gepubliceerd op 25 februari 1998
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van 23 december 1981 betreffende de Kabinetten van de Ministers, leden van de Excutieve van de Franse Gemeenschap
23 DECEMBER 1997. Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van 23 december 1981 betreffende de Kabinetten van de Ministers, leden van de Excutieve van de Franse Gemeenschap
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, inzonderheid op artikel 68;
Gelet op het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 23 december 1981 houdende bepaling van de samenstelling en de werking van de Kabinetten van de Leden van de Executieve van de Franse Gemeenschap, gewijzigd bij de besluiten van de Executieve van 27 januari 1982, 16 november 1983, 5 juni 1986, 3 maart 1988, 23 september 1988, 18 mei 1989, 27 juli 1992 en de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 juli 1993 en 23 april 1997;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 juli 1995 houdende regeling van haar werking;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 16 december 1996 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Overwegende dat het uitgeoefende ambt, voor sommige medewerkers, niet noodzakelijk gepaard gaat met het begrip vaste arbeidsplaats en dat een maximale bewegingsvrijheid en -bereidheid vereist is;
Overwegende dat sommige Ministers, lid van de Regering van de Franse Gemeenschap tevens lid zijn van de Waalse Regering of van de Regering van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;
Overwegende dat ministeriële Kabinetten van de Gemeenschap en de Gewesten verschillende vestigingsplaatsen kunnen hebben;
Overwegende dat sommige medewerkers van ministeriële Kabinetten zonder onderscheid voor beide gefedereerde instellingen werken;
Overwegende dat sommige personeelsleden van ministeriële Kabinetten, in de uitoefening van de opdrachten die hun worden verleend, gedurende een ononderbroken periode frequente reizen moeten verrichten in het belang van de dienst;
Overwegende dat die reizen noodzakelijk zijn voor contacten zowel tussen de ministeriële Kabinetten van de Franse Gemeenschap als met de andere federale of gefedereerde ministeriële Kabinetten;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid zonder verwijl de regels aan te passen betreffende de samenstelling en de werking van de Kabinetten van de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 19 december 1997;
Gelet op het akkoord van de minister van Begroting van 22 december 1997;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 december 1997, Besluit :
Artikel 1.Artikel 11, § 1, van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 23 december 1981 houdende bepaling van de samenstelling en de werking van de Kabinetten van de Leden van de Executieve van de Franse Gemeenschap wordt aangevuld als volgt : « Er kan een jaarlijkse forfaitaire vergoeding wegens verblijfkosten worden toegekend aan het personeel van de Kabinetten.
Het bedrag van de vergoeding wordt vastgesteld als volgt : - Kabinetsdirecteur, adjunct-Kabinetsdirecteur . . . . . 73 144 BF - Kabinetssecretaris, adviseur . . . . . 54 841 BF. De vergoeding wordt elke maand na vervallen termijn uitbetaald.
De vergoeding wordt alleen toegekend wanneer toegekend wanneer het ambt waarop ze betrekking heeft, in de loop van dezelfde maand gedurende meer dan vijf opeenvolgende dagen wordt uitgeoefend.
De vergoeding wordt behouden gedurende afwezigheden die in de loop van een zelfde maand niet langer duren dan vijf opeenvolgende dagen.
Ze wordt eveneens gedurende het vakantieverlof behouden.
Wanneer de vergoeding niet voor één volle maand wordt uitbetaald, wordt ze prorata temporis naar rata van 1/30e van het maandbedrag per dag uitbetaald. ».
Art. 2.In artikel 15, § 2 van hetzelfde besluit wordt het cijfer 11, § 1 ingevoegd na het cijfer 10.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Art. 4.de ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 december 1997.
De Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap, Mevr. L. ONKELINX De Minister-Lid van de Regering van de Franse Gemeenschap, W. ANCION De Minister-Lid van de Regering van de Franse Gemeenschap, Ch. PICQUE De Minister-Lid van de Regering van de Franse Gemeenschap, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE