gepubliceerd op 17 juli 1997
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toekenning van een toelage aan de Vereniging ter Voorkoming van Geweld op School
14 APRIL 1997. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toekenning van een toelage aan de Vereniging ter Voorkoming van Geweld op School
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet d.d.25 juli 1996 houdende de begroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1997;
Gelet op het koninklijk besluit d.d. 17 juli 1997 houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit en inzonderheid op de artikelen 55 t/m 58;
Gelet op het besluit d.d. 11 december 1995 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende organisatie van de administratieve en budgettaire controle;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 7 april 1997;
Gelet op het akkoord van de Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap belast met de Begroting gegeven op 11 april 1997;
Gelet op de beraadslaging van de Regering d.d. 14 april 1997, Besluit
Artikel 1.Een globale subsidie van 50 miljoen franken die aan te rekenen is op het krediet ingeschreven op de basistoelage 01.04, activiteitsprogramma 80, organieke afdeling 52 van de begroting van de Franse Gemeenschap, uitgaven van het Departement Onderwijs, Onderzoek en Vorming, begrotingsjaar 1997, wordt voor de periode van 1 januari 1997 tot 30 juni 1998 toegekend aan de vereniging zonder winstoogmerk "Vereniging ter Voorkoming van Geweld op School" rekening nr. 068/2017347/65, hierna genoemd "de begunstigde".
De eventuele intresten moeten worden gevoegd bij de subsidie onder voorbehoud dat ze voor hetzelfde doel dienen als de subsidie zelf en met de voorafgaande toestemming van het in artikel 7 bepaalde Begeleidingscomité.
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde toelage is bestemd om hulp te geven bij de verwezenlijking van de aanpassingsprojecten van het levenskader om het geweld te voorkomen in de scholen met een schoolbevolking uit een minder begunstigde sociaal-culturele omgeving.
De projecten worden door de Regering goedgekeurd.
De middelen moeten uitsluitend toegekend worden voor uitrustings- en werkingsuitgaven, liefst voor aankoop van materieel en van gereedschap en diensten nodig voor de aanwending ervan.
Een percentage van hoogstens 1,5 % mag voor beheerskosten gebruikt worden
Art. 3.Het bedrag van de toelage wordt in twee schijven en op de volgende wijze uitbetaald : 1° een eerste schijf van twintig miljoen frank die als voorschot 40 % van het bedrag van de toelage vertegenwoordigt, tegen 1 mei 1997;2° een tweede schijf van twintig miljoen frank die 40 % van het bedrag van de toelage vertegenwoordigt, tegen 1 september 1997;3° het saldo van vijf miljoen frank dat 20 % van het totaal bedrag van de toelage vertegenwoordigt, moet na ontvangst en goedkeuring van de in artikel 4 bedoelde documenten worden uitbetaald.
Art. 4.Na afloop van de voorziene werkzaamheden en in elk geval vóór 31 maart 1998 moet de begunstigde van de toelage de hierna opgesomde documenten voorleggen : 1° de gedetailleerde rekening (in tweevoud) van de ontvangsten en uitgaven betreffende de bedoelde werkzaamheden;2° de bewijsstukken betreffende alle in 1° bedoelde uitgaven.Deze bewijsstukken moeten in tweevoud worden afgegeven en in volgende orde op een samenvattende lijst, ook in tweevoud opgemaakt, worden opgenomen; 3° een activiteitsverslag in vijf exemplaren;dit verslag moet een synthesenota omvatten over de concrete werkzaamheden betreffende de door dit besluit gedekte periode.
Art. 5.Om aan de bepalingen van artikel 4 te kunnen voldoen, houdt de begunstigde een afzonderlijke boekhouding bij voor de aanwending van de toelage.
Art. 6.De toelage wordt uitbetaald ten belope van de strikt nodige uitgaven voor de verwezenlijking van het project, met uitsluiting van de uitgaven die reeds gefinancierd worden door andere bronnen dan de in dit besluit bepaalde toelage.
Het niet-gerechtvaardigde bedrag van de toelage moet aan de Franse Gemeenschap worden terugbetaald volgens voorwaarden die door de voor het secundair onderwijs bevoegde minister moeten worden bepaald.
Art. 7.1. Er wordt een begeleidingscomité opgericht om na te gaan of de werkzaamheden conform de bepalingen van dit besluit zijn.
Worden aangesteld om van dit comité deel uit te maken : drie vertegenwoordigers van de Regering van de Franse Gemeenschap; de directeur-generaal van het secundair onderwijs of diens vertegenwoordiger; de voorzitter van het overlegcomité voor het confessioneel secundair onderwijs of diens vertegenwoordiger; de voorzitter van het overlegcomité voor het niet-confessioneel secundair onderwijs of diens vertegenwoordiger.
Het comité wordt door een vertegenwoordiger van de Regering van de Franse Gemeenschap voorgezeten.
De beslissingen worden met een tweederdemeerderheid van de aanwezige leden genomen.
Art. 8.De verantwoordelijkheid van de Minister mag niet bij de overeenkomsten, de handelingen van onderaanneming of de schade veroorzaakt aan mensen en goederen betrokken zijn.
Brussel, 14 april 1997.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid, Mevr. L. ONKELINX