31 AUGUSTUS 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 juli 1969 houdende vaststelling van de regels betreffende de samenstelling van de bevorderingscommissies bedoeld bij het koninklijk besluit van 22 maart 1969 houdende vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijspersoneel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaal onderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 29 mei 1959 houdende wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 12bis, § 2, lid 1, ingevoegd bij de wet van 11 juli 1973 en gewijzigd bij het decreet van 27 oktober 1994;

Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut der personeelsleden van het rijksonderwijs, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 27 juli 1971, 11 juli 1973, 19 december 1974, bij het besluit nr. 456 van 10 september 1986 en bij de decreten van 27 december 1993 en 24 juli 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 juli 1969 houdende vaststelling van de regels betreffende de samenstelling van de bevorderingscommissies bedoeld bij het koninklijk besluit van 22 maart 1969 houdende vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijspersoneel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaal onderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 juni 1972 en bij de besluiten van 28 juni 1996 en 24 april 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 19 mei 1998 van Sectorcomité IX;

Gelet op de beraadslaging van 11 mei 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap over het verzoek om advies dat door de Raad van State binnen een maand moet gegeven worden;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 1 juli 1998, in toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs, de Audiovisuele sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Gezondheidspromotie;

Gelet op de beraadslaging van 17 juli 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 31 juli 1969 houdende vaststelling van de regels betreffende de samenstelling van de bevorderingscommissies bedoeld bij het koninklijk besluit van 22 maart 1969 houdende vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijspersoneel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaal onderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 juni 1972 en bij de besluiten van 28 juni 1996 en 24 april 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in lid 1 worden de woorden « uit drie leden, die gekozen worden, naar rata van één lid per vakvereniging, onder de vertegenwoordigers van de drie vakverenigingen die zitting hebben in de syndicale raad van advies van het Ministerie, door deze vakverenigingen worden voorgesteld en ten minste titularis zijn van het te begeven ambt » vervangen door de woorden « uit drie leden die gekozen worden op de voordracht van de vakverenigingen die vertegenwoordigd zijn in het onderhandelingscomité - sector IX en ten minste titularis zijn van het te begeven ambt.Elke voormelde vakvereniging beschikt over ten minste een vertegenwoordiger. »; 2° in lid 3, wordt 4° vervangen door de volgende bepaling : « 4° uit drie leden die gekozen worden op de voordracht van de vakverenigingen die vertegenwoordigd zijn in het onderhandelingscomité - sector IX en ten minste titularis zijn van het te begeven ambt of van een ander bevorderingsambt uitgeoefend op hetzelfde onderwijsniveau.Elke voormelde vakvereniging beschikt over ten minste een vertegenwoordiger. »; 3° in lid 4, 2°, worden de woorden « van het Departement van Onderzoek en Vorming van het Ministerie van de Franse Gemeenschap » vervangen door de woorden « van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.»; 4° in lid 4 wordt 4° vervangen door de volgende bepaling : « 4° uit drie leden die gekozen worden op de voordracht van de vakverenigingen die vertegenwoordigd zijn in het comité van sector IX en ten minste titularis zijn van het te begeven ambt of titularis zijn van het ambt van gewoon hoogleraar, van hoogleraar of van docent, benoemd in een ambt met volledige opdracht in een universiteit georganiseerd door de Franse Gemeenschap of titularis zijn van een graad van ten minste rang 15 in de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.Elke voormelde vakvereniging beschikt over ten minste een vertegenwoordiger. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheid het statuut van de personeelsleden van het onderwijs ingericht door de Franse Gemeenschap behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 31 augustus 1998.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs, de Audiovisuele sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION De Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en Onderwijs voor Sociale Promotie, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE