gepubliceerd op 24 januari 1998
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 oktober 1964 waarbij wordt geregeld hoe dikwijls en op welke wijze de geneeskundige onderzoeken worden verricht en onder welke voorwaarden het medisch schooltoezicht wordt uitgeoefend, wat betreft de bijlage houdende de algemene en specifieke bepalingen met betrekking tot de profylaxe tegen de besmettelijke ziekten in de inrichtingen die onderworpen zijn aan de wet van 21 maart 1964 op het medisch schooltoezicht
MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP
25 JULI 1997. Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 oktober 1964 waarbij wordt geregeld hoe dikwijls en op welke wijze de geneeskundige onderzoeken worden verricht en onder welke voorwaarden het medisch schooltoezicht wordt uitgeoefend, wat betreft de bijlage houdende de algemene en specifieke bepalingen met betrekking tot de profylaxe tegen de besmettelijke ziekten in de inrichtingen die onderworpen zijn aan de wet van 21 maart 1964 op het medisch schooltoezicht
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 21 maart 1964 op het medisch schooltoezicht, gewijzigd bij het decreet van 5 november 1986;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 oktober 1964 waarbij wordt geregeld hoe dikwijls en op welke wijze de geneeskundige onderzoeken worden verricht en onder welke voorwaarden het medisch schooltoezicht wordt uitgeoefend, inzonderheid op de artikelen 1, 5° a en b, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 1968, en 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 1972;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 maart 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989, die werden gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de recente meningokokken-aandoeningen aantonen dat het dringend noodzakelijk is ter beschikking van de diensten voor medisch schooltoezicht en de psychomedisch-sociale centra niet alleen informatie over alle recentste therapeutische middelen te stellen maar ook de in 1964 vastgestelde algemene en specifieke bepalingen met betrekking tot de profylaxe tegen de besmettelijke ziekten aan te passen;
Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, belast met gezondheidspromotie;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 24 juli 1997;
Besluit : Enig artikel. De bijlage van het koninklijk besluit van 12 oktober 1964 betreffende de algemene en specifieke bepalingen met betrekking tot de profylaxe tegen de besmettelijke ziekten in de inrichtingen die onderworpen zijn aan de wet van 21 maart 1964 op het medisch schooltoezicht, wordt vervangen door de bepalingen die vermeld zijn in de bijlage bij dit besluit van de Regering, dat in werking treedt de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 25 juli 1997.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, de Audiovisuele Sector, Hulpverlening aan de Jeugd, Kinderwelzijn en Gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX Bijlage bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 oktober 1964 waarbij wordt geregeld hoe dikwijls en op welke wijze de geneeskundige onderzoeken worden verricht en onder welke voorwaarden het medisch schooltoezicht wordt uitgeoefend, wat betreft de bijlage houdende de algemene en specifieke bepalingen met betrekking tot de profylaxe tegen de besmettelijke ziekten in de inrichtingen die onderworpen zijn aan de wet van 21 maart 1964 op het medisch schooltoezicht De verantwoordelijke arts van de equipe voor medisch schooltoezicht, die door de inrichtende macht van de schoolinrichting gekozen werd, moet : 1° onder alle omstandigheden, aan de leerlingen, hun ouders of voogden, de schoolautoriteiten en het schoolpersoneel praktische raadgevingen verstrekken met het doel de verspreiding van besmettelijke aandoeningen, zowel in de school als erbuiten, te verhinderen;2° te gepasten tijde, aan de inrichtende macht van de schoolinrichting en met de vereiste commentaar de onderstaande onderrichtingen verstrekken en er de toepassing van nagaan. A. Algemene bepalingen. 1. Het schoolhoofd doet elk kind, dat ernstig ongesteld blijkt te zijn, naar huis vergezellen.Wanneer een leerling wegens ziekte naar huis werd gestuurd of niet op school is verschenen, wint het schoolhoofd onverwijld bij de ouders inlichtingen in betreffende de verschijnselen van de aandoening van het kind. 2. Het schoolhoofd is verplicht de verantwoordelijke arts van de equipe voor medisch schooltoezicht te verwittigen zodra hij verneemt dat een kind van zijn school door een besmettelijke ziekte is aangetast, vermoedt dat een leerling of een lid van het personeel aan dergelijke ziekte lijdt of het bestaan van dergelijke ziekte in het huis van een zijner scholieren of van een lid van het personeel verneemt.3. Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 1 maart 1971 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten, neemt de verantwoordelijke arts van de equipe alle individuele of algemene profylactische maatregelen in het kader van de specifieke bepalingen vervat in de bijlage van dit besluit.4. Het schoolhoofd dat de ouders over de sluiting van de school of van de klas inlicht, moet tegelijkertijd, in overleg met de verantwoordelijke arts van de equipe voor medisch schooltoezicht, hun aandacht vestigen op de andere mogelijkheden van besmetting van de ziekte alsmede op de te treffen voorzorgsmaatregelen.5. Na de sluiting van de school of van de klas, doen de autoriteiten eventueel de nodige ontsmetting verrichten, op advies van de verantwoordelijke arts van de equipe voor medisch schooltoezicht.6. De school of de klas wordt maar heropend na het verstrijken van de tijd die overeenstemt met de incubatieperiode van de ziekte, die de sluiting nodig heeft gemaakt.7. Wanneer het tot het sluiten van een school of van een klas is besloten, deelt het schoolhoofd dit onmiddellijk mede aan de minister belast met onderwijs, in onderhavig geval, de Algemene Directie voor onderwijs waarvan de inrichting afhangt. B. Specifieke bepalingen.
De maatregelen in geval van besmettelijke ziekten zijn hieronder aangegeven voor elke ziekte, volgens drie aspecten : a) maatregelen betreffende de zieke : leerling of lid van het personeel van de school;b) maatregelen betreffende de leerlingen of de leden van het personeel, in contact met de zieke ten huize;de duur van de verwijdering wordt vastgesteld volgens de ziekte vanaf de afzondering van de zieke; c) algemene gezondheidsmaatregelen. Zonder tegenbericht, zijn deze bepalingen van toepassing op alle onderwijsniveaus : voorschools, lager, middelbaar en niet-universitair hoger onderwijs.
De onvoorziene gevallen zullen onderworpen worden aan de arts-ambtenaar van het medisch schooltoezicht (M.S.T.).
De eventuele toepassing van gezondheids- of profylaxemaatregelen die niet in deze bepalingen zouden worden uiteengezet, maakt een gezamenlijke beslissing van de schoolarts en de arts-ambtenaar van het medisch schooltoezicht noodzakelijk (bij voorbeeld : hepatitis B en andere, acquired human immunodeficiency, herpes,...).
I. Ziekten die onmiddellijk aan te geven zijn aan de arts-ambtenaar van het medisch schooltoezicht.
De aangifte van de in de punten 1 tot 3 vermelde ziekten : difterie, meningokokken, poliomyelitis, behoort tot de dringende volksgezondheidsmaatregelen. 1. Difterie.a) Verwijdering van ten minste 21 dagen en tot twee negatieve bacteriologische onderzoeken waarvan de tweede zeven dagen na de eerste wordt verricht.b) Verwijdering die eindigt na twee negatieve bacteriologische onderzoeken waarvan de tweede zeven dagen na de eerste wordt verricht.c) Opsporing van de kiemdragers bij de kinderen en personen die met de zieke in contact kwamen, na advies van de arts-ambtenaar van het medisch schooltoezicht. Verwijdering van de kiemdragers.
Vaccinatie aanbevolen.
Eventueel sluiting na advies van de arts-ambtenaar van het M.S.T. 2. Meningokokken.a) Verwijdering tot na klinische genezing.Voor de terugkeer naar school, toediening van een specifieke chemoprofylaxe om het dragen te verwijderen. b) Verwijdering van de personen die thuis in contact zijn met de zieke na de dag van de verwijdering van de zieke en tot de volledige toediening van de aanbevolen chemoprofylaxe. Onmiddellijke en specifieke chemoprofylaxe.
Thans zijn de praktische nadere regels voor die chemoprofylaxe de volgende : - Rifampicine : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De Minister bevoegd inzake gezondheidspromotie, is belast met het verstrekken, via een administratieve omzendbrief, van inlichtingen over de evolutie van de aanbevelingen terzake. c) Algemene profylaxe- en gezondheidsmaatregelen. C.1. Voorlichting van het schoolpersoneel en de ouders die door de schoolarts wordt georganiseerd.
Inzonderheid, omzendbrief om melding te maken van het geval en van de eerste tekens van de ziekte, om vroegtijdige opname in een ziekenhuis mogelijk te maken.
C.2. Aandachtig profylactisch medisch toezicht door de schoolarts op de contacten, ten einde verdachte tekens in de klas of in de school te kunnen opsporen.
C.3. Onmiddellijke en specifieke chemoprofylaxe (zie b) die door de huisarts, of bij gebreke, door de schoolarts, wordt voorgeschreven volgens het volgende schema : C.3.1. Collectiviteit met hoog risico. - Voorschools onderwijs : - kinderen van de klas - eventueel, leerlingen van andere klassen, indien frequente en regelmatige contacten (naar aanleiding van gemeenschappelijke maaltijden, gemeenschappelijk middagslaapje, gemeenschappelijke speelplaats, gemeenschappelijke kinderbewaarplaats) - Gesloten collectiviteit (vb. : internaat) : - alle kostgangers die in contact zijn met de zieke - het personeel C.3.2. Collectiviteit met verminderd risico : Andere onderwijsniveaus : - indien het geval enig is, enkel schriftelijke informatie verstrekken aan het schoolpersoneel, de ouders, eventueel aan hun huisarts, en toezicht over de contacten. - indien zich een tweede geval binnen de maand voordoet, chemoprofylaxe van de contacten (cfr. collectiviteit met hoog risico).
Het is aanbevolen niet te wachten alvorens te controleren of het tweede geval besmet is door dezelfde stam als het eerste geval, om te beslissen een chemoprofylaxe toe te dienen.
C.4. Eventuele vaccinatie, na advies van de arts-ambtenaar van het M.S.T., volgens hetzelfde schema als chemoprofylaxe (punt c.3), indien de stam van de meningokok behoort tot een serotype waartegen een vaccin beschikbaar is (thans, typen A en C, zelfs Y en W135). Het serotype wordt bepaald door het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid - Pasteur-Instituut (I.H.E.).
Bij afwijzing van de in de punten b) en c) bedoelde profylactische maatregelen, wordt de duur van de door de schoolarts uitgesproken verwijdering verlengd gedurende een maand, nadat het laatste geval zich heeft voorgedaan.
Opmerking : keel-uitstrijkjes zijn van de profylaxemaatregelen uit te sluiten, daar zij onvoldoende gevoelig zijn. 3. Poliomyelitis.a) Verwijdering van minimum 30 dagen en tot negatief virusonderzoek.b) Verwijdering van 30 dagen, met uitzondering van de personen die ingeënt werden.Inenting of herinenting aanbevolen. c) Hygiëne van de handen en de sanitaire inrichtingen.Inenting of herinenting aanbevolen. Eventueel sluiting na advies van de arts-ambtenaar van het M.S.T. 4. Infektieuze gastro-enteritis. 4.1. Buiktyfus, paratyfus, bacillaire dysenterie (shigellose...). a) Verwijdering die eindigt na ten minste twee negatieve coproculturen waarvan de tweede zeven dagen na de eerste wordt verricht. De laboratoriumuitslagen zullen bij het getuigschrift van genezing gevoegd worden. b) Verwijdering zoals bij de zieke.c) Nauwgezette hygiëne van de handen, van de sanitaire inrichtingen en van de keukens. Opsporing van de kiemdragers bij de kinderen en het personeel van de keukens, na advies van de arts-ambtenaar van het M.S.T. Tijdelijke verwijdering of eventuele mutatie van de kiemdragers die voedingswaren behandelen.
