Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Duitstalige Gemeenschap van 31 januari 2005
gepubliceerd op 11 mei 2005

Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap waarmee de Stad Sankt Vith ertoe gemachtigd wordt een terrein in Schönberg te onteigenen

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2005033034
pub.
11/05/2005
prom.
31/01/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 JANUARI 2005. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap waarmee de Stad Sankt Vith ertoe gemachtigd wordt een terrein in Schönberg te onteigenen


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 30 december 1993, 16 december 1996, 18 december 1998, 4 mei 1999, 6 mei 1999, 25 mei 1999, 22 december 2000, 7 januari 2002, 24 december 2002, 5 mei 2003 en 3 juli 2003;

Gelet op de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigeningen ten algemenen nutte;

Gelet op het decreet van 9 november 1987 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte uitgevoerd of goedgekeurd door de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op de beslissing genomen op 18 november 2004 door de gemeenteraad van de stad Sankt Vith, een onteigeningsprocedure ten algemenen nutte te openen voor een grondinneming van 113 m2 van een perceel gelegen in Schönberg, Divisie F, nr. 164f, om de vereiste vergunning bij de Regering van de Duitstalige Gemeenschap te verzoeken en de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden, zoals bepaald door de wet van 26 juli 1962, toe te passen;

Overwegende dat de stad Sankt Vith daaromtrent reeds op 11 maart 2003 een eerst verzoek bij het Waalse Gewest had ingediend, dat dit verzoek op 7 januari 2004 naar de bevoegde Duitstalige Gemeenschap werd verwezen en op 20 februari 2004 werd goedgekeurd;

Overwegende dat de onteigeningsaanvraag, ingediend op 14 juni 2004 bij het Vredegerecht te Sankt Vith, echter door een oordeel van de rechtbank van eerste aanleg te Eupen verworpen werd wegens onregelmatige en onaangepaste motivering van het goedkeuringsbesluit van de Duitstalige Gemeenschap van 20 februari 2004;

Overwegende dat overeenkomstig het onteigeningsplan en de tabel van grondinnemingen, die bij dit besluit zijn gevoegd, het te onteigenen terrein een enge strook land is met een totale oppervlakte van 113m2 langs het gemeentelijk perceel waarop een bestaand gebouw door om- en uitbouwwerken als school moet worden ingericht;

Overwegende dat ondanks hernieuwde onderhandelingen tussen de stad Sankt Vith en de gezamenlijke erfgenamen, eigenaars van de betrokken percelen, geen minnelijke schikking kon worden bereikt over een aanschaffing door de stad, dat de stad Sankt Vith derhalve geen andere mogelijkheid heeft dan de strook land die noodzakelijk is voor de om- en uitbouwwerken ten algemenen nutte verplicht te onteigenen;

Overwegende dat de te onteigenen strook land dringend noodzakelijk is om de geplande om- en uitbouwwerken uit te voeren daar het met schoolse doeleinden in te richten gebouw zonder deze strook land niet toegankelijk is voor gehandicapten, dat de op de achterzijde gelegen ruimten geen vensters zouden hebben en dat, zonder toegang via eigen terrein op de achterzijde van het gebouw, de bouw- en onderhoudswerken aanzienlijk belemmerd zouden zijn;

Overwegende dat het bestaande gebouw, in 1991 geopend, voor 85 leerlingen gepland en gebouwd was, dat de vestiging Schönberg op 1 oktober 2004 echter 133 leerlingen telt en dat in de komende jaren slechts een lichte vermindering van het totaal aantal leerlingen verwacht wordt en dat men, met 10 vestigingen in totaal, geen nauwkeurige vooruitzichten kan hebben voor de vestiging Schönberg;

Overwegende dat er nu, in een voor 85 leerlingen gepland schoolgebouw, met 133 leerlingen, en ook in de toekomst - zelfs met een geringer aantal leerlingen voor de hele gemeente - een accuut gebrek aan ruimte is met o.a. als gevolgen : - dat de bij de conceptie van het huidige schoolgebouw als bibliotheek, rustruimte, werkruimten, materieelruimte en mediaruimte geplande ruimten en zelfs bordesgedeelten nu als klasruimten worden gebruikt en dus hun oorspronkelijke, vanuit een pedagogische standpunt onontbeerlijke bestemming hebben verloren; - dat de eetzaal voor de groepwerkzaamheden moet worden gebruikt, alhoewel dit lokaal voor zulke werkzaamheden niet aangepast is; - dat de computers van de leerlingen in de werkkamer van het inrichtingshoofd moesten worden geplaatst; - dat er voor 62 leerlingen slechts één W.C. is op de eerste verdieping, wat volkomen onvoldoende is, en dat de leerlingen van het gelijkvloers het gebouw verlaten en om het gehele complex moeten lopen om bij de toiletten te komen; - dat er in het bestaande schoolgebouw geen motoriekruimte is, alhoewel zo'n ruimte dringend noodzakelijk is voor de psychomotorische ontwikkeling van de kinderen van de kleuterafdeling en van de eerste graad van het lager onderwijs, zodat de leerlingen nu naar het parochielokaal, 2 km ver vandaan, moeten gaan; - dat de huidige overdekte speelplaats volkomen onvoldoende is voor het huidige en het toekomstige aantal leerlingen;

Overwegende dat de plannen voor de om- en uitbouwwerken reeds opgesteld zijn en dat de voor de verwezenlijking van het project noodzakelijke middelen enerzijds in de begroting van de stad Sankt Vith en anderzijds in het infrastructuurplan van de Duitstalige Gemeenschap voor het jaar 2005 ingeschreven zijn;

Overwegende dat om al deze redenen de om- en uitbouwwerken dringend noodzakelijk zijn en dat voor de verwezenlijking van dit project de onteigening ten algemenen nutte van de betrokken strook land onontbeerlijk is;

Overwegende dat om al deze redenen de onverwijlde inbezitneming van de strook land door de stad Sankt Vith noodzakelijk is om het om- en uitbouwproject zo snel mogelijk uit te voeren, zodat de onteigening een dringend karakter bekleedt;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De stad Sankt Vith is ertoe gemachtigd het terrein, in geel aangeduid op het onteigeningsplan dat dit besluit is bijgevoegd, wegens openbare nut te onteigenen.

Art. 2.De onmiddellijke inbezitneming van het terrein wordt ten algemenen nutte als onontbeerlijk verklaard.

Art. 3.De rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigeningen ten algemenen nutte, bepaald in artikel 5 van de wet van 26 juli 1962, wordt toegepast.

Art. 4.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 31 januari 2005.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^