Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Duitstalige Gemeenschap van 26 mei 2004
gepubliceerd op 28 oktober 2004

Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 januari 1999 houdende vaststelling van de criteria voor de verdeling van het Bijzonder fonds voor maatschappelijk welzijn onder de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van de Duitstalige Gemeenschap

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2004033063
pub.
28/10/2004
prom.
26/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/26/2004033063/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 MEI 2004. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 januari 1999 houdende vaststelling van de criteria voor de verdeling van het Bijzonder fonds voor maatschappelijk welzijn onder de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van de Duitstalige Gemeenschap


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 105, gewijzigd bij de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op besluit van de Regering van 14 januari 1999 houdende vaststelling van de criteria voor de verdeling van het bijzonder fonds voor maatschappelijk welzijn onder de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij het besluit van 14 juni 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 4 mei 2004;

Gelet op het gunstig advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 april 2004;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de aanpassing van de criteria al voor de activiteiten van 2004 moet plaatsvinden, lijdt de inwerkingtreding van dit besluit geen uitstel meer;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Sociale Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Regering van 14 januari 1999 houdende vaststelling van de criteria voor de verdeling van het Bijzonder fonds voor maatschappelijk welzijn onder de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van de Duitstalige Gemeenschap wordt het bedrag van 5,2 miljoen frank door het bedrag van euro 97.692,03 vervangen.

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt het bedrag van 3 miljoen frank door het bedrag van euro 56.360,79 vervangen.

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 3bis.Een bedrag van het Bijzonder fonds voor maatschappelijk welzijn van hoogstens euro 50.018,59 wordt jaarlijks onder de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van gemeenten die de inrichtende macht zijn van een psychiatrisch verzorgingstehuis als aandeel in het tekort verdeeld. »

Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt de passus « van de artikelen 2 en 3 » door de passus « van de artikelen 2, 3 en 3bis » vervangen.

Art. 5.In Artikel 4, 2°, wordt het woord « bestaansminimum » door het woord « leefloon » vervangen en wordt de passus « , niet terugbetaald in het kader van de regeling over de sociale schrijnende gevallen » na het woord « hulpverlening » ingevoegd.

Art. 6.Artikel 4, 10°, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 4bis.De in de artikelen 2, 3 en 3bis vermelde bedragen zijn aan de ontwikkeling van het indexcijfer der consumptieprijzen gekoppeld. De spilindex, gebaseerd op het indexcijfer der consumptieprijzen toepasselijk op 1 januari 1984, beloopt 138,01. »

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2004, wat de activiteiten van 2004 betreft.

Art. 9.De Minister bevoegd inzake Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 26 mei 2004.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden H. NIESSEN

^