gepubliceerd op 29 oktober 1999
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap ter uitvoering van het decreet van 15 maart 1999 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap
11 JUNI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap ter uitvoering van het decreet van 15 maart 1999 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 15 maart 1999 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 7, 9 en 10;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 maart 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 14 april 1999;
Gelet op het protocol van 5 mei 1999 van het Comité van de provinciale en lokale overheidsdiensten, sectie II : Gelet op de beraadslaging van 26 april 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap over het verzoek om advies dat de Raad van State binnen een maand moet uitbrengen;
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 2 juni 1999, in toepassing van artikel 84, lid 1,1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister tot wiens bevoegdheid het kunstonderwijs met beperkt leerplan behoort;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "het decreet" : het decreet van 15 maart 1999 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;2° "de inspectie" : de inspectie bedoeld bij artikel 24, § 2, lid 2, 3° van de wet van 29 mei 1959 houdende wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, zoals gewijzigd;3° "de Commissie" : de Commissie voor de opleiding tijdens de loopbaan, bedoeld bij artikel 10 van voormeld decreet van 15 maart 1999;4° "de Minister" : de Minister belast met het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan;5° "de verantwoordelijken voor de organisatie van de opleidingen" : de inrichtende machten of de organen voor de representatie en de coördinatie van de inrichtende machten of de Algemene Dienst voor de pedagogische aangelegenheden, de vorsing inzake pedagogie en de begeleiding van het onderwijs, georganiseerd door de Franse Gemeenschap bedoeld bij artikel 9 van voormeld decreet van 15 maart 1999. HOOFDSTUK II. - De werking van de commissie
Art. 2.De leden van de Commissie bedoeld bij artikel 10 van het decreet worden, op initiatief van de Voorzitter, acht dagen voor de vergadering samengeroepen.
De mandaten van de leden van de Commissie zijn kosteloos.
De reiskosten van de leden van de Commissie en haar werkingskosten zijn ten laste van de begroting van de Algemene Dienst van het onderwijs voor sociale promotie, het kunstonderwijs met beperkt leerplan en het afstandsonderwijs.
Voor de terugbetaling van de reiskosten worden de personeelsleden van de Franse Gemeenschap bedoeld bij artikel 10 van het decreet gelijkgesteld met de rang die zij bekleden. De andere leden worden gelijkgesteld met de ambtenaren van rang 12.
Voor zover dit begrip op hen van toepassing kan zijn, worden de leden van de Commissie als in dienstactiviteit beschouwd wanneer zij aan de Commissie deelnemen.
Art. 3.De Commissie vergadert in de loop van januari om de lijst op te stellen van de gemeenschappelijke algemene opleidingsthema's bedoeld bij artikel 10, lid 1 van het decreet betreffende de organisatie van de opleiding tijdens de loopbaan voor het volgend kalenderjaar.
Binnen de acht dagen die volgen op deze vergadering, zendt de Voorzitter van de Commissie deze lijst door naar de vakverenigingen vertegenwoordigd in het Comité van de provinciale en lokale overheidsdiensten, sectie II, die veertien dagen tijd hebben, te rekenen vanaf de ontvangst van de lijst, om hun advies aan de Voorzitter van de Commissie mede te delen.
Elke vakvereniging bedoeld bij lid 2 : 1° ofwel betuigt haar instemming met de door de commissie voorgestelde lijst;2° ofwel stelt een andere met redenen omklede lijst voor. De Commissie vergadert binnen de veertien dagen die volgen op de ontvangst van de adviezen van de vakverenigingen bedoeld bij lid 2, om de definitieve lijst op te stellen waarin de gemeenschappelijke algemene thema's over de opleiding zijn opgenomen en om haar ter goedkeuring aan de Minister voor te leggen uiterlijk 15 maart, overeenkomstig artikel 10, lid 1 van het decreet.
Wanneer de Commissie een lijst opstelt die verschilt van deze bedoeld bij lid 3, 2° geeft zij haar met redenen omklede keuze aan de Minister en aan de betrokken vakvereniging te kennen.
Art. 4.Indien de Minister zijn goedkeuring hecht aan de bij artikel 3 bedoelde lijst, belast hij de Algemene Dienst van het onderwijs voor sociale promotie, voor kunstonderwijs met beperkt leerplan en voor afstandsonderwijs die lijst aan de Commissie en aan de representatie- en coördinatieorganen van de inrichtende machten door te zenden.
Indien hij die lijst niet goedkeurt, verzoekt hij de Commissie deze binnen de veertien dagen te wijzigen. Na deze termijn wijzigt de Minister die lijst en belast de Algemene Dienst van het onderwijs voor sociale promotie, voor kunstonderwijs met beperkt leerplan en voor afstandsonderwijs die lijst aan de Commissie en aan de representatie- en coördinatieorganen van de inrichtende machten door te zenden. HOOFDSTUK III. - De organisatie van de opleiding
Art. 5.De bij artikel 9, 2° en 3° van het decreet bedoelde opleidingen worden georganiseerd op basis van een overeekomst gesloten tussen de Minister en de verantwoordelijke voor de organisatie van de opleidingen, opgesteld volgens het model als bijlage I bij dit besluit.
Een exemplaar van de bij lid 1 bedoelde overeenkomst moet voor het begin van de opleiding bezorgd worden aan : 1° de Algemene Dienst van het onderwijs voor sociale promotie, voor kunstonderwijs met beperkt leerplan en voor afstandsonderwijs;2° de Voorzitter van de Commissie; 3° de Inspectiedienst.
Art. 6.Wat de opleidingsactiviteiten betreft georganiseerd in toepassing van artikel 9 van het decreet, moet het verslag van de Inspectie uiterlijk in de loop van de maand die volgt op het einde van de opleiding tijdens de betrokken loopbaan gestuurd worden naar de Algemene Dienst van het onderwijs voor sociale promotie, voor kunstonderwijs met beperkt leerplan en voor afstandsonderwijs.
Bij ontstentenis van het in lid 1 bedoeld verslag of in geval van overschrijding van de bepaalde termijn, wordt het advies van de Inspectie als gunstig geacht.
Art. 7.Het bij artikel 7 van het decreet bedoeld attest wordt uitgereikt volgens het model als bijlage II bij dit besluit. HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 8.Voor het jaar 2000 wordt de bij artikel 10, lid 1 van het decreet bedoelde lijst uiterlijk 30 november 1999 ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd.
Art. 9.Worden erkend als representatie- en coördinatieorganen van de inrichtende machten, bedoeld bij artikel 1 : 1° De Raad voor het Gemeentelijk en Provinciaal Onderwijs, met zijn zetel te 1040 Brussel, Galliërsstraat 32, die de inrichtende machten vertegenwoordigt die inrichtingen voor kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan organiseren, gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;2° De federatie van de vrije, zelfstandige gesubsidieerde scholen, met haar zetel te 1180 Brussel, Rij kwachtersdreef, 45 die de privé overheden vertegenwoordigt die inrichtingen voor kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan organiseren, gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1999.
Art. 11.De Minister tot wiens bevoegdheid het kunstonderwijs met beperkt leerplan behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 11 juni 1999 Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
BIJLAGE 1 Overeenkomst gesloten in het kader van het decreet van 15 maart 1999 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap Tussen, enerzijds, : En, anderzijds, : Wordt overeengekomen : Artikel 1 Deze overeenkomst heeft tot doel de nadere regels inzake organisatie en werking van de opleiding vast te stellen die gegeven wordt in het kader van de opleiding tijdens de loopbaan van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en het opvoedend hulppersoneel van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan gesubisdieerd door de Franse Gemeenschap.
Art. 2 : opleiding Deze overeenkomst beoogt het volgende opleidingsprojekt : Type van voorgestelde opleiding : gemeenschappelijk algemeen thema (1) specifiek thema (1) Indien het over een gemeenschappelijk algemeen thema gaat, meer klaarheid scheppen over de overeenstemmingen met een van de gemeenschappelijke algemene opleidingsthema's goedgekeurd door de Regering van de Franse Gemeenschap Betiteling van de opleiding : Doelstellingen van de opleiding : Inhoud van de opleiding : Art. 3 : opleider(s) De bij artikel 2 bedoelde opleiding wordt gegeven door de volgende opleider(s) :
Art. 4.Beschrijving van het betrokken publiek : Voorzien aantal deelnemers : Art. 5 : uurregeling van de opleiding : Voorziene duur van de opleiding : van . . . . . tot . . . . .
Uurregeling van de opleiding : zie bijlage Art. 6 : kosten van de opleiding Kosten inzake beheer en secretariaat : (1) Opleider(s) : Bezoldigingen : Verplaatsingen (2) Huisvesting (3) Didactisch materieel : Aankoop of huur van didactisch materieel (boeken, publicaties, tijdschriften, video, projectie, informatica,....) uitsluitend ten behoeve van de opleiding : Onthaal : Kosten voor het onthaal en de maaltijden van de opgeleide ambtenaren en de opleiders : Lokalen : Localisatie van de zaal : Huisvesting (4) Verspreiding van de informatie : Met uitsluiting van elke publicatie bestemd voor de verkoop, en met een maximum van 5.000 BEF Totaal : Art. 7 : Slotbepaling Deze overeenkomst treedt in werking op . . . . . en eindigt op . . . . .
Handtekeningen : Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 11 juni 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende uitvoering van het decreet van 15 maart 1999 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap Brussel, 11 juni 1999.
De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE _______ Nota's (1) Doorhalen wat niet past Deze kosten mogen niet hoger oplopen dan 12 % van de toegekende begrotingen (voorbeeld : administratief personeel, telefoon, papier, zegels fotocopieën, klein materieel, informatie brochures,....) (2) Voor de formateur(s) die zijn (hun) persoonlijk voertuig gebruikt (gebruiken) : toepassing van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, zoals het werd gewijzigd.(3) Enkel voor vreemde formateur(s) of voor residentiële stages.(4) Enkel voor de residentiële stages. BIJLAGE II Attest uitgereikt in het kader van de opleiding tijdens de loopbaan van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap (decreet van 15 maart 1999) Wij verklaren dat Mej, Mevr, De heer (1) . . . . .
Wonende te : (P.N.)...... ((plaats) . . . . . . . . . . (straat) nr..... die het ambt van . . . . . uitoefent in de volgende inrichting : . . . . . (benaming) . . . . . (straat, nr.) . . . . . (P.N. plaats) als : deelnemer (1) formateur (trice) (1) deelgenomen heeft aan de opleiding tijdens de loopbaan waarvan de kenmerken hierna vermeld zijn : Thema : . . . . .
Discipline(s) : . . . . .
Opleidingsdag(en) - residentiële stage (1) Datum(data) : . . . . .
Plaats(en) : . . . . .
Gedaan te . . . . . ,op . . . . .
De Inspecteur(trice) De Verantwoordelijke voor de Opleiding, Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 11 juni 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende uitvoering van het decreet van 15 maart 1999 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.
De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE _______ Nota (1) Doorhalen wat niet past.