux Relations internationales », van de « Office de la Naissance et de l'Enfance » en van de « Service de perception de la redevance radio et télévision de la Communauté française »
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3 gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het protocol nr. 229 van het comité van sector XVII, gesloten op 22 februari 2000;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 oktober 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort, gegeven op 20 december 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister tot wiens bevoegdheden de ambtenarenzaken behoren, gegeven op 16 december 1999;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van 11 mei 2000 over het verzoek om advies dat de Raad van State binnen een maand moet uitbrengen;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. L.30.215/2/V, gegeven op 19 juli 2000, bij toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van 9 november 2000;
Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de statutaire en contractuele personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, alsook op de statutaire en contractuele personeelsleden van het « Commissariat général aux Relations internationales », van de « Office de la Naissance et de l'Enfance » en van de « Service de perception de la redevance radio et télévision de la Communauté française ». HOOFDSTUK II. - Gebruik van de fiets op de weg van en naar het werk
Art. 2.§ 1. De personeelsleden bedoeld bij artikel 1 die hun fiets gebruiken om zich naar hun werkplaats te begeven hebben recht, wanneer de af te leggen afstand tussen hun woonplaats en de werkplaats minstens één kilometer bedraagt, op een vergoeding van 6 BEF per afgelegde kilometer, afgerond op de hogere kilometer.
Dezelfde vergoeding is toegekend aan de personeelsleden die hun fiets gebruiken om zich van hun woonplaats naar een halte van het gemeenschappelijk vervoer of van de halte van het gemeenschappelijk vervoer naar hun werkplaats begeven, voor zover het gebruik van het gemeenschappelijk vervoer ertoe dient om zich naar de werkplaats te begeven en dat de afstand tussen de woonplaats of de werkplaats en de halte van het gemeenschappelijk vervoer misntens één kilometer bedraagt. § 2. Het gebruik van een fiets kan plaatshebben vóór of na het gebruik van een particulier automotorisch voertuig voor zover dat voertuig niet het bezit zou zijn van het personeelslid en dat het gelijktijdig gebruikt wordt voor de verplaatsing van meerdere personen die onder eenzelfde dak wonen. In dit geval zijn ook de regels van § 1 van toepassing. § 3. De geïnde vergoeding voor het gebruik van een fiets kan in geen enkel geval gecumuleerd zijn met een vergoeding voor vervoerskosten voor hetzelfde traject en dezelfde periode. § 4. De toekenning van een vergoeding is voorbehouden voor de personeelsleden die gedurende minstens tien werkdagen per maand hun fiets gebruiken voor de verplaatsingen bedoeld bij paragraaf 1. HOOFDSTUK III. - Gebruik van een fiets voor het vervullen van dienstopdrachten
Art. 3.De bij artikel 1 bedoelde personeelsleden die verplaatsingen doen in het belang van de dienst of wegens dienstverplichtingen hebben recht op een vergoeding van 6 BEF afgelegde kilometer, afgerond op de hogere kilometer. HOOFDSTUK IV. - Aanvraag en uitbetaling van de vergoeding
Art. 4.Mits gebruik van een fiets dat beantwoordt aan de bij artikel 2 bepaalde voorwaarden, kan de aanvraag tot uitbetaling van de vergoeding maandelijks ingediend worden bij de Dienst Personeel of de daartoe gemandateerde ambtenaar via een formulier waarvan model als bijlage 1 bij dit besluit.
Op dit formulier, vermeldt het personeelslid het totaal aantal afgelegde kilometers, afgerond op de hogerre eenheid, alsook het bedrag van de vergoeding waarop hij recht meent te hebben.
De eerste indiening van dat formulier gaat gepaard met een beschrijving van de gevolgde weg alsook van het aantal kilometers heen en terug. De keuze van deze weg wordt aangepast aan de eigen specificiteiten van fietsverplaatsingen, in het bijzonder deze vereist voor de veiligheid van de fietser in het verkeer.
Elke latere wijziging van de weg moet via een nieuwe beschrijving vermeld worden via een ad hoc verantwoording.
Art. 5.§ 1. De Dienst Personeel of de daartoe aangewezen ambtenaar zendt de aanvragen op basis van de formulieren opgenomen als bijlage 1 met zijn advies, binnen de veertien werkdagen vanaf de ontvangst, over naar de daartoe gemandateerde overheid.
Deze laatste beslist, binnen een termijn van één maand na de zending, van de te volgen weg en van de afstand, het totaal aantal kilometers heen en terug zijn de afgerond op de hogere eenheid. De datum van inwerkingtreding van de beslissing tot toekenning wordt in de beslissing vermeld.
Bij gebrek aan een formele beslissing binnen de bepaalde termijn, wordt de aanvraag als zijnde aangenomen geacht. § 2. De bepalingen van § 1 zijn toepasselijk op iedere wijziging van de weg bepaald bij de eerste aanvraag om vergoeding.
Art. 6.Wanneer het personeelslid zijn akkoord niet kan betuigen met de weg of de afstand die opgelegd zijn, deelt hij zijn bezwaar aan de bij artikel 5, § 1, bedoelde overheid mee, binnen een termijn van tien werkdagen na er kennis van te hebben genomen.
De eindbeslissing behoort tot deze overheid, die over tien werkdagen beschikt vanaf de ontvangst van het bezwaar van betrokkene. Ze wordt onmiddellijk medegedeeld aan betrokkene.
Art. 7.§ 1. Indien het gebruik van de fiets wel beantwoordt aan de bij artikel 3 bepaalde voorwaarden, dient de aanvraag tot uitbetaling van de vergoeding maandelijks ingediend te worden bij de Dienst personeel of de daartoe gemandateerde ambtenaar via het formulier waarvan model als bijlage 2 van dit besluit. Dit formulier vermeldt het totaal aantal van afgelegde kilometers, afgerond op de hogere eenheid, alsook het bedrag van de vergoeding waartoe het personeelslid recht meent te hebben. § 2. Op dit document worden de datums en de reizen afgelegd in het kader van de vervulde opdrachten medegedeeld.
Art. 8.De personeelsleden zenden hun aanvraag tot vergoeding aan hun Dienst Personeel of aan de daartoe aangewezen ambtenaar over, die ze zal doorsturen, na advies, naar de daartoe gemandateerde overheid binnen een termijn van veertien werkdagen vanaf hun ontvangst.
Art. 9.De bij artikel 5 bedoelde overheid is belast, na verificatie, met de uitbetaling van de vergoeding, op maandelijkse basis. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.
Brussel, 20 november 2000.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister belast met Ambtenarenzaken, W. TAMINIAUX