gepubliceerd op 05 februari 1999
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende oprichting van de raad van beroep voor de ambtenaren-generaal
29 DECEMBER 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende oprichting van de raad van beroep voor de ambtenaren-generaal
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 mei 1996;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 118;
Gelet op het protocol nr. 204 van het Comité van Sector XVII, gesloten op 2 oktober 1998;
Gelet op het gunstig advies dat door de Directieraad van het Ministerie van de Franse Gemeenschap op 3 augustus 1998 eenparig werd uitgebracht;
Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van 26 oktober 1998, Besluit :
Artikel 1.Er wordt een raad van beroep ingesteld die bevoegd is voor de ambtenaren-generaal.
Art. 2.De raad van beroep is bevoegd voor de beroepen die door de ambtenaren-generaal in tucht-, evaluatie- en afwezigheidszaken worden ingediend.
Hij wordt door een magistraat voorgezeten die niet stemgerechtigd is in evaluatie- en afwezigheidszaken.
Naast de voorzitter is de raad van beroep samengesteld uit assessoren en een griffier-rapporteur.
Voor de voorzitter en voor de griffier-rapporteur wordt een plaatsvervanger aangesteld.
De griffier-rapporteur en de plaatsvervangend griffier-rapporteur zijn niet stemgerechtigd.
Voor elke assessor worden verscheidene plaatsvervangers aangesteld.
Art. 3.Twee magistraten worden door de Regering respectief tot voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de raad van beroep benoemd.
Art. 4.§ 1. Twee assessoren en hun plaatsvervangers worden door de Regering aangewezen.
De eerste assessor heeft de hoedanigheid van magistraat. Twee met dezelfde hoedanigheid beklede plaatsvervangende assessoren worden hem toegevoegd.
De tweede assessor heeft de hoedanigheid van ambtenaar-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. Er worden hem vijf assessoren toegevoegd. Twee van de plaatsvervangende assessoren hebben de hoedanigheid van ambtenaar-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap en de drie andere hebben de hoedanigheid van ambtenaar-generaal van een instelling van openbaar nut die onder de Franse Gemeenschap ressorteert. § 2. Een assessor en drie plaatsvervangende assessoren worden aangewezen door elk van de vakorganisaties die in het Onderhandelingscomité van Sector XVII vertegenwoordigd zijn.
Een zelfde vakorganisatie mag niet meer dan twee assessoren aanwijzen uit de personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap en niet meer dan twee assessoren uit de personeelsleden van één van de instellingen van openbaar nut die onder de Franse Gemeenschap ressorteren. § 3. De griffier-rapporteur en de plaatsvervangende griffier-rapporteur worden door de Regering aangewezen uit de ambtenaren-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. § 4. Onverminderd artikel 5, moet de samenstelling van de raad van beroep, voor de uitoefening van een plaatsvervanging, de volgorde naleven van de aanwijzingen die wordt vastgesteld bij de akten die bij toepassing van de paragrafen 1 en 2 worden getroffen.
Art. 5.§ 1. Geen assessor mag lid zijn van het Ministerie of van de instelling van openbaar nut waartoe de verzoeker behoort.
Voor elk beroep stelt de griffier-rapporteur de lijst van de assessoren en plaatsvervangende assessoren vast waaruit de raad van beroep samengesteld kan zijn, met uitsluiting van deze onder hen die lid zijn van het Ministerie of de instelling van openbaar nut waartoe de verzoeker behoort.
Deze lijst wordt medegedeeld aan de verzoeker uiterlijk twee weken voor de vergadering van de raad van beroep. Deze beschikt, vanaf de datum van ontvangst van die lijst, over een week om de naam van de assessoren of plaatsvervangende assessoren die hij wenst te wraken, aan de griffier-rapporteur te laten kennen.
De verzoeker mag niet tegelijkertijd een assessor en één van zijn plaatsvervangers, en evenmin, voor elke assessor, meer dan één van zijn plaatsvervangers, wraken. § 2. Voor elk beroep wordt de samenstelling van de raad van beroep door de griffier-rapporteur vastgesteld, rekening houdend met de uitsluiting en de wraking bedoeld bij de vorige paragraaf en met naleving van de volgorde van de aanwijzingen die wordt vastgesteld bij de akten die bij toepassing van artikel 4 worden getroffen.
Bij afwezigheid of verhindering van een assessor of plaatsvervangend assessor die bij toepassing van vorig lid is aangewezen, kiest de griffier-rapporteur zijn naaste nuttige plaatsvervanger. § 3. De datums waarop de raad van beroep vergadert, worden gezamenlijk door de voorzitter en de griffier-rapporteur vastgesteld.
Art. 6.Voor elk beroep mag een ambtenaar-generaal worden aangewezen door de Minister van Ambtenarenzaken om het ambt van referendaris bij de raad van beroep uit te oefenen.
De referendaris wordt, als technisch adviseur, toegevoegd aan de voorzitter van de raad van beroep. Hij is niet stemgerechtigd.
Art. 7.De raad van beroep mag slechts beraadslagen en beslissen als zijn voorzitter of plaatsvervangend voorzitter en alle tot de zitting opgeroepen assessoren aanwezig zijn.
Art. 8.De raad van beroep stelt zijn huishoudelijk reglement vast.
Deze moet door de Regering worden goedgekeurd.
Art. 9.De artikelen 107, § 8, 111 en 114 tot 116 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, zijn toepasselijk op de raad van beroep voor de ambtenaren-generaal.
Artikel 116, lid 2 van het bij lid 1 bedoelde besluit is eveneens van toepassing op de magistraat-assessor die in de raad van beroep voor de ambtenaren-generaal zitting heeft.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 11.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 december 1998.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE