3 DECEMBER 1996. Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vastlegging van de toelagen van de categoriële directeurs en directeurs-voorzitters van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet d.d. 22 juni 1964 betreffende het statuut van de personeelsleden van het rijksonderwijs, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten d.d. 27 juli 1971, 11 juli 1973, 19 december 1974, bij het koninklijk besluit nr 456 d.d. 10 september 1986 en bij het decreet d.d. 27 december 1993;

Gelet op het decreet d.d. 25 juli 1996 betreffende de opdrachten, en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen;

Gelet op het koninklijk besluit d.d. 13 juli 1976 tot regeling van de toekenning van een toelage aan de leden van het bestuurs- en onderwijzend personneel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel van het rijksonderwijs die voorlopig aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt;

Gelet op het protocol d.d. 25 oktober 1996 van Sectorcomité IX en van het Comité voor provinciale en lokale overheidsdiensten, afdeling II, die gezamenlijk vergaderden;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 1 oktober 1996;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting gegeven op 7 oktober 1996;

Gelet op de dringende noodzaak om toelagen toe te kennen aan de categoriële directeurs en de directeurs-voorzitters die sinds de herstructurering van het hoger onderwijs in Hogescholen op 1 september 1996 fungeren;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 14 november 1996, bij toepassing van artikel 84, lid 1, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitster belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid en van de Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d. 2 december 1996, Besluit :

Artikel 1.Een artikel 4bis, dat luidt als volgt, wordt ingelast in het koninklijk besluit d.d. 13 juni 1976 tot regeling van de toekenning van een toelage aan de leden van het bestuurs-en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel van het rijksonderwijs die voorlopig aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt : « Artikel 4bis : De categoriële directeur aangesteld of vast benoemd, volgens het geval, met inachtneming van de artikelen 15 en 16 van het decreet d.d. 25 juli 1996 van de Franse Gemeenschap betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte op gesubsidieerde hogescholen, geniet een toelage tijdens de duur van zijn mandaat.

Het bedrag van deze toelage bestaat uit het verschil tussen enerzijds de ambtsschaal 475 van directeur, zoals bedoeld in Hoofdstuk E van het koninklijk besluit d.d. 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op deze inrichtingen, en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het afstandsonderwijs en van het gesubsidieerd lager ondenvijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat, en anderzijds de ambtsschaal van rang 1 of rang 2 waarvoor hij het voorwerp is geweest van een benoeming of een aanwerving in vast verband voor zijn mandaat van categoriële directeur. Wanneer het personeelslid in verschillende ambten van rang 1 of rang 2 benoemd of in vast verband aangeworven werd, dient voor de vaststelling van de volgens de gevallen in lid 2 of lid 3 bedoelde toelage het ambt waarmee de hoogste weddeschaal overeenstemt in aanmerking te worden genomen. »

Art. 2.Een artikel 4ter dat luidt als volgt, wordt in hetzelfde artikel ingelast : « Artikel 4ter : De directeur-voorzitter die met inachtneming van de artikelen 15 en 16 van het decreet d.d. 25 juli 1996 van de Franse Gemeeenschap betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen, geniet het voordeel van een toelage tijdens de duur van zijn mandaat.

Het bedrag van deze toelage bestaat uit het verschil dat bestaat tussen enerzijds de ambtsschaal 480 zoals bedoeld in hoofdstuk F van bovenvermeld koninklijk besluit d.d. 27 juni 1974, en anderzijds de ambtsschaal waarvoor hij het voorwerp is geweest van een vaste benoeming of een aanwerving in vast verband voor zijn mandaat van directeur-voorzitter.

Wanneer het personeelslid benoemd of aangeworven is in vast verband in verschillende ambten dient het ambt waarmee de hoogste weddeschaal overeenstemt in aanmerking te worden genomen".

Art. 3.Een artikel 4 quater dat luidt als volgt, wordt in hetzelfde artikel ingelast : « Artikel 4quater : Het personeelslid dat voor de inwerkingtreding van dit besluit, in vast verband aangeworven of vast benoemd werd tot het ambt van onderdirecteur, directeur in het niet-universitair hoger onderwijs van de eerste en tweede graad of tot adjunct-directeur, directeur in het niet-universitair hoger onderwijs van de derde graad zoals bedoeld in het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap d.d. 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel, van het sociaal personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en niet-universitair hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen, geniet de gunstigste toestand, ofwel de schaal die overeenstemt met zijn aanwerving of benoeming in vast verband, ofwel de wedde die betrekking heeft op een mandaat van categoriële directeur of directeur-voorzitter zoals bedoeld in de artikelen 4bis en 4ter van dit besluit. De categoriële directeur die bovendien wordt aangesteld als directeur-voorzitter, geniet de in artikel 4 ter bedoelde toelage. »

Art. 4.De Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking op 1 september 1996.

Brussel, 3 december 1996.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met Onderwijs, Audio-visuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid, Mevr. L. ONKELINX. De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, J.-P. GRAFE