7 MEI 2009. - Besluit van de Regering houdende wijziging van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 april 1999 tot uitvoering van de artikelen 38 en 39 van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor het gewoon onderwijs

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor het gewoon onderwijs, in het bijzonder artikel 38, § 1;

Gelet op het decreet van de Regering van 14 april 1999 tot uitvoering van de artikelen 38 en 39 van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor het gewoon onderwijs, gewijzigd bij het decreet van de Regering van 25 mei 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, d.d. 6 februari 2009;

Gelet op de goedkeuring door de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 13 februari 2009;

Gelet op het advies nr. 46.249/2 van de Raad van State, dat op 15 april 2009 verstrekt werd in overeenstemming met artikel 84 § 1, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voordracht van de Minister die bevoegd is voor Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 3 van het besluit van de Regering van 14 april 1999 tot uitvoering van de artikelen 38 en 39 van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor het gewoon onderwijs wordt de zin "Der plaatsvervangende voorzitter is belast met het secretariaat." vervangen door de zin "De secretaris wordt uit de leden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap benoemd.".

Art. 2.Voorliggend decreet treedt op 1 juni 2009 in werking.

Art. 3.De Minister die bevoegd is voor Onderwijs, wordt belast met de uitvoering van voorliggend decreet.

Eupen, 7 mei 2009.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH