Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 21 april 1999
gepubliceerd op 09 juni 1999

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het jaarlijks verslag over de strijd tegen het falen in de eerste cyclus van het universitair onderwijs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999029326
pub.
09/06/1999
prom.
21/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/21/1999029326/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 APRIL 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het jaarlijks verslag over de strijd tegen het falen in de eerste cyclus van het universitair onderwijs


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen, inzonderheid op artikel 48sexies, lid 6, ingelast bij het decreet van 1 oktober 1998;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 25 februari 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 9 maart 1998;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 maart 1999 over de aanvraag om advies dat door de Raad van State binnen de termijn van een maand dient te worden gegeven;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 1 april 1999, bij toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 april 1999, Besluit :

Artikel 1.Het in artikel 48sexies van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen bepaald jaarlijks verslag bestaat uit ten minste vijf hoofdstukken betreffende volgende punten : 1° het beleid dat gevoerd wordt inzake begeleiding van de studenten van de eerste cyclus, overeenkomstig artikel 2 van dit besluit;2° de maatregelen die worden getroffen en uitgevoerd om tegen het falen in de eerste cyclus te strijden, overeenkomstig artikel 3 van dit besluit;3° de maatregelen voor het beleid betreffende het onthalen, informeren, evalueren, oriënteren, verhelpen en heroriënteren;4° de statistische gegevens inzake inschrijving, slagen, falen en het begeleidingspercentage voor alle studiejaren als ook de bugettaire gegevens waarin nauwkeurig wordt aangetoond dat de bijkomende middelen die worden toegekend ten voordele van de strijd voor het slagen van studenten van de eerste generatie wel daartoe worden aangewend;5° een door de universitaire instelling opgemaakte conclusie, overeenkomstig artikel 6 van dit besluit.

Art. 2.Het hoofdstuk bepaald in artikel 1, lid 1, 1° van dit besluit omvat ten minste de beschrijving van de concrete organisatie van ieder studiejaar van de eerste cyclus van ieder curriculum verstrekt door de universitaire instelling. Inzonderheid worden de vraagstukken uiteengezet betreffende de modularisering of semestrialisering van de organisatie van de theoretische colleges, zoals de samenstelling van twee of meerdere studentengroepen en praktische oefeningen met, als minimum van informatie-elementen, het aantal studentengroepen, de doeleinden van de praktische oefeningen en de menselijke, materiële en financiële middelen die voor die verschillende praktische oefeningen in het werk gesteld worden.

Art. 3.Het hoofdstuk bepaald in artikel 1, lid 1, 2° van dit besluit omvat tenminste de beschrijving van volgende punten : 1° de evaluatie van de toepassing van de bepalingen van wetten, decreten of verordeningen inzake overdracht van waardecijfers;2° de beschrijving van de regels die sommige studenten die een jaar overdoen in de mogelijkheid stellen onderwijsactiviteiten van het hogere studiejaar te volgen of de examens ervan af te leggen en de evaluatie van die regels;3° de beschrijving van de door de universitaire instelling georganiseerde propedeutische periodes, indien die bestaan, met nauwkeurige aangeving van de bedoelde studenten, de bedoelde filieres of studies, de periode(s) waarin die propedeutiek georganiseerd wordt en de georganiseerde leerstoffen of -activiteiten;4° de beschrijving van de tutoraat- of monitoraatstelsels, voor zover die bestaan, met nauwkeurige aangeving van de bedoelde studenten, de bedoelde filieres of studies, de nagestreefde doeleinden, de materiële, financiële en menselijke middelen die in het werk gesteld worden;5° de evaluatie door de universitaire instelling van de toepassing van de in de punten 2° tot 4° van dit lid bepaalde regels, indien ze bestaan.

Art. 4.Het hoofdstuk bepaald in artikel 1, lid 1, 2° van dit besluit omvat ten minste de beschrijving van volgende punten : 1° de beschrijving van de door de universitaire instelling georganiseerde evaluatie- en remediëringsregelen, met nauwkeurige aangeving van de bedoelde studenten, de bedoelde filieres of studies, de door de remediëring nagestreefde doeleinden, de financiële, menselijke en materiële middelen die ervoor in het werk gesteld worden zoals de aard van colleges, oefeningen of leeractiviteiten georganiseerd in het kader van de remediëring;2° de beschrijving van de maatregelen betreffende het onthalen, informeren en oriënteren van de toekomstige studenten;3° de beschrijving van de heroriënteringsregels tijdens het eerste studiejaar, de menselijke, materiële en financiële middelen die ervoor in het werk gesteld worden en het aantal betrokken studenten per georganiseerd curriculum en per studiejaar;4° de evaluatie door de universitaire instelling van de toepassing van de in de punten 1° tot 3° van dit lid bepaalde regels, indien ze bestaan.

Art. 5.Het hoofdstuk bepaald in artikel 1, lid 1, 4°, omvat de aan dit besluit toegevoegde tabellen nrs. 1 tot 3, behoorlijk ingevuld voor het betrokken academiejaar.

Art. 6.Het in artikel 1 van dit besluit bepaald jaarlijks verslag, opgemaakt door iedere universitaire instelling, omvat een conclusie die, uitgaande van de beschrijving en de evaluatie van het beleid inzake begeleiding en onthaal van de studenten, opgemaakt overeenkomstig artikelen 2, 3 en 4 van dit besluit, op dit stuk de troeven en de leemten overneemt zoals de mogelijkheden en de gevaren, als dusdanig beschouwd door de betrokken universitaire instelling en de wijze omschrijft waarop de aldus vastgestelde leemten kunnen worden verholpen.

Art. 7.Het in artikel 1 van dit besluit bepaald jaarlijks verslag wordt uiterlijk op 1 februari die volgt op het betrokken academiejaar overgemaakt. Het wordt verspreid in het midden van de instanties van de universitaire instelling die aan het opmaken ervan hebben deelgenomen.

Het wordt door elke universitaire instelling overgemaakt aan de Minister tot wiens bevoegdheden het universitair onderwijs behoort.

Een afschrift ervan wordt overgemaakt aan de bevoegde regeringscommissaris of -afgevaardigde bepaald in artikel 1 van het decreet van 12 juli 1990 over de controle van de universitaire instellingen zoals aan de gemachtigde van de bevoegde Minister van begroting bepaald in artikel 7 van hetzelfde decreet.

Art. 8.Het eerste jaarlijks verslag bepaald in artikel 1 van dit besluit betreft het academiejaar 1999-2000.

Art. 9.De Minister tot wiens bevoegdheden het universitair onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1999.

Brussel, 21 april 1999.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^