Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 15 maart 1999
gepubliceerd op 28 april 1999

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap genomen ter uitvoering van artikel 23 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999029198
pub.
28/04/1999
prom.
15/03/1999
ELI
eli/besluit/1999/03/15/1999029198/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 MAART 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap genomen ter uitvoering van artikel 23 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, inzonderheid op artikel 23, § 1, 1°bis, 2°, 3°, 5°, 6° en 7°;

Gelet op de adviezen van de Algemene Raad voor de Hogescholen van 2 april, 18 juni en 8 juli 1998;

Gelet op het overleg met de representatieve organisaties van de studenten op communautair vlak, dat doorging op 23 oktober 1998;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 4 november 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 11 november 1998;

Gelet op de beraadslaging van 9 november 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap over het verzoek om advies uit te brengen door de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 december 1998, in toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs;

Gelet op de beraadslaging van 15 maart 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap, Besluit : HOOFDSTUK I. - De overgang van een geslaagd studiejaar in een universitaire instelling naar een studiejaar in een hogeschool

Artikel 1.De student die geslaagd is voor een eerste studiejaar in een universitaire instelling georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type voor zover het geslaagde eerste studiejaar in die universitaire instelling, t.o.v. het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 1 opgenomen is als een eerste studiejaar dat toelaat over te gaan naar het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type waarvan sprake.

Art. 2.De student die geslaagd is voor een eerste studiejaar in een universitaire instelling georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een tweede jaar van de eerste cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type voor zover het geslaagde eerste studiejaar in die universitaire instelling, t.o.v. het tweede jaar van de eerste cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 2 opgenomen is als een eerste studiejaar dat toelaat over te gaan naar het tweede jaar van de eerste cyclus van de studies van het lange type waarvan sprake.

Art. 3.De overheden van de Hogeschool kunnen aan de bij de artikelen 1 en 2 bedoelde studenten een aanvullende opleiding opleggen die overeenstemt met hun bijzondere situatie. Het volume van de onderwijsactiviteiten dat overeenstemt met die aanvullende opleiding mag niet tot gevolg hebben dat het uurvolume van het studieprogramma gevolgd door de studenten met meer dan 150 uren het uurvolume overschrijdt van de onderwijsactiviteiten van het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type of van het tweede jaar van de eerste cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type waarvoor de studenten een "brug" wensen te bekomen, bedoeld bij de wetten, decreten, besluiten en in de programma's opgemaakt of goedgekeurd overeenkomstig de artikelen 6 en 24, § 2, lid 2, 2° van de wet van 29 mei 1959 houdende wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.

De examens over de onderwijsactiviteiten die overeenstemmen met de aanvullende opleiding worden afgenomen ter gelegenheid van de proef van het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type of van het tweede jaar van de eerste cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type waarvoor de studenten een "brug" wensen te bekomen.

Art. 4.De student die geslaagd is voor twee eerste studiejaren in een universitaire instelling georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type voor zover de geslaagde twee eerste studiejaren in die universitaire instelling, t.o.v. het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 3 opgenomen zijn als twee eerste studiejaren die toelaten over te gaan naar het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type waarvan sprake.

Art. 5.De student die geslaagd is voor twee eerste studiejaren in een universitaire instelling georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een tweede jaar van de eerste cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type voor zover de geslaagde twee eerste studiejaren in die universitaire instelling, t.o.v. het tweede jaar van de eerste cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 4 opgenomen zijn als twee eerste studiejaren die toelaten over te gaan naar het tweede jaar van de eerste cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type waarvan sprake.

Art. 6.De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type of van het tweede jaar van de eerste cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type van een student bedoeld bij de artikelen 4 of 5, zonder dat het uurvolume van dit programma het uurvolume mag overschrijden van de onderwijsactiviteiten van het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type of van het tweede jaar van de eerste cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type waarvan sprake, bedoeld bij de wetten, decreten en in de programma's opgemaakt of goedgekeurd overeenkomstig de artikelen 6 en 24, § 2, lid 2, 2° van de wet van 29 mei 1959 houdende sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.

Art. 7.De student die geslaagd is voor een eerste cyclus in een universitaire instelling georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot het eerste jaar van de tweede cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type voor zover die geslaagde eerste cyclus in die universitaire instelling, t.o.v. het eerste jaar van de tweede cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 5 opgenomen is als een eerste cyclus die toelaat over te gaan naar het eerste jaar van de tweede cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type waarvan sprake.

De overheden van de Hogeschool kunnen aan de bij lid 1 bedoelde studenten een aanvullende opleiding opleggen die overeenstemt met hun bijzondere situatie. Het volume van de onderwijsactiviteiten dat overeenstemt met die aanvullende opleiding mag niet tot gevolg hebben dat het uurvolume van het studieprogramma gevolgd door de studenten, met meer dan 150 uren het uurvolume overschrijdt van de onderwijsactiviteiten van het eerste jaar van de tweede cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type waarvoor de studenten een "brug" wensen te bekomen, bedoeld bij de wetten, decreten, besluiten en in de programma's opgemaakt of goedgekeurd overeenkomstig de artikelen 6 en 24,§ 2,lid 2, 2° van de wet van 29 mei 1959 houdende wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.

De examens over de onderwijsactiviteiten die overeenstemmen met de aanvullende opleiding worden afgenomen ter gelegenheid van de proef van het eerste jaar van de tweede cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type waarvoor de studenten een "brug" wensen te bekomen. HOOFDSTUK II. - De overgang van een geslaagd studiejaar in een hogeschool naar een ander studiejaar in een hogeschool Afdeling 1. - Van het korte type naar het lange type.

Art. 8.De student die geslaagd is voor twee eerste studiejaren in het hoger onderwijs van het korte type in een Hogeschool georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een tweede jaar van de eerste cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type voor zover de geslaagde eerste twee studiejaren in die hogeschool, t.o.v. het tweede jaar van de eerste cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 6 opgenomen zijn als twee eerste studiejaren van het hoger onderwijs van het korte type die toelaten over te gaan naar het tweede jaar van de eerste cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type waarvan sprake.

De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van het tweede jaar van de eerste cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type van een student bedoeld bij lid 1, zonder dat het uurvolume van dit programma het uurvolume mag overschrijden van de onderwijsactiviteiten van het tweede studiejaar van de eerste cyclus in het hoger onderwijs van het lange type waarvan sprake, bedoeld bij de wetten, decreten of besluiten of in de programma's opgemaakt of goedgekeurd overeenkomstig de artikelen 6 en 24, § 2, lid 2, 2° van de wet van 29 mei 1959 houdende sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.

Art. 9.De student die een van de graden behaald heeft bedoeld bij artikel 15 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen heeft toegang tot het eerste jaar van de tweede cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type bedoeld bij artikel 18, § 2 van hetzelfde decreet, voor zover de studies afgesloten met een van de graden bedoeld bij voormeld artikel 15, t.o.v. het eerste jaar van de tweede cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 7 opgenomen zijn als studies die toelaten over te gaan naar het eerste jaar van de tweede cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type waarvan sprake.

De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van het eerste jaar van de tweede cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type van een student bedoeld bij lid 1, zonder dat het uurvolume van dit programma het uurvolume mag overschrijden van de onderwijsactiviteiten van het eerste jaar van de tweede cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type waarvan sprake, bedoeld bij de wetten, decreten of besluiten of in de programma's opgemaakt of goedgekeurd overeenkomstig de artikelen 6 en 24, § 2, lid 2, 2° van de wet van 29 mei 1959 houdende sommige bepalingen van de onderwijswetgeving. Afdeling 2. - Van het lange type naar het korte type

Art. 10.De student die geslaagd is voor een eerste jaar van de eerste cyclus in het hoger onderwijs van het lange type in een Hogeschool georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type voor zover het geslaagde eerste studiejaar in die hogeschool, t.o.v. het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 8 opgenomen is als een eerste jaar van de eerste cyclus van de studies in het hoger onderwijs van het lange type die toelaten over te gaan naar het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type waarvan sprake.

De overheden van de Hogeschool kunnen aan de bij lid 1 bedoelde studenten een aanvullende opleiding opleggen die overeenstemt met hun bijzondere situatie. Het volume van de onderwijsactiviteiten dat overeenstemt met die aanvullende opleiding mag niet tot gevolg hebben dat het uurvolume van het studieprogramma gevolgd door de studenten met meer dan 150 uren het uurvolume overschrijdt van de onderwijsactiviteiten van het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type waarvoor de studenten een "brug" wensen te bekomen, bedoeld bij de wetten, decreten, besluiten en in de programma's opgemaakt of goedgekeurd overeenkomstig de artikelen 6 en 24, § 2, lid 2, 2° van de wet van 29 mei 1959 houdende wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.

De examens over de onderwijsactiviteiten die overeenstemmen met de aanvullende opleiding worden afgenomen ter gelegenheid van de proef van het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type waarvoor de studenten een "brug" wensen te bekomen.

Art. 11.De student die een van de graden behaald heeft bedoeld bij artikel 18,§ 1 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen heeft toegang tot een tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type voor zover de studies afgesloten met een van de graden bedoeld bij voormeld artikel 18,§ 1, t.o.v. het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 9 opgenomen zijn als studies die toelaten over te gaan naar het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type waarvan sprake.

De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type van een student bedoeld bij lid 1, zonder dat het uurvolume van dit programma het uurvolume mag overschrijden van de onderwijsactiviteiten van het tweede studiejaar in het hoger onderwijs van het korte type waarvan sprake, bedoeld bij de wetten, decreten of besluiten of in de programma's opgemaakt of goedgekeurd overeenkomstig de artikelen 6 en 24, § 2, lid 2, 2° van de wet van 29 mei 1959 houdende sommige bepalingen van de onderwijswetgeving. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 12.De bijlagen 1 tot 9 bedoeld bij de artikelen 1, 2, 4, 5, 7, 8, 9, 10 en 11 kunnen elk jaar gewijzigd worden op de voordracht van de Algemene Raad voor de Hogescholen. De aldus gewijzigde bijlagen zijn van toepassing vanaf het academisch jaar dat volgt op de wijziging ervan voor zover deze wijziging door de Regering werd beslist vóór 15 mei. Indien hun wijziging na 15 mei wordt beslist, zijn de aldus gewijzigde bijlagen van toepassing vanaf het tweede academiejaar dat volgt op de wijziging.

Art. 13.De Minister tot wiens bevoegdheid het in de Hogescholen verstrekt hoger onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1999.

Brussel, 15 maart 1999.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION

Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 15 maart 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap, genomen in uitvoering van artikel 23 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen Brussel, 15 maart 1999.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION

^