gepubliceerd op 11 augustus 1999
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs
5 MEI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens, gecoördineerd op 31 december 1949, inzonderheid op artikel 6 bis gewijzigd bij de wet van 31 juli 1975 en bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 31 mei 1989;
Gelet op de wetten op het technisch onderwijs, gecoördineerd op 30 april 1957, inzonderheid op artikel 17;
Gelet op de wet van 19 juli 1971 betreffende de algemene structuur van het secundair onderwijs, inzonderheid op artikel 5, § 1, gewijzigd bij de wet van 31 juli 1975;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 juli 1985, het koninklijk besluit nr 438 van 11 augustus 1986, het koninklijk besluit van 1 juni 1987, het besluit van de Executieve van 30 augustus 1989 en de besluiten van de Regering van 19 juli 1993, 20 juni 1994, 24 april 1995, 15 juli 1996, 13 juni 1997 en 2 april 1998;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 januari 1999;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 februari 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 9 maart 1999;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 maart 1999 over de aanvraag om advies dat de Raad van State binnen een maand moet uitbrengen;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 april 1999, in toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, belast met het onderwijs;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 mei 1999, Besluit :
Artikel 1.Artikel 6 van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs wordt aangevuld met een lid twee, luidend als volgt : « Voor de leerlingen die uit het buitengewoon onderwijs komen, worden de specifieke toelatingsvoorwaarden bij artikel 59 van dit besluit vastgesteld. »
Art. 2.In artikel 12 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1993 en gewijzigd bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 juni 1994, 15 juli 1996 en 2 april 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : « 1° in 2°, c) worden de woorden « in het gewoon secundair onderwijs » vervangen door de woorden « in het secundair onderwijs met volledig leerplan »; « 2° in 2°, d) worden de woorden « in het gewoon secundair onderwijs » vervangen door de woorden « in het secundair onderwijs met volledig leerplan ».
Art. 3.In artikel 15, 3°, d) van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 juli 1996 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 juni 1997 worden de woorden « in het gewoon secundair onderwijs » vervangen door de woorden « in het secundair onderwijs met volledig leerplan ».
Art. 4.Paragraaf 1 van artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 19 mogen als regelmatig ingeschreven leerlingen toegelaten worden in het vervolmakings- of specialisatiejaar van type I, op het einde van de derde graad en bedoeld bij artikel 4, § 1, 4°en 5° : 1° in het technisch en kunstonderwijs : a) de regelmatig ingeschreven leerlingen die met vrucht het zesde jaar van het algemeen, technisch of kunstsecundair onderwijs hebben beëindigd;b) de regelmatig ingeschreven leerlingen die met vrucht het zevende jaar van het beroepssecundair onderwijs hebben beëindigd;c) de regelmatig ingeschreven leerlingen die met vrucht het zesde jaar van het algemeen, technisch of kunstsecundair onderwijs hebben beëindigd en die daarna in toepassing van artikel 58, § 1 of § 2 een kwalificatiegetuigschrift voor het zesde jaar van het technisch onderwijs of van het kunstonderwijs hebben behaald in een afdeling waarvan de aard overeenstemt met die van het vervolmakings- of specialisatiejaar.». 2° in het beroepsonderwijs : a) de regelmatig ingeschreven leerlingen die met vrucht het zesde jaar van het secundair onderwijs hebben beëindigd;b) de regelmatig ingeschreven leerlingen die met vrucht het zesde jaar van het alterend beroepsonderwijs hebben beëindigd, zoals bepaald in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 januari 1999;c) de regelmatig ingeschreven leerlingen die met vrucht het zesde jaar van het beroepssecundair onderwijs hebben beëindigd en die daarna in toepassing van artikel 58, § 1 of § 2 een kwalificatiegetuigschrift voor het zesde jaar van het beroepssecundair onderwijs hebben behaald in een afdeling waarvan de aard overeenstemt met die van het vervolmakings- of specialisatiejaar.»
Art. 5.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : « Voor de leerlingen die uit het buitengewoon onderwijs komen, worden de specifieke toelatingsvoorwaarden bij artikel 59 van dit besluit vastgesteld. »
Art. 6.In artikel 36 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1993, 15 juli 1996 en 2 april 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : « 1° in 3°, c) worden de woorden « in het gewoon secundair onderwijs » vervangen door de woorden « in het secundair onderwijs met volledig leerplan »; « 2° in 3°, d) worden de woorden « in het gewoon secundair onderwijs » vervangen door de woorden « in het secundair onderwijs met volledig leerplan ».
Art. 7.In artikel 38, 3°, d) van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 juli 1996, worden de woorden « in het gewoon secundair onderwijs » vervangen door de woorden « in het secundair onderwijs met volledig leerplan ».
Art. 8.Paragraaf 1 van artikel 40 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 44 mogen als regelmatig ingeschreven leerlingen toegelaten worden in het vervolmakings- of specialisatiejaar van de hogere secundaire cyclus van type II : 1° in het technisch onderwijs : a) de regelmatig ingeschreven leerlingen die met vrucht het zesde jaar van het algemeen, technisch of kunstsecundair onderwijs hebben beëindigd;b) de regelmatig ingeschreven leerlingen die met vrucht het zevende jaar van het beroepssecundair onderwijs hebben beëindigd;c) de regelmatig ingeschreven leerlingen die met vrucht het zesde jaar van het algemeen, technisch of kunstsecundair onderwijs hebben beëindigd en die daarna in toepassing van artikel 58, § 1 of § 2 een kwalificatiegetuigschrift voor het zesde jaar van het technisch of kunstonderwijs hebben behaald in een afdeling waarvan de aard overeenstemt met die van het vervolmakings- of specialisatiejaar.» 2° in het beroepsonderwijs : a) de regelmatig ingeschreven leerlingen die met vrucht het zesde jaar van het secundair onderwijs hebben beëindigd;b) de regelmatig ingeschreven leerlingen die met vrucht het zesde jaar van het beroepssecundair onderwijs hebben beëindigd en die daarna in toepassing van artikel 58, § 1 of § 2 een kwalificatiegetuigschrift voor het zesde jaar van het beroepssecundair onderwijs hebben behaald in een afdeling waarvan de aard overeenstemt met die van het vervolmakings- of specialisatiejaar.»
Art. 9.In artikel 56, 1°, van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 juli 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt a) wordt vervangen door de volgende bepaling : « a) de wijzigingen inzake onderwijsvorm en onderverdeling door de artikelen 9, 20, § 1, § 2 en § 3, 33 en 45, § 1;2° punt c) wordt afgeschaft.
Art. 10.Artikel 59 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 59.Onverminderd de toepassing, in sommige gevallen, van het besluit van de Regering van 3 januari 1995 betreffende de permanente integratie in het gewoon onderwijs van sommige leerlingen die uit het buitengewoon onderwijs komen, moet de overgang van het buitengewoon onderwijs naar het gewoon secundair onderwijs gebeuren in naleving van de toelatingsvoorwaarden vastgesteld bij dit besluit voor de leerlingen die uit het onderwijs van vorm 4 komen.
In individuele en buitengewone gevallen, kan de minister, op het verzoek van het inrichtingshoofd steunend op een gemotiveerd advies van de toelatingsraad of de toelatingscommissie de leerlingen die wensen over te gaan van het buitengewoon onderwijs van vorm 4 naar het gewoon secundair onderwijs, vrijstellen van de voorwaarden bepaald bij de artikelen 9 tot 15 en 35 tot 38.
De studiejaren van het gewoon secundair onderwijs waartoe de leerlingen, die uit het buitengewoon onderwijs van vorm 3 komen, mogen toetreden, worden bepaald door de Minister tot wiens bevoegdheid het secundair onderwijs behoort.
Om toelating te bekomen over te gaan van het buitengewoon onderwijs naar het gewoon secundair onderwijs, worden een gunstig advies van de toelatingsraad of van de toelatingscommissie, het schriftelijk verzoek van de ouders, van de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent of van de leerling indien hij meerderjarig is, alsook het attest van advies van de begeleidingsinstelling samen met een protocol ter verantwoording, vereist.
De leerlingen die uit de vormen 1 en 2 van het buitengewoon onderwijs komen, zijn niet betrokken bij de overgang naar het gewoon secundair onderwijs behoudens ministeriële afwijking toegekend in uitzonderlijke gevallen, op het verzoek ingediend door het hoofd van een inrichting voor het gewoon secundair onderwijs, na gunstig advies van de begeleidingsinstelling en de pedagogische inspectie van het buitengewoon onderwijs.
Onverminderd de bepalingen van artikel 21, § 3, van dit besluit, mogen de leerlingen die uit het buitengewoon onderwijs van vorm 4 komen, de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs gedurende meer dan drie schooljaren niet volgen, met inbegrip van het jaar of de jaren die zij in het buitengewoon secundair onderwijs hebben doorgebracht.
De bepalingen van artikel 21, § 3 zijn niet van toepassing op de leerlingen die uit het buitengewoon onderwijs van vorm 3 komen noch op de leerlingen die, wanneer zij uit het buitengewoon onderwijs van de vormen 1 en 2 komen, bedoeld worden bij lid 5 van dit artikel. »
Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1999, behoudens artikel 9 dat op 1 januari 1999 in werking treedt.
Art. 12.De Minister tot wiens bevoegdheid het secundair onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 mei 1999.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap, De Minister-Voorzitster, belast met het onderwijs, Mevr. L. ONKELINX