26 JANUARI 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 29 maart 1993 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen gesubsidieerd door de « Office de la Naissance et de l'Enfance » (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn)

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, inzonderheid op artikel 5, § 1, II;

Gelet op het decreet van 30 maart 1983 houdende oprichting van de « Office de la Naissance et de l'Enfance » (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn), inzonderheid op artikel 4, 1°, gewijzigd bij het decreet van 12 maart 1990;

Gelet op het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 29 maart 1993 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen gesubsidieerd door de « Office de la Naissance et de l'Enfance » (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn);

Gelet op de beraadslagingen van de beheersorganen van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », namelijk het Bureau en de Raad van bestuur, van 15 oktober 1997;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 november 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 1 december 1997;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat de crèches en het gemeentelijk huis voor opvang van kinderen ingelicht dienen te worden over de nadere regels ter compensatie van de tegemoetkomingen van het Fonds voor uitrustingen en collectieve diensten en van de herhaalde wijzigingen aangebracht aan de toelagen toegekend door de « Office de la Naissance et de l'Enfance »;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 december 1997, met toepassing van artikel 84, lid 1, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat : 1° de wet van 29 april 1996 houdende sommige sociale bepalingen het koninklijk besluit van 25 september 1974 tot vaststelling, wat de bewaarplaatsen voor kinderen van 0 tot 3 jaar betreft, van de wijze waarop het Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten werkt en van de regelen voor het verlenen van tegemoetkomingen;2° de Franse Gemeenschap geen prestaties van sociale zekerheid inricht maar dat de beslissing van het Federaal Parlement, onder andere, ertoe neigt de betrekking van de personen aangeworven door de opvangmilieus gesubsidieerd door de « Office de la Naissance et de l'Enfance » die daarenboven de tegemoetkoming van het Fonds voor uitrustingen en collectieve diensten genieten, in het gedrang te brengen;3° de bevoegde gewestelijke overheid de beslissing heeft genomen, onder andere door het beroep op het stelsel van de gesubsidieerde contractuelen, het nadeel opgelopen door de opvangmilieus erkend door de « Office de la Naissance et de l'Enfance » die, tot 31 december 1997, de tegemoetkoming van het Fonds voor uitrustingen en collectieve diensten, voor het opvangen van kinderen van minder dan 3 jaar genieten, te compenseren;4° de reglementering inzake erkenningen en toelagen toegekend door de « Office de la Naissance et de l'Enfance » aan de nadere regels ter compensatie van de tegemoetkoming van het Fonds voor uitrustingen en collectieve diensten ingericht door de bevoegde overheid in het Waalse Gewest en in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, dient te worden aangepast; Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, belast met Kinderwelzijn, Besluit :

Artikel 1.Aan artikel 22 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 29 maart 1993 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen gesubsidieerd door de « Office de la Naissance et de l'Enfance » (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn) wordt volgend lid toegevoegd : « Behoudens voorlopige afwijking, op een met redenen omklede aanvraag van de beheersorganen van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », worden afgetrokken van de toelagen toegekend door de « Office de la Naissance et de l'Enfance », volgens door hem bepaalde voorwaarden en nadere regels, de premies en de tegemoetkoming in de kost van de betrekking van gesubsidieerde contractuelen, die kunnen verkregen worden bij de bevoegde overheid in het Waalse Gewest en in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest alsook de kortingen inzake bijdragen voor de sociale zekerheid gekoppeld aan deze premies en tegemoetkoming, met het oog op het financieren van de vergoedingen voor de tegemoetkoming van het Fonds voor uitrustingen en collectieve diensten voor het opvangen van kinderen van minder dan 3 jaar, die worden afgeschaft door de wet van 29 april 1996 houdende sommige sociale bepalingen. ».

Art. 2.Aan artikel 44 van hetzelfde besluit wordt het volgend lid toegevoegd : « Een toelage kan worden toegekend voor een halftijdse betrekking van een kinderverzorgster binnen de perken van de te dien einde door de bevoegde gewestelijke overheid ingerichte tegemoetkoming, en volgens de door de « Office de la Naissance et de l'Enfance » bepaalde nadere regels. ».

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 1998.

Art. 4.De Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheden het Kinderwelzijn behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 januari 1998.

De Minister-Voorzitster, belast met Kinderwelzijn, Mevr. L. ONKELINX