31 MAART 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de regels voor het opstellen van het jaarverslag van de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 5 augustus 1995 houdende algemene organisatie van het hoger onderwijs in Hogescholen, inzonderheid op artikel 36, gewijzigd bij het decreet van 17 juli 1998;

Gelet op het overleg van 16 april 1998 met de representatieve organisatie van de studenten erkend op communautair niveau;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 6 maart 1998;

Gelet op de onderhandelingen gevoerd op 13 en 18 januari 1999 in het Sectorcomité IX en het Comité van de provinciale en lokale overheidsdiensten, sectie II, in gezamelijke bijeenkomst;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting gegeven op 23 februari 1999;

Gelet op de beraadslaging van 26 januari 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap over het verzoek om advies dat de Raad van State binnen een maand moet uitbrengen;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 15 maart 1999, in toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen;

Gelet op de beraadslaging van 29 maart 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap, Besluit :

Artikel 1.Het jaarlijks activiteitenverslag van de Hogescholen wordt door de overheid van de Hogeschool opgesteld.

Daarin zijn ten minste de volgende rubrieken opgenomen: 1° de globale organisatiestructuur;2° het verslag betreffende het onderwijs;3° het verslag betreffende het toegepast onderzoek;4° het verslag betreffende de diensten aan de collectiviteit;5° het verslag betreffende de voortgezette vorming waarvoor de Hogeschool zorgt;6° het verslag betreffende het personeel;7° het verslag betreffende de sociale structuren bestemd voor de studenten.

Art. 2.De in artikel 1, 1° tot 6° bedoelde rubrieken worden in het jaarverslag opgenomen op basis van het vorig academiejaar.

De bij artikel 1, 7°, bedoelde rubriek wordt in het jaarverslag opgenomen op basis van het vorig burgerlijk jaar.

Art. 3.In de globale organisatiestructuur van de Hogeschool zijn ten minste de volgende gegevens opgenomen: 1° de naam en adres van de Hogeschool;2° het adres van elke vestiging van de hogeschool;3° de juridische aard van de Hogeschool;4° de samenstelling van de inrichtende macht; 5° de samenstelling en de bevoegdheden van de beheers- en overlegorganen (Raad van Bestuur van de Hogescholen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, pedagogische raad, sociale raad, departementsraden, studentenraad, en desgevallend, ondernemingsraad,...).

Art. 4.In het verslag betreffende het onderwijs zijn ten minste de volgende hoofdstukken vervat: 1° de beschrijving van de middelen die door de Hogeschool worden aangewend om de doelstellingen van haar pedagogisch, sociaal en cultureel project te verwezenlijken en dit voor elk punt bedoeld bij artikel 6, § 3 van het decreet van 5 augustus 1995;2° het aanbod inzake vorming van de Hogeschool en de samenwerkingsakkoorden met de andere Hogescholen of universitaire instellingen;3° de eventuele wijzigingen aan het pedagogisch, sociaal en cultureel project en aan het studiereglement;4° de bijzondere schikkingen voor de evaluatie van de kwaliteit van het onderwijs in de Hogeschool die de wets-, decretale of reglementaire bepalingen terzake aanvullen;5° het studie- en het huishoudelijk reglement van de examencommissies;6° de inlichtingen over de studenten;7° de internationale betrekkingen. In bijlage I bij dit besluit wordt de minimale inhoud van de in 5°, 6° en 7° bedoelde hoofdstukken beschreven.

Art. 5.Het verslag betreffende de toegepast onderzoek bevat: 1° de lijst van de gevoerde acties, de bedoelde domeinen en beoogde personen;2° de nationale en internationale samenwerking inzonderheid de participatie aan federale, Waalse, Brusselse programma's voor onderzoek of aan die van de Franse Gemeenschap en de samenwerking met andere Hogescholen of universitaire instellingen.

Art. 6.Het verslag betreffende de diensten die door de Hogeschool bewezen werden aan de collectiviteit bevat ten minste: 1° de beschrijving van de aangewende middelen om de voorziene doelstellingen te verwezenlijken;2° de lijst van de gevoerde acties, de begunstigden van die acties alsook de mogelijke partners.

Art. 7.Het verslag betreffende de voortgezette vorming waarvoor de Hogeschool zorgt bevat ten minste: 1° de beschrijving van de aangewende middelen om de bepaalde doelstellingen te verwezenlijken;2° de lijst van de gevoerde acties, de begunstigden van die acties alsook de mogelijke partners.

Art. 8.Het verslag betreffende het personeel bevat een uiteenzetting over het personeelsbeheer en ten minste de volgende secties: 1° het globaal personeelsbestand met de volgende onderverdeling: a) de verdeling per categorie en departement van het onderwijzend personeel;b) het aantal leden van het opvoedend hulppersoneel en het administratief en technisch personeel van de Hogeschool;c) de verdeling per betrekking en met inachtneming van het feit dat het personeelslid in vast verband of tijdelijk benoemd of aangeworven is, het onderwijzend personeel (aantal en gelijkgestelden met een voltijdse dagtaak);2° het personeelsbeheer, inzonderhgeid de voortgezette vorming van het personeel.

Art. 9.Het jaarverslag bedoeld bij artikel 91 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende algemene organisatie van het hoger onderwijs in Hogescholen wordt bij het jaarlijks activiteitenverslag gevoegd.

Het verslag bedoeld bij lid 1 bevat een uiteenzetting van het beleid gevoerd door de Sociale Raad in het aanwenden van de sociale toelagen alsook de volgende punten : 1° de criteria voor de toekenning van financiële hulpverleningen aan de studenten;2° de beschrijving van de juridische, oriëntatie - en plaatsingsdiensten voor de betrekkingen voor studenten;3° de eventuele samenwerkingen met andere Hogescholen of universitaire instellingen inzake sociale diensten.

Art. 10.Het jaarverslag wordt uiterlijk 31 maart doorgezonden naar de Regeringscommissaris die bij de Hogeschool benoemd is.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.

Art. 12.De Minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 31 maart 1999.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION

Bijlage I Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de regels voor het opstellen van het jaarverslag van de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap Het verslag betreffende het onderwijs geeft zeer duidelijke uitleg over de wijze waarop de Hogeschool haar opdracht opvat en bevat, buiten de inlichtingen bedoeld bij artikel 4, 1°, 2° 3° en 4° van het besluit, ten minste de volgende onderdelen: 1. Reglement voor de examens 1.1.Het aantal studenten die krachtens artikel 10 van het besluit van 2 juli 1996 van de Regering van de Franse Gemeenschap een overdracht van punten voor de examens per type, per categorie, per sectie en per studiejaar hebben gekregen;

Het aantal studenten die krachtens artikel 8 van het besluit van 2 juli 1996 van de Regering van de Franse Gemeenschap vrijstelling hebben gekregen van de examens van de 1e zittijd naar de 2e zittijd per type, per categorie, per sectie en per studiejaar; 1.2. Het aantal studenten die krachtens artikel 34 van het decreet van 5 augustus 1995 of van een overgang krachtens artikel 23 van hetzelfde decreet vrijstellingen hebben gekregen per type, per categorie en per sectie; 1.3. Het aantal studenten die per type, per categorie en per sectie een voorwaardelijke overgangsmogelijkheid genieten waarbij het onderscheid wordt gemaakt tussen: a) het aantal aanvragen;b) het aantal ingewilligde aanvragen;c) het aantal studenten die slaagden voor de proef. 1.4. Het aantal studenten per type, per categorie en per sectie die tijdens het vorig academiejaar een voorwaardelijke overgangsmogelijkheid hadden genoten waarbij het onderscheid wordt gemaakt tussen deze die geslaagd zijn voor de proef van het hoger jaar en deze die het hebben afgelegd. 2. Informaties over de studenten 2.1. Het aantal studenten die per type, per categorie, per sectie en per studiejaar ingeschreven zijn op 1 februari van het afgelopen academiejaar waarbij het onderscheid wordt gemaakt tussen: - het geslacht; - de nationaliteit (Belg, Europese Unie, andere); - de leeftijd; - of de student al dan niet gefinancierd kan worden; - de beursstudenten en de niet-beursstudenten; 2.2. Het aantal studenten die geslaagd zijn voor hun studiejaar per type, per categorie en per sectie waarbij het onderscheid wordt gemaakt tussen de geslaagden in de eerste zittijd en de geslaagden in de tweede zittijd. 3. Internationale betrekkingen Deze sectie bevat ten minste een uiteenzetting over de internationale betrekkingen van de Hogeschool, over het beleid gevoerd door de Hogeschool op internationaal vlak en inlichtingen over het aantal studenten van de Hogeschool die hun vorming gedeeltelijk in het buitenland voortzetten, inzonderheid in het kader van de Europese onderwijsprogramma's.In diezelfde context, wordt het aantal studenten die in het kader van die programma's onthaald werden per sectie en per Lid-Staat vermeld.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 31 maart 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de regels voor het opstellen van het jaarverslag van de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap Brussel, 31 maart 1999.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION