Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 28 juni 1999
gepubliceerd op 14 september 1999

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de toekenning van een kledingtoelage aan sommige personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999029504
pub.
14/09/1999
prom.
28/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/28/1999029504/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 JUNI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de toekenning van een kledingtoelage aan sommige personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 januari 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 28 juni 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 28 juni 1999;

Gelet op het protocol nr. 208 van het Onderhandelingscomité van Sector XVII, gesloten op 12 maart 1999;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 28 juni 1999, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de ambtenaren, stagiairs en contractuele personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.

Art. 2.Onder de bij dit besluit bepaalde voorwaarden kan een jaarlijkse kledingtoelage worden toegekend aan personeelsleden van niveau 3 of van niveau 4 die een ambt inzake onthaal of een ambt van chauffeur, kamerbewaarder of magazijnknecht uitoefenen.

Zij geeft recht op een bestelbon waarmee die personeelsleden kledingstukken die aan hun ambt aangepast zijn in een inrichting naar hun keuze kunnen aankopen.

De bestelbon bepaalt dat die kledindstukken alleen door het personeelslid mogen aangekocht worden, dat zij voor dat personeelslid persoonlijk bestemd moeten zijn en met zijn ambt overeenstemmen.

Art. 3.De jaarlijkse kledingtoelage mag niet worden gecumuleerd met een toelage voor de uitoefening van een hoger ambt in een betrekking van niveau 2. HOOFDSTUK II. - Aanwijzing van de gerechtigde personeelsleden

Art. 4.Voor de Diensten van het Secretariaat-generaal en elk Algemeen bestuur, leggen ambtenaren bekleed met een graad van ten minste rang 12 die door de Secretaris-generaal en iedere Administrateur-generaal daartoe worden aangewezen, aan de Secretaris-generaal de lijst voor van de personeelsleden die de jaarlijkse kledingtoelage mogen genieten.

Die voorstellen houden rekening met de behoeften van de personeelsleden, rekening houdend met onder meer de staat van hun kleding.

Op grond van die voorstellen en met inachtneming van artikel 3, stelt de Secretaris-generaal de lijst vast van de personeelsleden die hij aaanwijst als gerechtigd op de kledingtoelage en zendt hun een bestelbon over.

Hij kan deze laatste opdracht delegeren aan een ambtenaar bekleed met een graad van ten minste rang 12.

Art. 5.Elke aanwijzing heeft uitwerking met ingang van 1 januari van het betrokken jaar, wanneer zij betrekking heeft op een personeelslid dat op die datum een van de in artikel 2 bedoelde ambten uitoefent.

Als dit niet het geval is, heeft zij uitwerking met ingang van de eerste dag van de maand die volgt op de maand gedurende welke het personeelslid dat ambt begint uit te oefenen.

Zij houdt op uitwerking te hebben op 31 december van het betrokken jaar. HOOFDSTUK III. - Waarde van de kledingtoelage

Art. 6.De in artikel 2 bedoelde bestelbon bedraagt vijfentwentig duizend frank wanneer het personeelslid aangewezen is met uitwerking met ingang van 1 januari van het betrokken jaar.

Wanneer dit niet het geval is, wordt dat bedrag verminderd in verhouding tot het aantal maanden van het betrokken jaar gedurende welke het personeelslid aangewezen werd met toepassing van artikel 4.

Die waarde wordt gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de nadere regels bepaald in de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld met toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die gelden voor de uitbetaling van de wedden.

Zij is verbonden aan spilindex 138,01. HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Art. 8.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 juni 1999.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap, De Minister van Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

^