Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 23 juni 1999
gepubliceerd op 18 augustus 1999

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap genomen ter uitvoering van artikel 8 van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999029473
pub.
18/08/1999
prom.
23/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/23/1999029473/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 JUNI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap genomen ter uitvoering van artikel 8 van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de verscheidene Inrichtende machten de kandidaatstellingen tot een tijdelijke aanwijzing in een Hogeschool in verband met de vereiste bekwaamheidsbewijzen dienen te rangschikken zodat de verschillende overheden van de Hogescholen in staat zouden worden gesteld met kennis van zaken te beslissen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 mei 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 11 juni 1999;

Gelet op het protocol van 31 mei 1999 van de comités voor sector IX en van het Comité van de plaatselijke en provinciale openbare diensten, 2e afdeling;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 juni 1999, Besluit :

Artikel 1.Er wordt een Commissie voor de erkenning van de nuttige ervaring opgericht, hierna de Commissie.

Na advies van de Commissie beslist de Regering of de diensten gepresteerd of verklaard door de kandidaat voor een aanwijzing of een tijdelijke aanwerving in het ambt van meester voor praktische opleiding in een Hogeschool de nuttige ervaring uitmaken, bedoeld bij artikel 8 van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.

Art. 2.De Commissie wordt als volgt samengesteld : 1° één voorzitter : de directeur-generaal van het personeel van het onderwijs van de Franse Gemeenschap of diens afgevaardigde van minstens rang 15;2° één ondervoorzitter : de directeur-generaal van het personeel van het gesubsidieerd onderwijs of diens afgevaardigde van minstens rang 15;3° de volgende leden : a) een werkend lid en zijn plaatsvervanger, titularissen van een graad gerangschikt in één van de rangen 10 tot 12 van de algemene directie van het personeel van het onderwijs van de Franse Gemeenschap en vastbenoemd;b) een werkend lid en zijn plaatsvervanger, titularissen van een graad die gerangschikt is in één van de rangen 10 tot 12 van de algemene directie van het personeel van het gesubsidieerd onderwijs en vastbenoemd;c) drie leden en hun plaatsvervangers gekozen door de Regering onder de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel in de Hogescholen en voorgedragen door de Algemene Raad van de Hogescholen, waarbij ieder net over minstens één mandaat beschikt;d) drie leden en hun plaatsvervangers die de vakbonden vertegenwoordigen die zetelen binnen het Comité voor sector IX of het Comité van de plaatselijke en provinciale openbare diensten, 2e afdeling;deze leden worden door de Regering gekozen op de voordracht van hun respectieve vakbond onder de vastbenoemde of aangeworven personeelsleden. Het SLFP, de FSCSP en de CGSP beschikken elk over minstens één mandaat.

Art. 3.De voorzitter, de ondervoorzitter, de werkende leden en de plaatsvervangende leden worden door de Regering aangesteld, voor een hernieuwbare termijn van vier jaar.

Art. 4.De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement op. Dit reglement wordt door de Regering goedgekeurd.

De Commissie wordt bijgestaan door een secretaris en een plaatsvervangend secretaris aangewezen door de Regering onder de ambtenaren van het Ministerie van de Franse Gemeenschap die titularis zijn van de graad van attaché.

De secretaris en de plaatsvervangend secretaris zijn niet stemgerechtigd.

Art. 5.De Commissie kan het advies van deskundigen vragen.

Art. 6.§ 1. Iedere persoon die het advies van de Commissie vraagt, moet zijn aanvraag indienen per ter post aangetekende brief toegezonden aan de voorzitter van de Commissie Administration générale des personnels de l'Enseignement, Espace 27 septembre, Léopold II-laan 44, te 1080 Brussel. § 2. In de aanvraag dienen alle elementen vervat te worden, die de Commissie in staat zullen stellen een advies uit te brengen met kennis van zaken alsook al de stukken om deze elementen te controleren.

De aanvraag wordt ingediend met de documenten van de bijlagen 1 en 2 bij dit besluit.

Art. 7.De Commissie neemt haar beslissing met inachtneming, voor de te begeven cursus(sen) in de zin van het decreet van 8 februari 1999, van de diensten gepresteerd door de kandidaat ofwel in een familieonderneming of in het kader van activiteiten die hij voor eigen rekening heeft uitgeoefend, ofwel in een openbare of private dienst of inrichting, ofwel in een beroep of vak.

Art. 8.Iedere persoon die een aanvraag tot erkenning van nuttige ervaring indient, kan gehoord worden door de Commissie, indien deze laatste er de wens van uitdrukt.

Art. 9.De Commissie beraadslaagt en beslist geldig indien minstens de helft van de leden aanwezig zijn.

De adviezen worden bij volstrekte meerderheid der aanwezige leden uitgebracht. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Ieder werkend lid dat een vergadering niet kan bijwonen verwittigt er de voorzitter van en vraagt aan zijn plaatsvervanger op de vergadering aanwezig te zijn.

Art. 10.Binnen de vier maanden die de datum van ontvangst van de aanvraag volgen, dient de Commissie : - ofwel de Regering een advies van erkenning van nuttige ervaring van het vak zoals bepaald in artikel 8 van het decreet van 8 februari 1999 voor te leggen; - ofwel per ter post aangetekende brief de kandidaat te verwittigen dat de Commissie beslist heeft deze nuttige ervaring niet te erkennen.

De kandidaat beschikt dan over een termijn van veertien dagen te rekenen vanaf de bekendmaking om bij de Commissie een beroep in te stellen. In dat geval, is de Commissie ertoe gehouden haar advies uit te brengen aan de Regering binnen de zes maanden die de datum van ontvangst van de oorspronkelijke aanvraag volgen.

Art. 11.De bij artikel 10 bepaalde termijnen worden opgeschort gedurende de maanden juli en augustus.

Art. 12.Het mandaat van de voorzitters en leden is gratis. Ze hebben recht op de reglementaire tegemoetkomingen in de reis- en verblijfkosten.

Art. 13.De bij artikel 5 bedoelde deskundigen waarvan de administratieve standplaats niet in Brussel gelegen is, hebben recht op de terugbetaling van hun reis- en verblijfkosten.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn goedkeuring door de Regering van de Franse Gemeenschap.

Art. 15.De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 juni 1999.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION

^