Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 02 september 1997
gepubliceerd op 18 juni 1998

2 SEPTEMBER 1997 - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het diploma van gegradueerd verpleger in het onderwijs voor sociale bevordering wordt toegekend

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1998029115
pub.
18/06/1998
prom.
02/09/1997
ELI
eli/besluit/1997/09/02/1998029115/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 SEPTEMBER 1997 - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het diploma van gegradueerd verpleger (verpleegster) in het onderwijs voor sociale bevordering wordt toegekend


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het verdrag tot instelling van de Europese Economische Gemeenschap, ondertekend te Rome op 25 maart 1957 en bekrachtigd bij de wet van 2 december 1957, inzonderheid op de artikelen 49, 57 en 66;

Gelet op de richtlijn 77/452/EEG van 27 juni 1977 van de Raad van de Europese Gemeenschappen tot wederzijdse erkenning van de diploma's, bekwaamheidsbewijzen en andere titels van verpleger verantwoordelijk voor de algemene verzorging en tot vergemakkelijking van de werkelijke uitoefening van het vestigingsrecht en van de vrije verstrekking van diensten, gewijzigd bij de richtlijnen 81/1057/EEG van 14 december 1981, 89/595/EEG van 10 oktober 1989, 89/594/EEG van 30 oktober 1989 en 90/658/EEG van 4 december 1990;

Gelet op de richtlijn 77/453/EEG van 27 juni 1977 van de Raad van de Europese Gemeenschappen tot coördinatie van de wets-, reglements- en administratieve bepalingen betreffende de werkzaamheden van de verpleger, verantwoordelijk voor de algemene verzorging, gewijzigd bij de richtlijn 89/595/EEG van 10 oktober 1989;

Gelet op het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, zoals gewijzigd, inzonderheid op de artikelen 57, 75 en 137;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 augustus 1957 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder het diploma van vroedvrouw, verpleger of verpleegster wordt toegekend, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 juli 1960, 27 oktober 1961, 24 december 1966 en 16 mei 1980, bij de besluiten van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 13 mei 1991 en 23 april 1993 en bij het besluit van 21 april 1994 van de Regering van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het besluit van 20 juli 1993 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende algemene regeling van de studies in het secundair onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1;

Gelet op het besluit van 23 juli 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap tot goedkeuring van de verwijzingsdossiers van de afdeling « Gegradueerd verpleger », ingedeeld in het niveau van het paramedisch hoger onderwijs van het korte type van het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1;

Gelet op het besluit van 2 september 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van het programma en de geldigheidsvoorwaarden van het klinisch onderwijs voor het behalen van het brevet van gegradueerd verpleger (verpleegster) in het onderwijs voor sociale promotie;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 5 augustus 1997, in toepassing van artikel 84, lid 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, de Audiovisuele Sector, Hulpverlening aan de Jeugd, Kinderwelzijn en Gezondheidspromotie en van de Minister belast met de Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Afdeling 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : 1° Onderwijsinrichting voor sociale promotie : inrichting bedoeld bij artikel 1, § 2, van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie;2° Opleidingseenheid : een opleidingseenheid zoals bedoeld bij artikel 13 van bovenvermeld decreet van 16 april 1991;3° Geïntegreerde proef : opleidingseenheid bedoeld bij de artikelen 17, 18, 19 en 20 van het besluit van 20 juli 1993 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende algemene regeling van de studies in het hoger onderwijs voor sociale promotie van het korte type en van het stelsel 1;4° Afdeling : afdeling bedoeld bij de artikelen 10, 11 en 12 van het bovenvermeld decreet van 16 april 1991;5° Stage : de applicatiecursussen, ook « klinisch onderwijs » genoemd in de voormelde richtlijn van 27 juni 1977 van de Raad van de EEG (77/453/EEG), tijdens welke de student onder de leiding van leerkrachten verplegers (verpleegsters)/vroedvrouwen en onder de verantwoordelijkheid van een onderwijsinrichting voor sociale promotie de vereiste verpleegkundige verzorging leert verstrekken en evalueren zowel in de ziekenhuisinstellingen en -diensten als in extra-murale instellingen en diensten;6° Student : student(e) ingeschreven in een van de opleidingseenheden waaruit de afdeling « Gegradueerd verpleger » van het paramedisch hoger onderwijs voor sociale promotie van het korte type in stelsel 1 bestaat;7° Examencommissie : de examencommissie ingesteld bij het koninklijk besluit van 13 mei 1991 van de Executieve van de Franse Gemeenschap waarbij een examencommissie van de Franse Gemeenschap wordt ingesteld, belast met de toekenning van de graden van vroedvrouw, gegradueerd verpleger (verpleegster), gespecialiseerd gegradueerd verpleger (verpleegster), gegradueerde in kinesitherapie, gegradueerde in ergotherapie en gegradueerde in logopedie;8° Periode : pedagogische activiteit van vijftig minuten. Afdeling 2. - Voorwaarden voor het uitreiken van de diploma's.

Art. 2.Het onderwijs voor sociale promotie richt de afdeling « Gegradueerd verpleger » in die leidt tot het behalen van het diploma van gegradueerd verpleger (verpleegster). Deze afdeling spreidt zich over ten minste vijf jaar studies uit.

Art. 3.Om aan de geïntegreerde proef van de afdeling « Gegradueerd verpleger » te mogen deelnemen, moet de student een stageboekje voorleggen waarbij wordt vastgesteld dat hij met goed gevolg een minimum van duizend achthonderd stageperiodes heeft verricht.

Art. 4.De in artikel 2 bedoelde diploma's waarvan de modellen worden bepaald door de Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort, worden door de onderwijsinrichtingen voor sociale promotie uitgereikt na het visum te hebben gekregen van de Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie en gezondheid behoren of van hun gemachtigden, waarna zij geïmmatriculeerd worden in naleving van de regels bepaald door de federale Minister tot wiens bevoegdheid gezondheid behoort.

Art. 5.Wanneer een onderwijsinrichting voor sociale promotie die de afdeling organiseert die het diploma van gegradueerd verpleger (verpleegster) uitreikt, niet onder de leiding van een geneesheer staat, wordt er een wetenschappelijk adviseur, houder van deze titel, bij betrokken.

Wanneer er een overeenkomst over bovenvermelde afdeling is afgesloten tussen verschillende onderwijsinrichtingen voor sociale promotie, is het de directeur van de inrichting die de geïntegreerde proef inricht, die voor de coördinatie zorgt en de rol van wetenschappelijk adviseur bedoeld bij lid 1 wordt door een enkele persoon vervuld.

De bij de leden 1 en 2 bedoelde directeur of wetenschappelijk adviseur zijn de gesprekspartners van het Bestuur Gezondheid van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.

Art. 6.Voor de pedagogische inspectie van de leergangen zorgen de inspectiediensten van de Ministers tot wier bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie en gezondheid behoren, ieder wat hem betreft. Afdeling 3. - Toelating tot de studies

Art. 7.Niemand mag tot de studies van gegradueerd verpleger (verpleegster) toegelaten worden indien hij niet in het bezit is van een van de titels vereist om toegelaten te worden tot het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan of indien hij niet in het bezit is van een getuigschrift van welslagen voor het toelatingsexamen tot het paramedisch hoger onderwijs bedoeld bij hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 17 augustus 1957 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de diploma's van vroedvrouw, verpleger of verpleegster worden toegekend en voor de uitoefening van het beroep.

Art. 8.Bij de inschrijving in de opleidingseenheid « Gegradueerd verpleger : Ziekenhuiswetenschappen : algemene principes », bezorgen de studenten volgende bescheiden : 1° een getuigschrift van lichamelijke geschiktheid zoals bedoeld bij artikel 6 van het koninklijk besluit van 3 november 1987 houdende algemene regeling van de studies in het hoger onderwijs van het korte type en met volledig leerplan;2° een bewijs van goed zedelijk gedrag dat minder dan drie maanden vóór de inschrijving werd uitgereikt. In afwijking van vorig lid, is de student die vrijstellingen geniet aan deze verplichting onderworpen op het ogenblik van zijn inschrijving in de eerste eenheid voor opleiding welke hij moet volgen.

Art. 9.Mits regularisatieproeven die door de betrokken inrichting met volledig leerplan of door de examencommissie worden vastgesteld, is het de studenten die houder zijn van de getuigschriften van welslagen uitgereikt door de opleidingseenheden « Gegradueerd verpleger : Ziekenhuiswetenschappen : algemene principes », « Gegradueerd verpleger : Ziekenhuiswetenschappen : principes en didactische oefeningen I, II III en IV », « Gegradueerd verpleger : Biomedische wetenschappen I, II, III en IV », « Gegradueerd verpleger : mens- en sociale wetenschappen I, II, III en IV », « Stage : Gegradueerd verpleger : Observatiestage », « Stage : Gegradueerd verpleger : Initiatiestage » en « Stage : Gegradueerd verpleger : Stage voor het aanleren I en II » van de afdeling « Gegradueerd verpleger », zoals bedoeld in het verwijzingsdossier bedoeld bij artikel 1 van het besluit van 23 juli 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap tot goedkeuring van het verwijzingsdossier van de afdeling « Gegradueerd verpleger » ingedeeld in het niveau van het paramedisch hoger onderwijs van het korte type van het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1, toegelaten over te gaan naar het derde jaar van de studies vroedvrouw. Afdeling 4. - Reglementering van de stages en gezondheidstoezicht op

de studenten

Art. 10.§ 1. De volgende regels zijn van toepassing op de stages : 1° tijdens de opleidingseenheden « Stage : Gegradueerd verpleger : Observatiestage », « Gegradueerd verpleger : Initiatiestage », « Gegradueerd verpleger : Stage voor het aanleren I », « Gegradueerd verpleger : Stage voor het aanleren II » zoals bedoeld in het verwijzijngsdossier bedoeld bij artikel 1 van het bovenvermeld besluit van 23 juli 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap, mag er tussen het beginuur en het einduur van de overdagstage enkel een tijdspanne van ten hoogste tien uur verlopen zijn;2° tijdens de opleidingseenheden « Gegradueerd verpleger : Stage ter versterking I » en « Gegradueerd verpleger : Stage ter versterking II » zoals bedoeld in het verwijzingsdossier bedoeld bij artikel 1 van het bovenvermeld besluit van 23 juli 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap, worden ten minste 50 % van de stages ingericht volgens de van kracht zijnde uurregeling voor de diensten en eenheden waarin de stage wordt volbracht;3° tijdens al de opleidingseenheden samen « Stage : Gegradueerd ziekenverpleger : Stage voor het aanleren I en II » en « Stage : Gegradueerd verpleger : Stage ter versterking I en II » zoals bedoeld in het verwijzingsdossier bedoeld bij artikel 1 van het bovenvermeld besluit van 23 juli 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap, mogen de stages maximum achttien keer op zaterdagen en zondagen ingericht worden, op voorwaarde dat zij geïntegreerd worden in een doorlopende stageperiode van ten minste vier dagen en voor zover het educatief toezicht bepaald bij artikel 3, 2° van het besluit van 2 september 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van het programma en de geldigheidsvoorwaarden van het klinisch onderwijs voor het behalen van het diploma van gegradueerd verpleger (verpleegster) in het onderwijs voor sociale promotie, wordt verzorgd;4° de stages kunnen ingericht worden tijdens het winter-, lente- en zomerverlof op voorwaarde dat het opleidingstoezicht bedoeld bij artikel 3, 2° van het besluit van 2 september 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van het programma en de geldigheidsvoorwaarden van het klinisch onderwijs voor het behalen van het diploma van gegradueerd verpleger (verpleegster) in het onderwijs voor sociale promotie, wordt verzorgd. Deze stages worden gespreid over een periode die niet langer mag duren dan zestig dagen voor al de in lid 1 vermelde verlofperiodes. § 2. De volgende regels zijn van toepassing op de `s nachts uitgevoerde stage : 1° tijdens de opleidingseenheden « Gegradueerd ziekenverpleger : Observatiestage », « Gegradueerd verpleger : Initiatiestage », « Gegradueerd verpleger : Stage voor het aanleren I », « Gegradueerd verpleger : Stage voor het aanleren II » zoals bepaald in het verwijzingsdossier bedoeld bij artikel 1 van het bovenvermeld besluit van 23 juli 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap, mag geen enkele stage `s nachts worden ingericht, van 20 uur tot 6 uur;2° tijdens de opleidingseenheden « Stage : Gegradueerd verpleger : Stage ter versterking I en II » zoals bepaald in het verwijzingsdossier bedoeld bij artikel 1 van het bovenvermeld besluit van 23 juli 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap, moeten er ten minste vier en ten hoogste acht nachtdiensten worden ingericht;3° elke nachtprestatie moet ten minste acht uur duren;4° de eis inzake educatief toezicht bedoeld bij artikel 3, 2 van het besluit van 2 september 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van het programma en de geldigheidsvoorwaarden van het klinisch onderwijs voor het behalen van het diploma van gegradueerd verpleger (verpleegster) in het onderwijs voor sociale promotie is niet van toepassing op de `s nachts ingerichte stage;5° tijdens de nachtstage, moet de student onder het effectief toezicht staan van een verpleger (verpleegster) of van een vroedvrouw die in de betrokken dienst aanwezig is;6° de stage, zowel overdag als `s nachts, mag in geen geval de student beletten de theorielessen te volgen, noch in overtreding zijn met de de arbeidsduurregeling die van kracht is in betrokken sector.

Art. 11.De studenten worden elk jaar onderworpen aan hetzelfde geneeskundig toezicht als dat bepaald voor de verplegers (verpleegsters). De Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort en de Minister tot wiens bevoegdheid gezondheid behoort, worden belast de voorwaarden voor dit toezicht te bepalen. HOOFDSTUK II. - Programma

Art. 12.Het programma van de studies gegradueerd verpleger (verpleegster) in het onderwijs voor sociale promotie is conform met het verwijzingsdossier van de afdeling bedoeld bij artikel 1 van het besluit van 23 juli 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap tot goedkeuring van de verwijzingsdossiers van de afdeling « Gegradueerd verpleger », ingedeeld in het niveau van het paramedisch hoger onderwijs van het korte type van het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1.

Art. 13.Het programma en de geldigheidsvoorwaarden van het klinisch onderwijs worden bepaald door de Minister tot wiens bevoegdheid gezondheid behoort. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1997.

Art. 15.De Minister tot wiens bevoegdheid gezondheid behoort en de Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort, worden, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 2 september 1997.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met Onderwijs, de Audiovisuele Sector, Hulpverlening aan de Jeugd, Kinderwelzijn en Gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX De Minister belast met de Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

^