gepubliceerd op 13 augustus 1997
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Paritaire Gemeenschapscommissie voor het officieel gesubsidieerd buitengewoon onderwijs en het onderwijs voor sociaal-culturele promotie
21 MEI 1997. Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Paritaire Gemeenschapscommissie voor het officieel gesubsidieerd buitengewoon onderwijs en het onderwijs voor sociaal-culturele promotie
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 6 juni 1994 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs, gewijzigd bij decreet van 10 april 1995 houdende dringende maatregelen inzake onderwijs, inz. op de artikelen 85 tot 92;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d. 19.5.1995 houdende oprichting van paritaire commissies in het officieel gesubsidieerd onderwijs;
Op de voordracht van Mevr. Laurette Onkelinx, Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid, en van Minister Jean-Claude Van Cauwenberghe, belast met Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en het Onderwijs voor Sociale Promotie;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d. 12 mei 1997, Besluit
Artikel 1.Bijgaand huishoudelijk reglement van de paritaire gemeenschapscommissie voor het officieel gesubsidieerd buitengewoon onderwijs en het onderwijs voor sociaal-culturele promotie wordt goedgekeurd.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 1997.
Brussel, 21 mei 1997.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken, belast met het Onderwijs voor Sociale Promotie, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE Paritaire Gemeenschapscommissie voor het officieel gesubsidieerd buitengewoon onderwijs en het onderwijs voor sociaal-culturele promotie Huishoudelijk reglement aangenomen op de plenaire vergadering d.d. 10 januari 1997 HOOFDSTUK I. Instelling, zetel
Artikel 1.1. Omschrijving. Bij besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap d.d. 19 mei 1995 (Belgisch Staatsblad d.d. 19 september 1995) wordt de Paritaire Gemeenschapscommissie voor het officieel gesubsidieerd buitengewoon onderwijs en het onderwijs voor sociaal-culturele promotie ingesteld hierna genoemd "paritaire gemeenschapscommissie" die bevoegd is voor de inrichtingen voor officieel gesubsidieerd onderwijs op de niveaus bedoeld bij voormeld decreet van de Franse Gemeenschap d.d. 6 juni 1994. 2. Bevoegdheid.Overeenkomstig art. 1 van hetzelfde decreet van de Franse gemeenschap d.d. 6 juni 1994 strekt de bevoegdheid van de Commissie zich uit tot de Inrichtende Machten en de gesubsidieerde personeelsleden die door bovengenoemde onderwijsinrichtingen worden tewerkgesteld.
Art. 2.De zetel van de Commissie is in Brussel gelegen, in de lokalen van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, dienst Buitengewoon Onderwijs, thans aan de Kunstlaan 19 A/D, 1000 Brussel.
Bij noodgeval kan de voorzitter beslissen, de vergaderingen buiten de zetel van de Paritaire Gemeenschapscommissie te houden. HOOFDSTUK II. Opdracht
Art. 3.De opdrachten van de Paritaire Gemeenschapscommissie van het secundair onderwijs zijn o.m. : a) over de algemene arbeidsvoorwaarden in de inrichtingen voor het officieel gesubsidieerd buitengewoon onderwijs en voor het onderwijs voor sociaal culturele promotie beraadslagen;b) elk geschil voorkomen of bijleggen dat zou kunnen rijzen of gerezen zijn tussen de inrichtende machten en de personeelsleden;d) adviezen geven over alle vraagstukken inzake organisatie, verdediging en begunstiging van het officieel onderwijs. HOOFDSTUK III. Samenstelling
Art. 4.De Paritaire Commissie bestaat uit : 1° twaalf werkende leden en twaalf plaatsvervangers die de inrichtende machten in het officieel gesubsidieerd onderwijs vertegenwoordigen;2° twaalf werkende leden en twaalf plaatsvervangers die de representatieve organisaties vertegenwoordigen in het officieel gesubsidieerd onderwijs;3° een voorzitter en een ondervoorzitter;4° een referendaris 5° een secretaris en een adjunct-secretaris. De voorzitter, ondervoorzitter, referendaris, secretaris, adjunct-seccretaris en commissieleden werden voor de eerste keer bij een besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d. 29 april 1996 benoemd.
De leden worden voor zes jaar benoemd.
Het mandaat van de leden neemt een einde : 1° bij ontslag;2° wanneer de organisatie die het lid voorgedragen heeft, zijn vervanging vraagt;3° bij overlijden. Elk lid dat een paritaire commissie verlaat, wordt binnen de eerstvolgende drie maanden vervangen.
De plaatsvervanger beëindigt het mandaat van zijn voorganger.
Wanneer een organisatie de bevoegde Minister de vervanging van een werkend lid of een plaatsvervanger vraagt, zendt ze een afschrift van deze vraag tot wijziging over aan de voorzitter van de Paritaire Gemeenschapscommissie.
Art. 5.De commissieleden kunnen worden bijgestaan door technische adviseurs, wier aantal wordt vastgesteld op ten hoogste 24.
Het aantal technische adviseurs die door de werkgeversorganisaties mogen worden afgevaardigd wordt op 12 vastgesteld.
Het aantal technische adviseurs dat door de representatieve personeelsverenigingen mag worden afgevaardigd, wordt eveneens op 12 vastgesteld. HOOFDSTUK IV. Werking IV 1 Vergaderingen
Art. 6.De Commissie vergadert op initiatief van de voorzitter of op vraag van een organisatie die er vertegenwoordigd is.
Elke vraag die van een organisatie uitgaat moet op de agenda van een vergadering van de Paritaire Gemeenschapscommissie worden ingeschreven binnen de dertig dagen na de ontvangst ervan door de voorzitter. Deze termijn wordt verminderd tot vijftien dagen bij behoorlijk aangetoonde dringende noodzakelijkheid.
Deze vraag vermeldt de punten die de organisatie op de agenda wenst te brengen en gaat gepaard met een verklarende nota en al de nodige documenten.
Art. 7.De voorzitter bepaalt de datum van de vergadering en maakt de agenda op.
Een bijkomend punt mag tijdens de vergadering op de agenda worden gebracht voor zover de leden er unaniem akkoord mee gaan.
Art. 8.Zowel de werkende leden als de plaatsvervangers worden door toedoen van de voorzitter bijeengeroepen.
De oproepingsbrief vermeldt de datum, de plaats en de agenda van de vergadering en gaat gepaard met de documentatie betreffende de agenda en desnoods met de in artikel 6 bedoelde verklarende nota.
Hij wordt aan de werkende leden en de plaatsvervangers, alsmede aan de referendaris, ten minste veertien kalenderdagen vóór de datum van de vergadering gericht.
Art. 9.Het werkend lid dat belet is, voorziet in zijn vervanging.
Wanneer een plaatsvervanger een werkend lid vervangt, verwittigt laatsgenoemde de voorzitter zodra de vergadering geopend wordt.
Wanneer technische adviseurs de vergadering bijwonen, wordt de commissie uiterlijk bij het begin van de vergadering door een lid van de paritaire commlssie op de hoogte van hun aanwezigheid gebracht.
Art. 10.De Commissie beraadslaagt geldig wanneer te minste de helft van de werkende leden of plaatsvervangers die de inrichtende machten vertegenwoordigen, en ten minste de helft van de werkende leden of plaatsvervangers die de personeelsleden vertegenwoordigen, aanwezig zijn.
De plaatsvervangers mogen slechts geldig zitting hebben ter vervanging van verhinderde werkende leden.
Indien de in het vorig lid bedoelde voorwaarde niet vervuld wordt, zal een nieuwe vergadering belegd worden en dan geldig beraadslagen, wat het aantal ook moge zijn van de aanwezige leden die enerzijds de inrichtende machten en anderzijds de representatieve organisaties van personeelsleden vertegenwoordigen, over de punten die op de agenda van de uitgestelde vergadering stonden.
Art. 11.De voorzitter ziet na of de voor een geldige beraadslaging vastgestelde voorwaarden vervuld zijn.
Hij leidt de besprekingen en zorgt voor de goede werking van de Commissie.
De voorzitter zorgt voor het overzenden van de beslissingen van de paritaire Gemeenschapscommissie aan het lid of de leden van de Regering van de Franse Gemeenschap bevoegd voor het statuut van de in artikel 1 van dit huishoudelijk reglement bedoelde personeelsleden, en aan de betrokken partijen. Hij zorgt voor deze verzending binnen de acht dagen die op de definitieve goedkeuring van de tekst van de beslissing volgen.
Wanneer de Paritaire Gemeenschapscommissie een beslissing neemt, preciseert ze of ze wenst dat de Regering van de Franse Gemeenschap er bindende kracht aan geeft.
De voorzitter deelt onverwijld, uiterlijk tijdens de eerstvolgende vergadering, de leden van de Paritaire Gemeenschapscommissie de kennisgeving mee die de Regering aan hem richt ter uitvoering van artikel 86 van voormeld decreet d.d. 6 juni 1994 vrij, of wanneer de Regering van de Franse Gemeenschap bindende kracht geeft aan een beslissing.
Art. 12.De secretaris en/of de adjunct-secretaris woont/wonen de vergaderingen van de Commissie bij.
Art. 13.De vergaderingen van de Commissie zijn niet openbaar.
IV 2 Notulen van de vergaderingen
Art. 14.De secretaris stelt de notulen van elke vergadering op.
De notulen vermelden : de benaming van het paritair lichaam; de plaats en de datum van de vergadering, het openings- en sluitingsuur; de namen van de aanwezige, verontschuldigde of afwezige leden en de organisatie die deze leden heeft voorgedragen; de namen van de plaatsvervangers die de verhinderde leden vertegenwoordigen; de namen van de technici; de punten op de agenda; de vaststelling door de voorzitter dat de voorwaarden tot een geldige bereadslaging vervuld zijn.
De notulen moeten de debatten beknopt weergeven alsmede de adviezen, beslissingen en stemmingen en de verklaring waarvoor gevraagd wordt ze in extenso op te nemen.
Art. 15.De secretaris zendt binnen een termijn van acht kalenderdagen de notulen over aan de voorzitter.
De voorzitter ondertekent de notulen van de vergadering, die hij binnen een tweede termijn van acht kalenderdagen aan de werkende leden en de plaatsvervangers stuurt.
Bij gebrek aan een vraag om rechtzetting, gericht aan de voorzitter binnen acht dagen te rekenen van de datum van ontvangst van de notulen, worden deze geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd en worden ze aan de Regering van de Franse Gemeenschap overgezonden.
De voorzitter legt de vraag om rechtzetting aan de leden, die de vergadering hebben bijgewoond, ter goedkeuring voor. In elk geval gebeurt de goedkeuring van de notulen bij het begin van de eerstkomende vergadering van de Commissie.
IV 3 Beslissingen en andere handelingen van de Commissie
Art. 16.De adviezen, voorstellen, vragen en beslissingen alsmede de andere handelingen van de Commissie worden goedgekeurd op de vergadering tijdens welk ze geformuleerd, genomen of gesloten werden en maken ieder het voorwerp uit van afzonderlijke genummerde documenten die bij de notulen van de vergadering worden gevoegd.
Art. 17.De beslissingen worden door de aanwezige leden eenparig genomen; zoniet moet binnen de veertien dagen een nieuwe vergadering plaatsvinden, op een tijdens de eerste vergadering vastgestelde datum.
Op de nieuwe vergadering worden beslissingen geldig genomen bij 2/3 meerderheid van die in elke groep uitgebrachte stemmen van de aanwezige leden.
Worden niet als stemmen beschouwd : blanco stembriefjes : onthoudingen.
Art. 18.De in de Commissie genomen beslissingen kunnen bindend verklaard worden door de Regering van de Franse Gemeenschap, op verzoek van de Commissie of van een in de Commissie vertegenwoordigde organisatie.
Overeenkomstig artikel 11 geeft de commissievoorzitter aan de leden uiterlijk tijdens de eerstvolgende vergadering kennis van de beslissingen van de Regering omtrent de in vorig lid bedoelde aanvragen.
IV 4 Andere bevoegdheden van de voorzitter, de ondervoorzitter en de secretaris
Art. 19.De voorzitter vertegenwoordigt de Commissie in haar betrekkingen met derden.
Hij ondertekent de brieven van de Commissie.
Hij mag deze bevoegdheid niet aan de secretaris afvaardigen.
Art. 20.Bij afwezigheid van de voorzitter vervangt de ondervoorzitter hem en oefent hij in dat geval dezelfde bevoegdheid als de voorzitter uit.
Art. 21.De secretaris vervult zijn opdracht onder het gezag en de leiding van de voorzitter.
IV 5 Samenstelling van werkgroepen
Art. 22.De Commissie mag werkgroepen samenstellen ten einde de bijzondere problemen die ze bepaalt, te onderzoeken.
De besluiten van de werkgroepen worden aan de Commissie ter goedkeuring voorgelegd. HOOFDSTUK V. Bemiddeling
Art. 23.De Paritaire Gemeenschapscommissie kan onder haar leden een bemiddelingssdienst oprichten waarvan de samenstelling, de materiële bevoegdheid en de werkwijze door een beslissing van de Paritaire Gemeenschapscommissie worden geregeld en die alle geschillen tussen de inrichtende macht en de personeelsleden, ressorterend onder die Commissie moet voorkomen of bijleggen. HOOFDSTUK VI. Wijziging van het huishoudelijk reglement
Art. 24.Dit huishoudelijk reglement mag bij beslissing van de Commissie gewijzigd worden indien de geplande wijzigingen niet van de wetgeving afwijken en op de agenda ingeschreven werden.
De wijziging wordt de Regering van de Franse Gemeenschap ter goedkeuring voorgelegd. HOOFDSTUK VII. Slotbepalingen VII 1 Briefwisseling en archief
Art. 25.Elke briefwisseling over al wat de Commissie betreft, moet aan de voorzitter, ten zetel van de Commissie, bedoeld in art. 2, gericht worden.
Art. 26.Het archief van de Commissie wordt ten zetel van de Commissie bewaard VII 2 Indiening van het huishoudelijk reglement
Art. 27.Het huishoudelijk reglement, overeenkomstig de bepalingen van artikel 33 van voormeld decreet d.d. 6 juni 1994 goedgekeurd door de Regering van de Franse Gemeenschap, wordt bij het secretariaat van de Commissie ingediend.
VII. Inwerkingtreding.
Art. 28.Dit reglement heeft uitwerking op 1 januari 1997.
Aldus aangenomen op de vergadering d.d. 10 januari 1997 van de Paritaire Gemeenschapscommissie.
De voorzitter, De adjunct-secretaresse, J.L. Richard. R. Delussu.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d.21 mei 1997.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, belast met het Onderwijs voor Sociale Promotie, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE.