10 MAART 2005. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap houdende aanwijzing van vastleggingscontroleurs

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 48;

Op de voordracht van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De heer Horst Kesseler - Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap - Afdeling Algemene Diensten van het Ministerie, wordt als hoofdcontrolleur van de vastleggingen aangewezen.

Art. 2.Worden tot adjunct-controleurs van de vastleggingen aangewezen voor de uitgaven die niet onderworpen zijn aan het voorafgaand visum van het Rekenhof - Mevr. Annette Bongartz - Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap - Afdeling Vorming, Werkgelegenheid en Europese programma's;

- Mevr. Gerlinde Schröder - Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap - Afdeling Onderwijs; - Mevr. Carmen Xhonneux - Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap - Afdeling Culturele Aangelegenheden;

- de heer Dieter Brand - Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap - Afdeling Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden;

- Mevr. Claudine Mertens - Regering van de Duitstalige Gemeenschap - Kanselarij.

Art. 3.Bij verhindering van de hoofdcontrolleur wegens verlof of ziekte kunnen zijn opdrachten, tijdens zijn afwezigheid, ofwel door de personen aangewezen in artikel 2 ofwel door de heer Romain Kockartz - Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap - Afdeling Algemene Diensten van het Ministerie, worden waargenomen.

Art. 4.Volgende besluiten van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap worden opgeheven : 1° het besluit van 10 april 1998 houdende aanwijzing van de heer Horst Kesseler als vastleggingscontroleur;2° het besluit van 22 mei 1998 houdende benoeming van de plaatsvervangende vastleggingscontroleurs;3° het besluit van 8 mei 1998 (3395/EXIT/B/I) houdende aanwijzing als vastleggingscontroleur en als buitengewone rekenplichtige van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap alsmede toekenning van een desbetreffende aanvullende toelage en van een forfaitaire reiskostenvergoeding;4° het besluit van 25 januari 2000 houdende aanwijzing van de vastlegginscontroleur en van zijn plaatsvervangers;5° het besluit van 19 december 2002 tot wijziging van het besluit van 25 januari 2000.

Art. 5.Voorliggend besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 6.Voorliggend besluit wordt aan de betrokkenen gezonden en een afschrift ervan wordt aan het Rekenhof betekend.

Eupen, 10 maart 2005.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap De Minister-President, Minister van Lokale Besturen K.-H. LAMBERTZ