Indien meer dan drie gevallen in de school, onderzoek van de schoolarts over voedingshygiëne, hygiëne van de keukens en van de sanitaire inrichtingen.
Eventueel sluiting na advies van de arts-ambtenaar van het M.S.T. 4.2. Salmonellosen. a) Verwijdering die eindigt nadat de symptomen verdwenen zijn.b) Coprocultuur bij de personen die voedingswaren behandelen. Verwijdering zoals bij de zieke. c) Nauwgezette hygiëne van de handen, de sanitaire inrichtingen en de keukens.Indien meer dan 3 gevallen in de school : - opsporing van de kiemdragers bij de kinderen en het personeel van de keukens; - verwijdering van de kiemdragers totdat de symptomen verdwenen zijn; - onderzoek van de schoolarts over de voedingshygiëne, de hygiëne van de keukens en van de sanitaire inrichtingen. Eventueel sluiting na advies van de arts-ambtenaar van het M.S.T. 5. Hepatitis A a) Verwijdering van veertien dagen na het klinisch begin van de ziekte.b) Toediening van gammaglobulinen aanbevolen.c) Nauwgezette hygiëne van de handen, de sanitaire inrichtingen en de keukens.Toezicht op de contacten. Toediening van gammaglobulinen aanbevolen, vooral in internaat. 6. Infecties met beta-hemolytische streptokokken van groep A (onder meer scarlatina).a) Verwijdering tot na genezing en bevestiging door de huisarts dat de behandeling met antibiotica sedert ten minste 48 uur gevolgd wordt.b) Eventuele voorlichting van de ouders met het oog op chemoprofylaxe bij personen met verhoogd risico. Als toestanden met een verhoogd risico kunnen onder meer worden aanzien : 1° nauw contact met de zieke in de huiskring of in een internaat;2° duidelijk epidemisch verloop van de ziekte op school (meer dan twee gevallen binnen een termijn van 14 dagen in dezelfde klas);3° antecedenten van acuut reuma bij een lid van de familie;4° intercurrente aandoening bij een persoon in contact met de zieke;5° zekerheid dat de betrokken hemolytische streptokokkenstam van een nefritogeen serotype is.c) Wanneer zich in een klas meerdere gevallen voordoen, zal de verantwoordelijke arts van de equipe voor medisch schooltoezicht de ouders aanbevelen hun huisarts te raadplegen met het oog op een eventuele specifieke chemoprofylaxe.7. Besmettelijke longtuberculose.a) Verwijdering tot na overlegging van een getuigschrift van niet-besmettelijkheid, met vermelding van de uitslagen van de bijkomende (bacteriologische en radiologische) onderzoeken en van de aangewende behandeling en het opvolgen.b) Geen verwijdering. Opsporing en regelmatig toezicht. c) Herhaalde systematische opsporingen waarvan de omvang beslist zal worden in onderlinge overeenstemming met de arts-ambtenaar van het M.S.T. 8. Kinkhoest.a) Verwijdering tot na overlegging van een medisch attest dat het bewijs levert van een antibiotherapie die ten minste 14 dagen heeft geduurd.b) Verwijdering gedurende 21 dagen van de kinderen en het personeel behorend tot het voorschools onderwijs, behoudens op overlegging van een medisch attest dat het bewijs levert van chemoprofylaxe met antibiotica die ten minste 14 dagen heeft geduurd.c) Regelmatig toezicht.9. Bof.a) Verwijdering tot na genezing.b) Vroegtijdige vaccinatie aanbevolen (binnen 72 uren na de verschijning van het eerste geval) door het trivalente vaccin MBR, bij niet-geïmmuniseerde leerlingen die niet de prepubertaire leeftijd hebben bereikt.c) Vroegtijdige vaccinatie aanbevolen (binnen 72 uren na de verschijning van het eerste geval) door het trivalente vaccin MBR, bij niet-geïmmuniseerde leerlingen die niet de prepubertaire leeftijd hebben bereikt.10. Mazelen.a) Verwijdering tot na genezing.b) Vroegtijdige vaccinatie aanbevolen (binnen 72 uren na de verschijning van het eerste geval) door het trivalente vaccin MBR, bij niet-geïmmuniseerde leerlingen die niet de prepubertaire leeftijd hebben bereikt, of aanbevolen toediening van niet-specifieke gammaglobulinen binnen 6 dagen na de verschijning van het eerste geval.c) Vroegtijdige vaccinatie aanbevolen (binnen 72 uren na de verschijning van het eerste geval) door het trivalente vaccin MBR, bij niet-geïmmuniseerde leerlingen die niet de prepubertaire leeftijd hebben bereikt, of aanbevolen toediening van niet-specifieke gammaglobulinen binnen 6 dagen na de verschijning van het eerste geval.11. Rubella.a) Verwijdering van 8 dagen na het begin van de uitslag.b) Geen verwijdering. Profylaxe : zie c) c) Verwijdering van het schoolpersoneel met beginnende zwangerschap (tot het einde van de vierde maand);deze verwijdering heeft alleen betrekking op de niet-immune personen en moet gehandhaafd blijven tot 21 dagen na de aangifte van het laatste geval.
Aan zwangere vrouwen bij wie men vermoedt dat ze in het begin van de zwangerschap door het rubellavirus besmet konden worden, moet worden aangeraden zich tot hun huisarts te wenden, die de nodige proeven zal uitvoeren om de immuniteitstoestand te bepalen en om mogelijke recente besmetting op te sporen.
Het is ten zeerste aanbevolen alle leerlingen tegen rubella te vaccineren door het trivalente vaccin MBR vóór de leeftijd van 11-12 jaar.
Bij jonge vrouwen die wegens de aard van hun studies (leerlingen-verpleegsters, -kinderverzorgsters, -laboranten, leerlingen van het normaal onderwijs) gevaar lopen in contact te komen met rubella-virussen, is een immuniteistcontrole door het bepalen van antistoffen aangewezen, zelfs wanneer er vroeger een vaccinatie zou hebben plaatsgehad.
Dergelijke controle zal de reeds immune vrouwen geruststellen en zal de inenting beperken tot die personen waarvoor een vaccinatie noodzakelijk is.
Zij mag echter slechts worden uitgevoerd buiten een periode van zwangerschap, zo nodig onder strenge anticonceptie.
II. Ziekten die aan te geven zijn aan de arts-ambtenaar van het medisch schooltoezicht indien hun uitbreiding een epidemisch karakter aanneemt. 1. Schurft.a) Verwijdering tot na overlegging van een medisch attest dat het bewijs levert van de behandeling en de genezing.b) Profylactische behandeling van de personen die in nauw en regelmatig contact zijn met de zieke.c) Toezicht op de leerlingen.Voorlichting van de ouders en van de internaatverantwoordelijken met het oog op de ontsmetting van linnen, kleding en beddegoed. 2. Impetigo.a) Verwijdering behalve in geval van weinig uitgebreide impetigo, die behandeld wordt, en waarvan de letsels bedekt zijn.b) In een epidemische toestand, de letselsdragers opzoeken en behandelen.Verwijdering behalve ingeval van weinig uitgebreide impetigo, die behandeld wordt, en waarvan de letsels bedekt zijn. c) In een epidemische toestand, de letselsdragers opzoeken en behandelen. Verwijdering behalve ingeval van weinig uitgebreide impetigo, die behandeld wordt, en waarvan de letsels bedekt zijn.
Voorlichting van de ouders. 3. Molluscum contagiosum.a) Verwijdering behalve indien de persoon behandeld wordt en de letstels bedekt zijn.Verbod tot na genezing de sportinstallaties te bezoeken. b) In een epidemische toestand, de letselsdragers opzoeken en behandelen. Verwijdering behalve indien de persoon behandeld wordt en de letsels bedekt zijn.
Verbod tot na genezing de sportinstallaties te bezoeken. c) In een epidemische toestand, de letselsdragers opzoeken en behandelen. Verwijdering behalve indien de persoon behandeld wordt en de letsels bedekt zijn.
Verbod tot na genezing de sportinstallaties te bezoeken.
Voorlichting van de ouders. 4. Tinea van de schedelhuid.a) Verwijdering behalve indien de persoon regelmatig wordt behandeld en de letsels bedekt zijn.b) In een epidemische toestand, de letselsdragers opzoeken en behandelen.Verwijdering behalve indien de persoon regelmatig wordt behandeld en de letstels bedekt zijn. c) In een epidemische toestand, de letselsdragers opzoeken en behandelen.Verwijdering behalve indien de persoon regelmatig wordt behandeld en de letsels bedekt zijn. 5. Tinea van de gladde huid. Voorbeeld : herpes circinata, Sint-Katarinawiel en Kérion van Celsus. a) Verwijdering behalve indien de persoon regelmatig wordt behandeld en de letsels bedekt zijn.b) In een epidemische toestand, de letselsdragers opzoeken en behandelen. Verwijdering behalve indien de persoon regelmatig wordt behandeld en de letsels bedekt zijn. c) Aandachtig toezicht.In een epidemische toestand, de letselsdragers opzoeken en behandelen. Verwijdering behalve indien de persoon regelmatig wordt behandeld en de letsels bedekt zijn. Opsporing van zowel menselijke als dierlijke besmettingsbronnen. 6. Pediculosis.a) Verwijdering tot na verdwijning van de luizen en neten.b) Opsporing van de gevallen.Verwijdering tot na verdwijning van de luizen en neten. c) Opsporing van de gevallen. Verwijdering tot na verdwijning van de luizen en neten.
Voorlichting van de ouders, het schoolpersoneel en de leerlingen. 7. Wratten van de voetzool en athlete's foot.a) Verbod tot na genezing van de toegang tot de sportinstallaties, turnzalen, stort- en zwembaden.b) In een epidemische toestand, de letselsdragers opzoeken en behandelen. Verbod tot na genezing van de toegang tot de sportinstallaties, turnzalen, stort- en zwembaden. c) In een epidemische toestand, de letselsdragers opzoeken en behandelen.Verbod tot na genezing van de toegang tot de sportinstallaties, turnzalen, stort- en zwembaden. Ontsmetting van de turnzalen, stort- en zwembaden. 8. Varicella en zona. 8.1. Varicella. a) Verwijdering totdat alle letsels korstachtig zijn geworden, voor een minimumperiode van 8 dagen na het begin van de huiduitslag.b) Voorlichting van de ouders.c) Voorlichting van de ouders en het schoolpersoneel. 8.2. Zona. a) Geen verwijdering behalve indien de letsels zeer uitgebreid zijn en niet bedekt zijn of niet gedekt kunnen worden.b) Voorlichting betreffende de hygiëne van handen en kleding.c) Indien er verscheidene gevallen in dezelfde klas zijn, voorlichting betreffende de hygiëne van handen en kleding. Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Regering van 25 juli 1997.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, de Audiovisuele Sector, Hulpverlening aan de Jeugd, Kinderwelzijn en Gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX