13 JULI 2000. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de toezichtstaken van de Regeringscommissarissen van de Franse Gemeenschap op de Hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decret van 9 septembre 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen, inzonderheid op artikel 41;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 december 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 15 december 1999;

Gelet op het protocol van 8 februari 2000 van het Sectorcomité IX;

Gelet op het protocol van 6 januari 2000 inzake overleg met de representatieve studentenorganisaties;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 29 mei 2000;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek;

Gelet op de beraadslaging van 13 juli 2000 van de Regering van de Franse Gemeenschap, Besluit :

Artikel 1.Buiten de taken bepaald bij de artikelen 40 en 41, lid 2 van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen, zijn de Regeringscommissarissen belast met de volgende opdrachten : 1° de conformiteit en de naleving van de beslissingen controleren, met inbegrip van de overeenkomsten, gesloten door de inrichtende macht of de overheid van de Hogeschool optredend bij afvaardiging, met de wetten, decreten, besluiten en reglementen genomen in toepassing van bedoelde wetten of decretten.Als dusdanig zijn zij belast met de controle op de naleving van de bepalingen betreffende de instelling, de samenstelling en de werking van de beheers- en adviesorganen van de Hogeschool; 2° de regelmatigheid van de studies controleren.Zij zijn belast met : a) de controle van het aantal regelmatig ingeschreven studenten in de Hogeschool;b) de controle van het aantal studenten die in aanmerking kunnen komen voor de financiering en van het aantal eenheden arbeidsprestaties (EAP), overeenkomstig de artikelen 17 en volgende van het decreet.3° de conformiteit van de beslissingen en hun opvolging met betrekking tot de aanwending van de jaarlijkse toelage door de Hogeschool, met inachtneming van de artikelen 3, 30, 31, 32, 33 en 34 van het Decreet : a) nazien of de percenten vastgesteld bij het decreet betreffende de personeelsformatie en het aantal benoemingen worden nageleefd binnen de perken van de jaarlijkse toegekende toelage;b) de gegevens nazien die aan het bestuur worden doorgezonden wat betreft de arbeidsprestaties van de personeelsleden ten laste van de envelop van de hogeschool;c) controle uitoefenen op de gegevens van de dossiers van de personeelsleden, behoudens de persoonlijke gegevens waarvan de inrichtende macht alleen kennis heeft, waardoor, de in de leden a) en b) vermelde taken uitgevoerd kunnen worden;d) nazien of de regeling betreffende de overheidsopdrachten door de Hogeschool nageleefd wordt;e) de wettelijkheid controleren van al het examengeld en van al de bijdragen die aan de studenten worden gevraagd;4° de naleving van de artikelen 75, 89, 90 en 91 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de organisatie van het onderwijs in Hogescholen controleren, meer bepaald de conformiteit van de door de Sociale Raden van de Hogescholen aangenomen beslissingen en de aanwending van de totaliteit van de toelagen, te weten : a) besteding van de sociale subsidies aan de doeleinden vermeld in artikel 90 van bedoeld decreet;b) de begroting en de comptabiliteit van het vorige jaar in samenwerking met de Studentenraad;c) de inhoud van het jaarlijks voorgelegd verslag.

Art. 2.De commissarissen bezorgen aan de Regering de statistieke gegevens over de studentenbevolkingen en de personeelsleden van de Hogescholen.

Art. 3.De commissarissen zenden uiterlijk 15 mei hun opmerkingen en suggesties betreffende het jaarlijks activiteitsverslag van de Hogeschool naar de Regering en de voorzitter van de pedagogische Gemeenschapscommissie.

Art. 4.De commissarissen vergaderen regelmatig in een College om hun praktijken te harmoniseren. Zij stellen notulen op over elke vergadering die zij naar de Regering sturen via de Algemene Directie voor het Niet Verplicht Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, die haar eventuele opmerkingen er aan toevoegen kan. Ten minste tweemaal per jaar neemt de directeur-generaal of zijn afgevaardigde deel aan de vergadering van het College.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2000.

Art. 6.De Minister tot wiens bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 13 juli 2000.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS